Problemen verhelpen
Alarm 80, Omvormer geïnitialiseerd
De parameterinstellingen zijn ingesteld op de standaard-
waarden na een handmatige reset. Reset de eenheid om
het alarm op te heffen.
Alarm 81, CSIV corrupt
Het CSIV-bestand bevat syntaxfouten.
Alarm 82, CSIV-parameterfout
CSIV heeft een parameter niet kunnen initialiseren.
Alarm 83, Ongeldige optiecombinatie
De geïnstalleerde opties zijn incompatibel.
Alarm 84, Geen veiligheidsoptie
De veiligheidsoptie werd verwijderd zonder dat er een
algemene reset werd uitgevoerd. Sluit de veiligheidsoptie
opnieuw aan.
Alarm 88, Optiedetectie
Er is een wijziging in de optie-indeling geconstateerd.
Parameter 14-89 Option Detection is ingesteld op [0] Protect
Option Config. en de optie-indeling is gewijzigd.
•
Om de wijziging toe te passen, moet de
mogelijkheid tot het wijzigen van de optie-
indeling worden ingeschakeld in
parameter 14-89 Option Detection.
•
Of anders moet de juiste optieconfiguratie
worden hersteld.
WAARSCHUWING 89, Mechanische rem schuift
De bewaking van de mechanische rem voor hijstoepas-
singen detecteert een motortoerental van meer dan 10
tpm.
Alarm 90, Bewaking terugkoppeling
Controleer de verbinding met de encoder-/resolveroptie en
®
vervang zo nodig de VLT
Encoder Input MCB 102 of de
®
VLT
Resolver Input MCB 103.
Alarm 91, Analoge ingang 54 verkeerd ingesteld
Stel schakelaar S202 in op de stand UIT (spanningsingang)
wanneer een KTY-sensor is aangesloten op analoge-
ingangsklem 54.
Alarm 99, Rotor geblokkeerd
De rotor is geblokkeerd.
WAARSCHUWING/ALARM 101, Minimumtoerental
De bewaakte motortoerentalwaarde ligt buiten het bereik.
Zie parameter 4-43 Motor Speed Monitor Function.
WAARSCHUWING/ALARM 104, Mengventilatorfout
De ventilator werkt niet. De ventilatorbewaking controleert
of de ventilator draait bij inschakeling of terwijl de
mengventilator is ingeschakeld. In parameter 14-53 Ventila-
torbew. kunt u instellen of bij het optreden van de
mengventilatorfout een waarschuwing of een alarm
(uitschakeling) moet worden gegenereerd.
Probleem verhelpen
•
Schakel de spanning naar de frequentieregelaar
uit en weer in om na te gaan of de
waarschuwing/het alarm zich opnieuw voordoet.
MG33MM10
Programmeerhandleiding
WAARSCHUWING/ALARM 122, Motordraaiing onverwacht
De frequentieregelaar voert een functie uit waarbij
stilstand van de motor vereist is, bijvoorbeeld DC-houd
voor PM-motoren.
WAARSCHUWING 123, Motormod. gewijzigd
De in parameter 1-11 Motor Model geselecteerde motor is
onjuist. Controleer het motormodel.
WAARSCHUWING 163, ATEX ETR cur.lim.warning
(Waarsch. ATEX ETR stroomgrens)
De frequentieregelaar heeft langer dan 50 s boven de
karakteristieke curve gewerkt. De waarschuwing wordt
geactiveerd bij 83% van de toegestane thermische overbe-
lasting en gedeactiveerd bij 65%.
Alarm 164, ATEX ETR cur.lim.alarm (Alarm ATEX ETR
stroomgrens)
Wanneer de frequentieregelaar binnen een periode van
600 s langer dan 60 s boven de karakteristieke curve werkt,
wordt er een alarm gegenereerd en wordt de frequentiere-
gelaar uitgeschakeld (trip).
WAARSCHUWING 165, ATEX ETR freq.lim.warning
(Waarsch. ATEX ETR freq.begr.)
De frequentieregelaar werkt langer dan 50 s onder de
toegestane minimumfrequentie (parameter 1-98 ATEX ETR
interpol. points freq.).
Alarm 166, ATEX ETR freq.lim.alarm (Alarm ATEX ETR
freq.begr.)
De frequentieregelaar werkt langer dan 60 s (binnen een
periode van 600 s) onder de toegestane minimumfre-
quentie (parameter 1-98 ATEX ETR interpol. points freq.).
WAARSCHUWING/ALARM 210, Positietracking
De huidige positiefout overschrijdt de waarde in
parameter 4-71 Maximum Position Error.
Parameter 4-70 Position Error Function bepaalt of dit een
waarschuwing of een alarm is.
WAARSCHUWING/ALARM 211, Positielimiet
De positie bevindt zich buiten de begrenzingen die zijn
ingesteld in parameter 3-06 Minimum Position en
parameter 3-07 Maximum Position. Parameter 4-73 Position
Limit Function bepaalt de functie bij deze waarschuwing/dit
alarm.
WAARSCHUWING/ALARM 212, Niet teruggekeerd naar
startpositie
Er is een homingfunctie geselecteerd in
parameter 17-80 Homing Function en absolute positionering
wordt uitgevoerd voordat de terugkeer naar de startpositie
is voltooid.
Alarm 213, Time-out terugkeer naar startpositie
De terugkeer naar de startpositie is gestart maar werd niet
voltooid binnen de tijd die is ingesteld in
parameter 17-85 Homing Timout.
Alarm 214, Geen sensoringang
Er werd een homingproces gestart waarvoor een sensor
vereist is of touch-probepositionering werd gestart, maar
er is geen ingang voor de sensor gedefinieerd.
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
6
6
273