Parameterbeschrijving
3.2.14 Aansluiting KTY-sensor
LET OP
Alleen FC 302.
KTY-sensoren worden met name gebruikt in servomotoren
met permanentmagneten (PM-motoren) voor dynamische
aanpassing van de motorparameters, als statorweerstand
(parameter 1-30 Statorweerstand (Rs)) voor PM-motoren en
tevens als rotorweerstand (parameter 1-31 Rotorweerstand
(Rr)) voor asynchrone motoren, afhankelijk van de
wikkelingstemperatuur. De berekening is als volgt:
waarbij
Rs = Rs
x (1 + α
x ΔT) Ω
20° C
cu
KTY-sensoren zijn te gebruiken voor motorbeveiliging
(parameter 1-97 KTY-drempelwaarde).
De FC 302 kan werken met 3 typen KTY-sensoren, gedefi-
nieerd in parameter 1-95 KTY-sensortype. De actuele
sensortemperatuur kan worden uitgelezen via
parameter 16-19 KTY-sensortemperatuur.
4500
4000
3500
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
-25
0
25
50
Temperature [°C]
KTY type 1
Afbeelding 3.15 KTY-type selecteren
KTY-sensor 1: 1 kΩ bij 100 °C (bijvoorbeeld Philips KTY
84-1)
KTY-sensor 2: 1 kΩ bij 25 °C (bijvoorbeeld Philips KTY 83-1)
KTY-sensor 3: 2 kΩ bij 25 °C (bijvoorbeeld Infineon KTY-10)
LET OP
Als de temperatuur van de motor via een thermistor of
een KTY-sensor wordt gebruikt, wordt in geval van
kortsluitingen tussen motorwikkelingen en sensor niet
voldaan aan PELV. Voorzie de sensor van extra isolatie
om te voldoen aan PELV.
MG33MM10
Programmeerhandleiding
α
= 0 . 00393
cu
75
100
125
150
KTY type 2
KTY type 3
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
3.2.15 ETR
Aan de hand van de berekening wordt bepaald of een
lagere belasting nodig is bij lagere toerentallen vanwege
minder koeling door de in de motor ingebouwde
ventilator.
t [s]
2000
1000
600
500
400
300
200
100
60
50
40
30
20
10
1,0
1,2
1,4
1,6
Afbeelding 3.16 ETR-profiel
3.2.16 ATEX ETR
®
De VLT
PTC Thermistor Card MCB 112 biedt bewaking
met ATEX-goedkeuring van de motortemperatuur. Het is
ook mogelijk om in plaats hiervan een externe PTC-veilig-
heidsvoorziening met ATEX-goedkeuring te gebruiken.
LET OP
Gebruik voor deze functie uitsluitend motoren met ATEX
Ex-e-goedkeuring. Zie motortypeplaatje, goedkeurings-
certificaat of datablad, of neem contact op met de
motorleverancier.
Wanneer een Ex-e-motor met verhoogde veiligheid wordt
bestuurd, moeten bepaalde begrenzingen worden
ingesteld. De te programmeren parameters zijn te zien in
Tabel 3.9.
Functie
Parameter 1-90 Therm. motorbe-
veiliging
Parameter 1-94 ATEX ETR cur.lim.
speed reduction
Parameter 1-98 ATEX ETR interpol.
points freq.
Parameter 1-99 ATEX ETR interpol
points current
fOUT = 1 x f M,N
fOUT = 2 x f M,N
fOUT = 0,2 x f M,N
IM
1,8
2,0
IMN
Instelling
[20] ATEX ETR
20%
Motortypeplaatje.
59
3
3