Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding pagina 80

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
3-41 Ramp 1 aanlooptijd
Range:
Size
[ 0.01
related
- 3600
*
s]
3
3
3-42 Ramp 1 uitlooptijd
Range:
Size
[ 0.01
related
- 3600
*
s]
3-45 Ramp 1 S-ramp ratio bij versn. Start
Range:
50 %
[ 1 -
*
99 %]
3-46 Ramp 1 S-ramp ratio bij versn. Einde
Range:
50 %
[ 1 -
*
99 %]
78
®
VLT
Functie:
Voer de aanlooptijd in, d.w.z. de tijd die
nodig is om te versnellen van 0 tpm tot het
synchrone motortoerental n
. Selecteer een
s
aanlooptijd die voorkomt dat de uitgangs-
stroom tijdens het aanlopen de in
parameter 4-18 Stroombegr. ingestelde
stroomgrens overschrijdt. De waarde 0,00
komt overeen met 0,01 s in snelheidsmodus.
Zie uitlooptijd in parameter 3-42 Ramp 1
uitlooptijd.
t
  s  x n
  tpm
acc
s
Par. .  3 − 41  =  
 ref   tpm
Functie:
Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd die nodig
is om te vertragen van het synchrone
motortoerental n
naar 0 tpm. Stel de
s
uitlooptijd zo in dat er in de omvormer geen
overspanning ontstaat als gevolg van de
generatorwerking van de motor en de
opgewekte stroom de in
parameter 4-18 Stroombegr. ingestelde
stroomgrens niet overschrijdt. De waarde 0,00
komt overeen met 0,01 s in snelheidsmodus.
Zie aanlooptijd in parameter 3-41 Ramp 1
aanlooptijd.
t
  s  x n
  tpm
dec
s
Par. .  3 − 42  =  
 ref   tpm
Functie:
Stel het gedeelte van de totale aanlooptijd
(parameter 3-41 Ramp 1 aanlooptijd) in waarin
het versnellingskoppel toeneemt. Hoe hoger
het percentage, hoe hoger de verkregen
schokcompensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
Functie:
Stel het gedeelte van de totale aanlooptijd
(parameter 3-41 Ramp 1 aanlooptijd) in waarin
het versnellingskoppel afneemt. Hoe hoger
het percentage, hoe hoger de verkregen
schokcompensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
AutomationDrive FC 301/302
3-47 Ramp 1 S-ramp ratio bij vertr. Start
Range:
50 %
[ 1 -
*
99 %]
3-48 Ramp 1 S-ramp ratio bij vertr. Einde
Range:
50 %
[ 1 -
*
99 %]
3.4.5 3-5* Ramp 2
Zie parametergroep 3-4* Ramp 1 voor informatie over het
selecteren van rampparameters.
3-50 Ramp 2 type
Option:
[0]
Lineair
*
[1]
S-ramp
const.
schok
[2]
S-ramp
const. tijd
LET OP
Als [1] S-ramp const. schok is geselecteerd en de
referentie tijdens het aan-/uitlopen wordt gewijzigd, kan
de aan-/uitlooptijd worden verlengd om te zorgen voor
een schokvrije beweging, wat kan resulteren in een
langere start- of stoptijd.
Extra aanpassingen van de S-rampverhoudingen of
starters voor omschakelingen kunnen noodzakelijk zijn.
Functie:
Stel het gedeelte van de totale uitlooptijd
(parameter 3-42 Ramp 1 uitlooptijd) in waarin
het vertragingskoppel toeneemt. Hoe hoger
het percentage, hoe hoger de verkregen
schokcompensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
Functie:
Stel het gedeelte van de totale uitlooptijd
(parameter 3-42 Ramp 1 uitlooptijd) in waarin
het vertragingskoppel afneemt. Hoe hoger het
percentage, hoe hoger de verkregen
schokcompensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
Functie:
Selecteer het type ramp, afhankelijk van de
vereisten voor versnellen/vertragen. Een lineaire
ramp zorgt voor een constante versnelling
tijdens het aan-/uitlopen. Een S-ramp zorgt
voor een niet-lineaire versnelling en biedt zo
compensatie voor schokbewegingen in de
toepassing.
Versnelling met zo weinig mogelijk schokbewe-
gingen.
S-ramp op basis van de in parameter 3-51 Ramp
2 aanlooptijd en parameter 3-52 Ramp 2
uitlooptijd ingestelde waarden.
MG33MM10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave