Parameterbeschrijving
1-84 Prec. stoptellerwaarde
Range:
Functie:
LET OP
Niet gebruikt voor de opties [0]
Prec.stop met uitloop en [3]
Snelh.comp.stop in
parameter 1-83 Precisiestopfunctie.
1-85 Precisiestop snelh.comp. vertr.
Range:
Functie:
10
[0 -
Stel de vertragingstijd in voor sensoren, PLC's en
ms
100
dergelijke voor gebruik in
*
ms]
parameter 1-83 Precisiestopfunctie. Bij een
stopmodus met snelheidscompensatie zal de
vertragingstijd bij verschillende frequenties een
belangrijke invloed hebben op de stopfunctie.
LET OP
Niet gebruikt voor de opties [0] Prec.stop
met uitloop, [1] Tellerstop met reset en [2]
Tell.stop z reset in parameter 1-83 Precisies-
topfunctie.
3.2.12 1-9* Motortemperatuur
1-90 Therm. motorbeveiliging
Option:
Functie:
Thermische motorbeveiliging kan met behulp
van diverse technieken worden geïmple-
menteerd:
•
Via een PTC-sensor in de motorwik-
kelingen die is verbonden met 1 van
de analoge of digitale ingangen
(parameter 1-93 Thermistorbron). Zie
hoofdstuk 3.2.13 Aansluiting PTC-
thermistor.
•
Via een KTY-sensor in de motorwik-
kelingen die is aangesloten op een
analoge ingang (parameter 1-96 KTY-
thermistorbron). Zie
hoofdstuk 3.2.14 Aansluiting KTY-
sensor.
•
Via een berekening (ETR =
elektronisch thermisch relais) van de
thermische belasting op basis van de
actuele belasting en tijd. De
berekende thermische belasting
wordt vergeleken met de nominale
motorstroom I
motorfrequentie f
hoofdstuk 3.2.15 ETR en
hoofdstuk 3.2.16 ATEX ETR.
MG33MM10
Programmeerhandleiding
1-90 Therm. motorbeveiliging
Option:
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10] ETR-uitsch.
[20] ATEX ETR
en de nominale
M,N
. Zie
M,N
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
•
Via een thermo-mechanische
schakelaar (type Klixon). Zie
hoofdstuk 3.2.17 Klixon.
Voor de Noord-Amerikaanse markt: de ETR-
functies bieden bescherming tegen
overbelasting van de motor, klasse 20,
conform NEC.
Geen
Continue overbelasting van de motor wanneer
bescherm.
geen waarschuwing of uitschakeling (trip) van
de frequentieregelaar vereist is.
Thermistor-
Genereert een waarschuwing als de
waarsch.
aangesloten thermistor of KTY-sensor in de
motor reageert vanwege een overtemperatuur
van de motor.
Thermisto-
Schakelt de frequentieregelaar uit (trip) als de
ruitsch.
aangesloten KTY-sensor in de motor reageert
vanwege een overtemperatuur van de motor.
De uitschakelwaarde van de thermistor moet
meer dan 3 kΩ bedragen.
Integreer een thermistor (PTC-sensor) in de
motor als wikkelbescherming.
ETR-
Berekent de belasting wanneer setup 1 actief
waarsch. 1
is en genereert een waarschuwing op het
display bij overbelasting van de motor.
Programmeer een waarschuwingssignaal via 1
van de digitale uitgangen.
ETR-uitsch.
Berekent de belasting wanneer setup 1 actief
1
is en schakelt de frequentieregelaar uit (trip)
bij overbelasting van de motor. Programmeer
een waarschuwingssignaal via 1 van de
digitale uitgangen. Het signaal wordt gegeven
in geval van een waarschuwing en als de
frequentieregelaar wordt uitgeschakeld
(thermische waarschuwing).
ETR-
waarsch. 2
ETR-uitsch.
2
ETR-
waarsch. 3
ETR-uitsch.
3
ETR-
waarsch. 4
4
Activeert de thermische bewakingsfunctie
voor explosieveilige motoren conform ATEX
Ex-e. Schakelt parameter 1-94 ATEX ETR cur.lim.
speed reduction, parameter 1-98 ATEX ETR
3
3
57