Seriële interfaces van de MOVIDRIVE
4
MOVILINK
Vorming van het
blokcontroleteken
28
®
-protocol via RS485
De volgende tabel laat bijvoorbeeld de vorming van het blokcontroleteken voor een
cyclisch telegram van het PDU-type 5 met drie procesdatawoorden zien. Door de logi-
sche EXOR-koppeling van de tekens SD1...PD3
controleteken BCC. Dit blokcontroleteken wordt als laatste teken in het telegram ver-
zonden. Na ontvangst van de afzonderlijke tekens controleert de ontvanger de teken-
pariteit. Vervolgens wordt uit de ontvangen tekens SD1...PD3
staande schema het blokcontroleteken opgebouwd. Als het berekende en ontvangen
blokcontroleteken identiek zijn en er geen fout in de tekenpariteit aanwezig is, is het tele-
gram correct verzonden. Anders is er een fout in de overdracht.
SD1: 02 hex
ADR: 01 hex
TYP: 05 hex
PD1 high: 00 hex
PD1 low: 06 hex
PD2 high: 3A hex
PD2 low: 98 hex
PD3 high: 01 hex
PD3 low: F4 hex
Berekende BCC:
57 hex
AANWIJZING
De beschrijving van de procesdata en de structuur van het 8-byte parameterdata-
kanaal vindt u in het hoofdstuk "SEW-apparaatprofiel".
Handboek – MOVIDRIVE
®
B
ontstaat de waarde 57
low
1
0
0
0
0
0
0
EXOR
1
0
0
0
0
0
0
EXOR
0
0
0
0
0
0
1
EXOR
0
0
0
0
0
0
0
EXOR
0
0
0
0
0
0
1
EXOR
0
0
0
1
1
1
0
EXOR
1
1
0
0
1
1
0
EXOR
1
0
0
0
0
0
0
EXOR
1
1
1
1
1
0
1
1
0
1
0
1
0
1
®
MDX60B/61B Communicatie en veldbusapparaatprofiel
als blok-
hex
volgens het boven-
low
1
0
0
1
0
1
0
0
1
0
1
0
0
0
0
1
0
0
1
1
01494BNL