Inhoud VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Inhoud 1 Inleiding 1.1 Doel van de handleiding 1.2 Aanvullende hulpmiddelen 1.3 Document- en softwareversie 1.4 Productoverzicht 1.5 Behuizingstypen en vermogensklassen 1.6 Goedkeuringen en certificeringen 1.7 Verwijderingsinstructie 2 Veiligheid 2.1 Veiligheidssymbolen 2.2 Gekwalificeerd personeel 2.3 Veiligheidsmaatregelen 3 Mechanische installatie 3.1 Uitpakken...
Pagina 4
Inhoud VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 5.3 Werking lokaal bedieningspaneel 5.4 Basisprogrammering 5.4.1 Inbedrijfstelling met SmartStart 5.4.2 Inbedrijfstelling via [Main Menu] 5.4.3 Setup asynchrone motor 5.4.4 Setup PM-motor in VVC+ 5.4.5 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA) 5.5 De draairichting van de motor controleren 5.6 De draairichting van de encoder controleren 5.7 Test lokale bediening 5.8 Systeem opstarten...
De frequentieomvormer kan ook worden gebruikt voor apparatuur. motorbeveiliging. Aanvullende documentatie en handleidingen zijn Afhankelijk van de configuratie kan de frequentieom- verkrijgbaar bij Danfoss. Zie www.danfoss.com/Busines- sAreas/DrivesSolutions/Documentations/VLT+Technical vormer worden gebruikt in zelfstandige toepassingen of +Documentation.htm voor een overzicht. deel uitmaken van een grotere toepassing of installatie.
Inleiding VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 1.4.2 Opengewerkte tekeningen Afbeelding 1.1 Opengewerkte tekening behuizingstype A, IP 20 Lokaal bedieningspaneel (LCP) Motoruitgangsklemmen 96 (U), 97 (V), 98 (W) RS-485 seriëlebusaansluiting (+68, -69) Relais 2 (01, 02, 03) Analoge I/O-connector Relais 1 (04, 05, 06) LCP-ingangsstekker Klemmen voor rem (-81, +82) en loadsharing (-88, +89) Analoge schakelaars (A53), (A54)
Pagina 7
Inleiding VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding FAN MOUNTING Afbeelding 1.2 Opengewerkte tekening behuizingstype B en C, IP 55 en IP 66 Lokaal bedieningspaneel (LCP) Relais 2 (04, 05, 06) Afdekking Hijsoog RS-485-seriële bus aansluiting Bevestigingssleuf Digitale I/O en 24 V-voeding Aardklem (PE) Analoge I/O-connector Connector kabelafscherming...
Tabel 1.5 Goedkeuringen en certificeringen • Bieden beveiliging tegen nettransiënten Er zijn meer goedkeuringen en certificeringen beschikbaar. Neem contact op met de lokale Danfoss-partner. De T7- • Beperken de RMS-stroom DC-reactoren frequentieomvormers (525-690 V) zijn niet gecertificeerd • Verhogen de arbeidsfactor voor UL.
Veiligheid VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 2 Veiligheid WAARSCHUWING 2.1 Veiligheidssymbolen ONBEDOELDE START! Wanneer de frequentieomvormer is aangesloten op de De volgende symbolen worden gebruikt in dit document. netvoeding kan de motor op elk moment starten. De frequentieomvormer, motor en alle aangedreven WAARSCHUWING apparatuur moeten bedrijfsklaar zijn.
Pagina 10
Veiligheid VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding WAARSCHUWING GEVAARLIJKE APPARATUUR! Draaiende assen en elektrische apparatuur kunnen gevaarlijk zijn. Alle elektrische werkzaamheden moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de nationale en lokale elektriciteitsvoorschriften. Installatie, opstarten en onderhoud mogen uitsluitend worden uitgevoerd door getraind en gekwalificeerd personeel. Het niet opvolgen van de aanbevelingen kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Als niet aan de omgevingsvereisten wordt onderbouwen. voldaan, kan dit de levensduur van de frequentieom- vormer bekorten. Zorg dat wordt voldaan aan de eisen Automation Drive www.danfoss.com ten aanzien van luchtvochtigheid, temperatuur en hoogte. T/C: FC-302PK37T2E20H1BGXXXXSXXXXA6BKC4XXXD0 P/N: 131X3537 S/N: 010122G430 0.37kW/ 0.50HP...
Mechanische installatie VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Montage 3.3 Montage Verzeker u ervan dat de installatielocatie het gewicht van de eenheid kan dragen. De frequen- LET OP tieomvormer is geschikt voor zij-aan-zij-installatie. Een onjuiste montage kan leiden tot oververhitting en Plaats de eenheid zo dicht mogelijk bij de motor.
Elektrische installatie VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 4 Elektrische installatie 4.1 Veiligheidsvoorschriften 4.2 EMC-correcte installatie Voor een EMC-correcte installatie moet u de instructies in Zie 2 Veiligheid voor algemene veiligheidsvoorschriften. 4.3 Aarding, 4.4 Bedradingsschema, 4.6 Motoraansluiting en 4.8 Stuurkabels volgen. WAARSCHUWING 4.3 Aarding GEÏNDUCEERDE SPANNING!
*Klem 37 (optioneel) wordt gebruikt voor veilige uitschakeling van het koppel (STO). Installatie-instructies voor de STO- ® -frequentieomvormers. Klem 37 functie vindt u in Bedieningshandleiding Veilige uitschakeling van het koppel voor Danfoss VLT is niet beschikbaar in FC 301 (met uitzondering van behuizingstype A1). Relais 2 en klem 29 hebben geen functie in de FC 301.
Pagina 15
Elektrische installatie VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Afbeelding 4.2 EMC-correcte elektrische aansluiting Kabelwartel Frequentieomvormer Motor, 3 fasen en aardverbinding (afgeschermd) Uitgangscontactor Net, 3 fasen en versterkte aardverbinding (niet afgeschermd) Kabelklem Stuurkabels (afgeschermd) Kabelisolatie (gestript) Potentiaalvereffening min. 16 mm² Tabel 4.1 Legenda bij Afbeelding 4.2 LET OP EMC-STORINGEN! Gebruik afgeschermde kabels voor motor en stuurkabels en afzonderlijke kabels voor ingangsvermogen, motorkabels...
Elektrische installatie VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 4.5 Toegang 4.6 Motoraansluiting • Verwijder de afdekking met een schroevendraaier (zie Afbeelding 4.3) of door de bevestigings- WAARSCHUWING schroeven los te draaien (zie Afbeelding 4.4). GEÏNDUCEERDE SPANNING! Geïnduceerde spanning van de uitgangskabels van motoren die bij elkaar zijn geplaatst, kan de conden- satoren van de apparatuur opladen, zelfs wanneer de apparatuur is afgeschakeld en vergrendeld (lockout)
Elektrische installatie VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 4.7 Aansluiting netvoeding • De kabelgrootte is afhankelijk van de ingangs- stroom van de frequentieomvormer. Zie 8.1 Elektrische gegevens voor de maximale kabelgroottes. • Volg de nationale en lokale voorschriften ten aanzien van kabelgroottes op. Procedure Sluit de 3-fasige netvoedingskabels aan op klem L1, L2 en L3 (zie Afbeelding 4.6).
Elektrische installatie VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 4.8.1 Stuurklemtypen Beschrijving klemmen Standaard- Klem Parameter instelling Beschrijving Afbeelding 4.7 en Afbeelding 4.8 tonen de verwijderbare connectoren van de frequentieomvormer. De functies en Digitale ingangen/uitgangen standaardinstellingen van de klemmen worden in het kort 12, 13 +24 V DC 24 V DC-voedings-...
Elektrische installatie VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 4.8.2 Kabelaansluiting op stuurklemmen Beschrijving klemmen Standaard- Klem Parameter instelling Beschrijving Stuurklemconnectoren kunnen uit de frequentieomvormer Seriële communicatie worden getrokken. Dit maakt het installeren eenvoudig, zoals te zien is in Afbeelding 4.7. Geïntegreerd RC-filter voor kabelaf- LET OP scherming.
Om de STO-functie te gebruiken is extra bedrading voor de frequentieomvormer vereist; zie Bedieningshandleiding 4.8.4 Selectie spannings-/stroomingang ® - Veilige uitschakeling van het koppel voor Danfoss VLT (schakelaars) frequentieomvormers voor meer informatie. 4.8.6 Mechanische rembesturing De analoge ingangsklemmen 53 en 54 kunnen worden ingesteld als ingangssignalen voor spanning (0-10 V) of stroom (0/4-20 mA).
In de frequentieomvormer zijn twee communica- Output Frewheeling tieprotocollen geïntegreerd. Contactor diode Input Shaft Motor Danfoss FC Modbus RTU • De functies kunnen op afstand worden Brake Power Circuit geprogrammeerd met behulp van de protocol- 380Vac software en de RS-485-aansluiting of via Afbeelding 4.11 De mechanische rem aansluiten op de...
Elektrische installatie VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 4.9 Installatiechecklist Voordat u de installatie van de eenheid voltooit, moet u eerst de volledige installatie inspecteren zoals aangegeven in Tabel 4.5. Vink de items af wanneer ze voltooid zijn. ☑ Inspecteren Beschrijving •...
Inbedrijfstelling VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 5 Inbedrijfstelling 5.1 Veiligheidsvoorschriften 5.2 Spanning inschakelen WAARSCHUWING Zie 2 Veiligheid voor algemene veiligheidsvoorschriften. ONBEDOELDE START! WAARSCHUWING Wanneer de frequentieomvormer is aangesloten op de HOGE SPANNING! netvoeding kan de motor op elk moment starten. De frequentieomvormer, motor en alle aangedreven Frequentieomvormers werken met een hoge spanning apparatuur moeten bedrijfsklaar zijn.
Afbeelding 5.1 Lokaal bedieningspaneel (LCP) Installeer MCT 10 setupsoftware voor inbedrijfstelling via een pc. De software kan worden gedownload op A. Display www.danfoss.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/Software- Het display wordt geactiveerd wanneer de frequentieom- download (basisversie) of worden besteld (geavanceerde vormer spanning krijgt van de netvoeding, een DC- versie, bestelnummer 130B1000).
Pagina 25
Inbedrijfstelling VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding B. Menutoetsen Indicator Lampje Functie Menutoetsen dienen om toegang te krijgen tot de parame- Groen Het On-lampje gaat branden tersetup, te schakelen tussen statusuitleesmodi tijdens wanneer de frequentieomvormer normaal bedrijf en om foutloggegevens weer te geven. spanning van een netvoeding, DC- aansluitklem of externe 24 V- Toets...
Inbedrijfstelling VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 5.3.3 Parameterinstellingen Instellingen wijzigen Parameterinstellingen kunnen worden geopend en gewijzigd via [Quick Menu] of [Main Menu]. [Quick Menu] Om een toepassing goed te programmeren, moeten er geeft alleen toegang tot een beperkt aantal parameters. vaak functies worden ingesteld in diverse gerelateerde parameters.
Inbedrijfstelling VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Aanbevolen initialisatieprocedure, via 14-22 Bedrijfsmodus 5.4 Basisprogrammering Druk twee keer op [Main Menu] om toegang te 5.4.1 Inbedrijfstelling met SmartStart krijgen tot de parameters. Ga naar 14-22 Bedrijfsmodus en druk op [OK]. De SmartStart-wizard maakt snelle configuratie van Ga naar Initialisatie en druk op [OK].
Inbedrijfstelling VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 5.4.3 Setup asynchrone motor Gebruik de navigatietoetsen om naar parame- tergroep 0-0* Basisinstellingen te gaan en druk op [OK]. Voer de motorgegevens in parameter 1-20 of 1-21 tot 1-25 in. Deze informatie is te vinden op het motortypeplaatje. 0.0% 0.00A 1(1)
Pagina 29
Inbedrijfstelling VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM Parkeren Voer de tegen-EMK (fase-fase, rms-waarde) in van Deze functie is de aanbevolen optie voor toepassingen de PM-motor bij een mechanisch toerental van waarbij de motor al bij lage snelheid draait, zoals bij 1000 tpm.
Inbedrijfstelling VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 5.4.5 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA) 5.5 De draairichting van de motor LET OP controleren AMA is niet relevant voor permanentmagneetmotoren. Controleer de draairichting van de motor voordat u de frequentieomvormer opstart. Automatische aanpassing motorgegevens (AMA) is een procedure om de compatibiliteit tussen de frequentieom- 1.
Inbedrijfstelling VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 5.6 De draairichting van de encoder 5.7 Test lokale bediening controleren WAARSCHUWING MOTOR START! LET OP Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alle Bij gebruik van een encoderoptie moet u de handleiding aangesloten apparatuur startklaar zijn.
Inbedrijfstelling VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 5.8 Systeem opstarten Voor de procedure in deze sectie is het noodzakelijk dat de bekabeling door de gebruiker en de programmering zijn voltooid. Het wordt aanbevolen om de volgende procedure uit te voeren nadat de toepassingssetup is voltooid.
Voorbeelden toepassingssetu... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 6 Voorbeelden toepassingssetup De voorbeelden in deze sectie zijn bedoeld als een snelle Parameters referentie voor veelgebruikte toepassingen. Functie Instelling +24 V • De parameterinstellingen zijn gebaseerd op de 1-29 Autom. +24 V standaard regionale instelling (geselecteerd in aanpassing [1] Volledige...
Pagina 34
Voorbeelden toepassingssetu... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Parameters Parameters Functie Instelling Functie Instelling +24 V +24 V 6-12 Klem 53 4 mA* 5-10 Klem 18 [8] Start* +24 V +24 V D IN lage stroom digitale ingang D IN D IN D IN 6-13 Klem 53 20 mA*...
Pagina 35
Voorbeelden toepassingssetu... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 6.1.3 Start/Stop Parameters Functie Instelling Parameters +24 V 5-10 Klem 18 [9] Pulsstart Functie Instelling +24 V digitale ingang D IN +24 V D IN 5-12 Klem 27 [6] Stop 5-10 Klem 18 [8] Start* +24 V digitale ingang...
Voorbeelden toepassingssetu... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 6.1.5 RS-485 Parameters Functie Instelling Parameters +24 V 5-10 Klem 18 [8] Start Functie Instelling +24 V digitale ingang D IN +24 V D IN 5-11 Klem 19 [10] 8-30 Protocol +24 V digitale ingang Omkeren* 8-31 Adres...
Pagina 37
Voorbeelden toepassingssetu... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 6.1.6 Motorthermistor 6.1.7 SLC VOORZICHTIG Parameters Functie Instelling Gebruik uitsluitend thermistors met versterkte of 4-30 Motorterug- [1] Waarschu- +24 V dubbele isolatie om te voldoen aan de PELV-isolatiever- koppelingsverliesf wing +24 V eisten. unctie D IN 4-31 Motorterug-...
Pagina 38
Voorbeelden toepassingssetu... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 6.1.8 Mechanische rembesturing Parameters Opmerkingen: Als de limiet van de terugkop- Parameters pelingsbewaking wordt Functie Instelling overschreden, wordt Waarschuwing 90 gegenereerd. [32] Mech. +24 V De SLC bewaakt Waarschuwing 5-40 Functierelais rembest. +24 V 90 en schakelt relais 1 in 5-10 Klem 18 [8] Start*...
DOOR Danfoss GEAUTORISEERD PERSONEEL! externe signalen, seriële communicatie of Er bestaat een risico op lichamelijk letsel of schade aan interne digitale referenties. apparatuur. Enkel door Danfoss geautoriseerd personeel Lokaal De frequentieomvormer wordt bestuurd via mag reparaties en onderhoudswerkzaamheden [Hand On] of referentiewaarden vanaf het LCP.
Pagina 40
Diagnostiek en problemen ve... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Gecontr. uitloop Gecontr. uitloop werd geselecteerd in Ref. vasthouden Ref. vasthouden werd geselecteerd als functie 14-10 Netstoring. voor een digitale ingang (parametergroep 5-1* • De netspanning is lager dan de ingestelde Dig.
Diagnostiek en problemen ve... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Qstop De motor decelereert op basis van 3-81 Snelle Uitschakeling Er is een alarm opgetreden en de motor is stop ramp-tijd. (trip) gestopt. Zodra de oorzaak van het alarm is • Snelle stop geïnv.
Diagnostiek en problemen ve... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Uitschakeling met blokkering De ingangsvoeding wordt uit- en weer ingeschakeld. De 7.4 Lijst met waarschuwingen en alarmen motor loopt vrij uit tot stop. De frequentieomvormer blijft de status van de frequentieomvormer bewaken. Schakel de Onderstaande informatie over waarschuwingen/alarmen ingangsspanning naar de frequentieomvormer af, neem de beschrijft de waarschuwings- en alarmcondities, geeft de...
Pagina 43
Diagnostiek en problemen ve... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding WAARSCHUWING 5, DC-tussenkringspanning hoog Laat de thermische belasting op het LCP De tussenkringspanning (DC) is hoger dan de waarschu- weergeven en houd de waarde in de gaten. wingslimiet voor hoge spanning. De limiet hangt af van de Wanneer de stroom hoger is dan de nominale nominale spanning van de frequentieomvormer.
Pagina 44
14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr. Noteer de waarde van onderstaande parameters en neem kan worden gebruikt om voor deze conditie een contact op met uw Danfoss-leverancier. waarschuwing gevolgd door een alarm in te stellen in 15-40 FC-type plaats van enkel een waarschuwing.
Pagina 45
Diagnostiek en problemen ve... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding WAARSCHUWING 23, Fout interne ventilator WAARSCHUWING/ALARM 27, Remchopperfout De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiliging De remtransistor wordt bewaakt tijdens bedrijf; in geval die controleert of de ventilator actief/gemonteerd is. De van kortsluiting wordt de remfunctie uitgeschakeld en ventilatorwaarschuwing kan worden uitgeschakeld via wordt een waarschuwing gegenereerd.
Pagina 46
Debuginformatie Tekst geschreven naar LCP. Seriële poort kan niet worden geïnitialiseerd. 1792 HW-reset van DSP Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of 1793 Motorgerelateerde parameters niet correct de serviceafdeling van Danfoss. overgezet naar DSP 256-258 EEPROM-gegevens van de voedingskaart zijn...
Pagina 47
24 V DC-backupvoeding kan overbelast zijn. Neem in Controleer 5-00 Dig. I/O-modus en 5-01 Klem 27 modus. andere gevallen contact op met uw Danfoss-leverancier. WAARSCHUWING 41, Overbelasting digitale uitgang klem WAARSCHUWING 48, 1,8 V-voeding laag...
Pagina 48
4-32 Motorterugkoppelingsverliestime- out. De functie kan nuttig zijn tijdens een ALARM 50, AMA kalibratie mislukt inbedrijfstellingsprocedure. Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of de serviceafdeling van Danfoss. WAARSCHUWING 62, Uitgangsfrequentie op max. begrenzing De uitgangsfrequentie heeft de ingestelde waarde in...
Pagina 49
Diagnostiek en problemen ve... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Alarm 68, Veilige stop actief WAARSCHUWING 76, Setup verm.eh De veilige stop is ingeschakeld. Om terug te keren naar Het aantal vereiste vermogenseenheden komt niet overeen normaal bedrijf moet 24 V DC op klem 37 worden met het gedetecteerde aantal actieve vermogenseenheden.
Pagina 50
Diagnostiek en problemen ve... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Alarm 88, Optiedetectie WAARSCHUWING 165, ATEX ETR freq.lim.waarsch Er is een wijziging in de optie-indeling gedetecteerd. De frequentieomvormer werkt langer dan 50 s onder de 14-89 Option Detection is ingesteld op Protect Option toegestane minimumfrequentie (1-98 ATEX ETR interpol.
Diagnostiek en problemen ve... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 7.5 Probleem verhelpen Symptoom Mogelijke oorzaak Test Oplossing Geen ingangsvermogen Zie Tabel 4.5. Controleer de bron voor het ingangs- aanwezig vermogen. Ontbrekende of open Zie open zekeringen en geactiveerde circuit- Volg de vermelde aanbevelingen op. zekeringen of circuitbreaker breaker in deze tabel voor mogelijke geactiveerd...
Pagina 52
Diagnostiek en problemen ve... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Symptoom Mogelijke oorzaak Test Oplossing Draaibegrenzing motor Controleer of 4-10 Draairichting motor correct Programmeer de juiste instellingen. is geprogrammeerd. Motor draait Omkeersignaal actief Controleer of er een omkeercommando voor Schakel het omkeersignaal uit. in verkeerde de klem is geprogrammeerd via parame- richting...
Pagina 53
Diagnostiek en problemen ve... VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Symptoom Mogelijke oorzaak Test Oplossing De motorgegevens zijn niet Raadpleeg wanneer er waarschuwingen of Verhoog de aanlooptijd in 3-41 Ramp 1 Acceleratie- correct ingevoerd alarmen worden gegenereerd. aanlooptijd. Verhoog de stroomgrens in problemen Controleer of de motorgegevens correct zijn 4-18 Stroombegr..
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 8.1.3 Netvoeding 3 x 525-600 V AC (alleen FC 302) Typeaanduiding PK75 P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P4K0 P5K5 P7K5 Typisch asvermogen [kW] 0,75 Behuizing IP 20, IP 21 Behuizing IP 55 Uitgangsstroom Continu (3 x 525-550 V) [A] 11,5 Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] 10,2...
Pagina 60
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Typeaanduiding P11K P15K P18K P22K P30K Hoge/normale overbelasting Typisch asvermogen [kW] 18,5 18,5 Behuizing IP 20 Behuizing IP 21, IP 55, IP 66 Uitgangsstroom Continu (3 x 525-550 V) [A] Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] Continu (3 x 551-600 V) [A] Intermitterend (3 x 551-600 V) [A] Continu kVA (550 V AC) [kVA]...
Pagina 61
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Typeaanduiding P37K P45K P55K P75K Hoge/normale overbelasting Typisch asvermogen [kW] Behuizing IP 20 Behuizing IP 21, IP 55, IP 66 Uitgangsstroom Continu (3 x 525-550 V) [A] Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] Continu (3 x 551-600 V) [A] Intermitterend (3 x 551-600 V) [A] Continu kVA (550 V AC) [kVA] 51,4...
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 8.1.4 Netvoeding 3 x 525-690 V AC (alleen FC 302) Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P4K0 P5K5 P7K5 Hoge/normale overbelasting HO/NO HO/NO HO/NO HO/NO HO/NO HO/NO HO/NO Typisch asvermogen (kW) Behuizing IP 20 Uitgangsstroom Continu (3 x 525-550 V) [A] 11,0 Intermitterend (3 x 525-550 V) [A]...
Pagina 63
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Typeaanduiding P11K P15K P18K P22K Hoge/normale overbelasting Typisch asvermogen bij 550 V [kW] 18,5 18,5 Typisch asvermogen bij 690 V [kW] 18,5 18,5 Behuizing IP 20 Behuizing IP 21, IP 55 Uitgangsstroom Continu (3 x 525-550 V) [A] 14,0 19,0 19,0...
Pagina 64
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Typeaanduiding P30K P37K P45K P55K P75K Hoge/normale overbelasting Typisch asvermogen bij 550 V (kW) Typisch asvermogen bij 690 V [kW] Behuizing IP 20 Behuizing IP 21, IP 55 Uitgangsstroom Continu (3 x 525-550 V) [A] 36,0 43,0 43,0...
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 8.4 Omgevingscondities Omgeving Behuizing IP 20/Chassis, IP 21/Type 1, IP 55/Type 12, IP 66/Type 4X Triltest 1,0 g Max. THVD Max. relatieve vochtigheid 5-93% (IEC 721-3-3; klasse 3K3 (niet-condenserend) tijdens bedrijf) Agressieve omgeving (IEC 60068-2-43) H S-test klasse Kd Max.
Pagina 67
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 3,4) Veilige stop klem 37 (klem 37 is vaste PNP-logica) Spanningsniveau 0-24 V DC Spanningsniveau, logische '0' PNP < 4 V DC Spanningsniveau, logische '1' PNP > 20 V DC Maximale spanning op ingang 28 V DC Typische ingangsstroom bij 24 V 50 mA rms...
Pagina 68
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Puls-/encoderingangen Programmeerbare puls-/encoderingangen Klemnummer puls/encoder , 33 / 32 , 33 Max. frequentie op klem 29, 32, 33 110 kHz (push-pull) Max. frequentie op klem 29, 32, 33 5 kHz (open collector) Min. frequentie op klem 29, 32, 33 4 Hz Spanningsniveau zie de sectie over Digitale ingang...
Pagina 69
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding Stuurkaart, 10 V DC-uitgang ±50 Klemnummer 10,5 V ± 0,5 V Uitgangsspanning Max. belasting 15 mA De 10 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning. Stuurkaart, RS-485 seriële communicatie Klemnummer 68 (P,TX+, RX+), 69 (N,TX-, RX-) Klemnummer 61...
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 8.7.2 UL-conformiteit 200-240 V Aanbevolen max. zekering Vermogen Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann [kW] Type RK1 Type J Type T Type CC Type CC Type CC 0.25-0.37 KTN-R-05 JKS-05 JJN-05 FNQ-R-5 KTK-R-5 LP-CC-5 0.55-1.1 KTN-R-10 JKS-10...
Pagina 75
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 380-500 V Aanbevolen max. zekering Vermogen Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann [kW] Type RK1 Type J Type T Type CC Type CC Type CC 0.37-1.1 KTS-R-6 JKS-6 JJS-6 FNQ-R-6 KTK-R-6 LP-CC-6 1.5-2.2 KTS-R-10 JKS-10 JJS-10 FNQ-R-10...
Pagina 76
Specificaties VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding 525-600 V Aanbevolen max. zekering Vermo Ferraz Ferraz Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann SIBA Littelfuse Shawmut Shawmut Type RK1 Type J Type T Type CC Type CC Type CC Type RK1 Type RK1 [kW] Type RK1 0.75-1.1...