Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding pagina 48

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
3.2.7 1-3* Geav. Motordata
Parameters voor geavanceerde motorgegevens. Controleer
of de motorparameters parameter 1-30 Statorweerstand (Rs)
tot en met parameter 1-39 Motorpolen correct zijn ingesteld
3
3
voor de gebruikte motor. De standaardinstellingen zijn
gebaseerd op standaard motorwaarden. Als de motorpara-
meters niet juist zijn ingesteld, kan dit een storing van het
frequentieregelaarsysteem tot gevolg hebben. Als de
motorgegevens niet bekend zijn, wordt aangeraden om
een AMA (automatische aanpassing motorgegevens) uit te
voeren. Zie parameter 1-29 Autom. aanpassing motorgeg.
(AMA).
De parametergroepen 1-3* Geav. Motordata en 1-4* Geav.
Motordata II kunnen niet worden gewijzigd terwijl de
motor draait.
LET OP
Een eenvoudige methode voor het controleren van de
som van de waarden X
fase-fase te delen door sqrt(3) en deze waarde
vervolgens te delen door de nullaststroom. [VL-L/
sqrt(3)]/I
= X
NL
zijn belangrijk voor een juiste magnetisering van de
motor. Voor hoogpolige motoren wordt het ten zeerste
aanbevolen om deze controle uit te voeren.
P 1-30
I
1
R
s
U
1
Afbeelding 3.6 Motorequivalentiediagram van een
asynchrone motor
1-30 Statorweerstand (Rs)
Range:
Size
[ 0.0140 -
related
140.0000
*
Ohm]
46
VLT
+ X
is om de motorspanning
1
h
+ X
; zie Afbeelding 3.6. Deze waarden
1
h
P 1-34
P 1-33
X
X'
P 1-36
P 1-35
R
X
Fe
h
Functie:
Stel de weerstand van de statorwikkeling
in voor fase-common (sterpunt). Voer de
waarde in overeenkomstig het datablad
voor de motor of voer een AMA uit op
een koude motor.
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
®
AutomationDrive FC 301/302
1-30 Statorweerstand (Rs)
Range:
1-31 Rotorweerstand (Rr)
Range:
Size
[ 0.0100
related
-
*
100.0000
P 1-31
Ohm]
R'
r
Functie:
LET OP
Voor PM-motoren met uitspringende
magneten:
AMA is niet beschikbaar.
Wanneer alleen fase-fasegegevens
beschikbaar zijn, moet u de fase-
fasewaarde delen door 2 om de
waarde voor fase-common (sterpunt)
te verkrijgen. U kunt de waarde ook
meten met behulp van een
ohmmeter. Hierbij wordt ook
rekening gehouden met de
weerstand van de kabel. Deel de
gemeten waarde door 2 en voer het
resultaat in.
LET OP
De parameterwaarde wordt na elke
koppelkalibratie bijgewerkt als optie
[3] 1st start with store of optie [4]
Every start with store is geselecteerd
in parameter parameter 1-47 Torque
Calibration.
Functie:
LET OP
Parameter 1-31 Rotorweerstand (Rr)
heeft geen effect als
parameter 1-10 Motorconstructie is
ingesteld op [1] PM, niet-uitspr. SPM,
[5] Sync. Reluctance (Synchr.
reluctantie).
Stel met behulp van 1 van deze methoden
de rotorweerstandswaarde R
in om de
r
asprestaties verbeteren:
Voer een AMA uit op een koude
motor. De frequentieregelaar meet
de waarde van de motor. Alle
compensaties worden gereset op
100%.
Voer de R
-waarde handmatig in.
r
Vraag de waarde op bij de
leverancier van de motor.
Gebruik de standaardinstelling voor
R
. De frequentieregelaar bepaalt
r
de instelling op basis van de
gegevens van het motortype-
plaatje.
MG33MM10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave