Parameterbeschrijving
1-72 Startfunctie
Option:
[2]
Vrijloop/
vertr.-tijd
*
[3] Startsn.
3
3
rechtsom
[4] Horizontaal
bedrijf
[5] VVC+/Flux
rechtsom
[6] Vrijg m.
rem hijsen
[7] VVC+/Flux
counter-cw
54
VLT
Functie:
De motor loopt vrij tijdens de startvertra-
gingstijd (omvormer uit).
Alleen mogelijk in combinatie met VVC
Selecteer in parameter 1-74 Startsnelh.[TPM] en
parameter 1-76 Startstroom de functie die actief
moet zijn gedurende de startvertraging.
Ongeacht de waarde die door het referentie-
signaal wordt toegepast, zal de
uitgangssnelheid overeenkomen met de
startsnelheid in parameter 1-74 Startsnelh.[TPM]
of parameter 1-75 Startsnelh. [Hz] en zal de
uitgangsstroom overeenkomen met de
instelling van de startstroom in
parameter 1-76 Startstroom. Deze functie wordt
vooral gebruikt bij hijstoepassingen zonder
contragewicht en in het bijzonder bij toepas-
singen met een schuifankermotor waarbij de
start rechtsom gebeurt, gevolgd door draaien
in de referentierichting.
Alleen mogelijk in combinatie met VVC
Hiermee verkrijgt u tijdens de startvertraging
de in parameter 1-74 Startsnelh.[TPM] en
parameter 1-76 Startstroom beschreven functie.
De motor draait in de referentierichting. Als het
referentiesignaal gelijk is aan nul (0), wordt
parameter 1-74 Startsnelh.[TPM] genegeerd en is
de uitgangssnelheid gelijk aan nul (0). De
uitgangsstroom komt overeen met de
ingestelde startstroom in
parameter 1-76 Startstroom.
Alleen voor de in parameter 1-74 Startsnelh.
[TPM] beschreven functie. De startstroom wordt
automatisch berekend. Deze functie gebruikt
de startsnelheid alleen tijdens de startver-
traging. Ongeacht de waarde die door het
referentiesignaal wordt ingesteld, komt de
uitgangssnelheid overeen met de in
parameter 1-74 Startsnelh.[TPM] ingestelde
startsnelheid. [3] Startsn. rechtsom en [5] VVC
Flux rechtsom worden met name gebruikt in
hijstoepassingen. [4] Horizontaal bedrijf wordt
met name gebruikt in toepassingen met een
contragewicht en een horizontale beweging.
Om gebruik te maken van de mechanische
rembesturingsfuncties
( parameter 2-24 Stopvertr. tot en met
parameter 2-28 Verst.boostfactor). Deze
parameter is alleen actief bij gebruik van het
fluxbesturingsprincipe, in een modus met
motorterugkoppeling of in een sensorloze
modus.
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
®
AutomationDrive FC 301/302
1-73 Vlieg. start
Option:
+
.
[0] Uitgesch.
[1] Ingesch.
+
.
[2] Altijd
ingesch.
[3] Enabled
Ref. Dir.
[4] Enab.
Always Ref.
Dir.
LET OP
Deze functie wordt niet aanbevolen voor hijstoepas-
singen.
Voor vermogens boven 55 kW moet de fluxmodus
worden gebruikt om optimale prestaties te verkrijgen.
LET OP
Om de beste prestaties voor een inschakeling bij
draaiende motor te verkrijgen, moeten de geavanceerde
motorgegevens in parameter 1-30 Statorweerstand (Rs)
tot en met parameter 1-35 Hoofdreactantie (Xh) correct
+
/
zijn.
1-74 Startsnelh.[TPM]
Range:
Size
related
600
*
RPM]
Functie:
LET OP
Deze parameter kan niet worden
gewijzigd terwijl de motor loopt.
Deze functie maakt het mogelijk een motor op
te vangen wanneer deze vrij draait als gevolg
van een netstoring.
Geen functie
Stelt de frequentieregelaar in staat om een
draaiende motor op te vangen en te besturen.
Wanneer parameter 1-73 Vlieg. start is
ingeschakeld, hebben parameter 1-71 Startver-
traging en parameter 1-72 Startfunctie geen
functie. Als parameter 1-73 Vlieg. start is
ingeschakeld, worden met
parameter 1-58 Stroom testpulsen vlieg.start en
parameter 1-59 Freq. testpulsen vlieg.start de
voorwaarden voor de vliegende start
opgegeven.
Functie:
[0 -
Stel de startsnelheid van de motor in. Na het
startsignaal springt de uitgangssnelheid naar
de ingestelde waarde. Stel de startfunctie in
parameter 1-72 Startfunctie in op [3] Startsn.
rechtsom, [4] Horizontaal bedrijf of [5] VVC
Flux rechtsom en stel in
parameter 1-71 Startvertraging een startvertra-
gingstijd in.
+
/
MG33MM10