Inhoudsopgave 1 Algemene aanwijzingen..................6 Gebruik van de documentatie ................ 6 Opbouw van de veiligheidsaanwijzingen ............6 Garantieaanspraken ..................7 Beperking van aansprakelijkheid ..............7 Auteursrechtelijke opmerking................. 7 2 Veiligheidsaanwijzingen ..................8 Relevante documenten .................. 8 Algemene aanwijzingen bij bussystemen ............8 Veiligheidsfuncties ..................
Pagina 4
Inhoudsopgave Overige apparaatfuncties via de CAN-interfaces ......... 60 5.5.1 Gebruik van de CAN-interfaces voor het master-slavebedrijf ... 60 plus® 5.5.2 Gebruik van de CAN-interfaces in IPOS (afhankelijk van het profiel) ............... 61 plus® 5.5.3 Gebruik van de CAN-interfaces in IPOS (onafhankelijk van het profiel) ............
Pagina 5
Inhoudsopgave Communicatiemodus ................. 116 8.3.1 Overzicht ..................116 8.3.2 Communicatiemodus (online of offline) selecteren ......117 Communicatie serieel (RS485) via interface-omvormer ......118 8.4.1 Engineering via interface-omvormer (serieel) ......... 118 8.4.2 Interface-omvormer USB11A in bedrijf stellen ........ 118 8.4.3 Seriële communicatie configureren ..........121 8.4.4 Communicatieparameters serieel (RS485) ........
Algemene aanwijzingen Gebruik van de documentatie Algemene aanwijzingen Gebruik van de documentatie Deze documentatie maakt deel uit van het product en bevat belangrijke aanwijzingen voor het bedrijf en de service. De documentatie is geschreven voor alle personen die montage-, installatie-, inbedrijfstellings- en onderhoudswerkzaamheden aan het pro- duct uitvoeren.
Algemene aanwijzingen Garantieaanspraken Garantieaanspraken De naleving van de documentatie is een voorwaarde voor het storingsvrije bedrijf en de honorering van eventuele garantieaanspraken. Lees daarom eerst de documentatie, voordat u met het apparaat gaat werken! Controleer of het document beschikbaar en in goed leesbare toestand toegankelijk is voor personen die verantwoordelijk zijn voor de installatie en de werking ervan, alsook voor personen die zelfstandig aan de installatie werken.
Veiligheidsaanwijzingen Relevante documenten Veiligheidsaanwijzingen Relevante documenten De installatie en inbedrijfstelling mogen alleen worden uitgevoerd door elektrotechnisch geschoold personeel met inachtneming van de geldende veiligheidsvoorschriften en de ® technische handleiding MOVIDRIVE MDX60B/61B. Lees deze documenten zorgvuldig door, voordat u met de installatie en inbedrijfstelling ®...
Inleiding Inhoud van het handboek Inleiding Inhoud van het handboek Dit handboek geeft een beschrijving van de communicatie-interfaces van de applicatie- ® regelaar MOVIDRIVE MDX60B/61B: • twee seriële interfaces • twee CAN-interfaces, één daarvan via optiekaart DFC11B • afhankelijk van de ingebouwde optiekaart een veldbus- of ethernetinterface Behalve de aansluiting en de configuratieparameters wordt ook de uitwisseling van de ®...
Inleiding ® Communicatie-interfaces van de MOVIDRIVE Klem XT: RS485-interface voor de peer-to-peer-aansluiting van een programmeerapparaat (bijv. DBG60B of DOP11B) of van een interface-omvormer zoals de USB11A of UWS21B voor de aansluiting op een engineering-pc. X12: SBus 1 (CAN) voor de aansluiting ®...
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE Aansluiting en installatie RS485-interfaces ® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVIDRIVE B is standaard uitgerust met twee aparte, seriële RS485-interfaces: • insteekplaats XT • klem X13:10 en X13:11 ® Telegrammen, die via een seriële interface van MOVIDRIVE B ontvangen worden, worden niet via de andere seriële interface doorgestuurd.
Pagina 13
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE Aansluiting en installatie RS485-interfaces • Interface-omvormer UWS21B (RS485-signalen [1] naar RS232-signalen [2]) MOVIDRIVE ® MDX60/61B COM 1-99 UWS21B 64306AXX ® Met behulp van de optie UWS21B kan een MOVIDRIVE B voorzien worden van een potentiaalvrije RS232-interface.
Pagina 14
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE Aansluiting en installatie RS485-interfaces • Bedieningspaneel DOP11B ® DOP11B MOVIDRIVE PCS21A 64282AXX AANWIJZING De opties DBG60B, UWS21B en USB11A worden op insteekplaats XT aangesloten. Zij kunnen niet tegelijkertijd gebruikt worden. Potentiaal- • De seriële interface XT is niet potentiaalgescheiden. Deze mag alleen voor een scheiding peer-to-peer-verbinding gebruikt worden.
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE Aansluiting en installatie RS485-interfaces 4.1.2 Aansluiting via klem X13:10 en X13:11 Via de klemmen X13:10 en X13:11 wordt nog een RS485-interface ter beschikking ® gesteld. Door middel van deze RS485-interface kunnen meerdere MOVIDRIVE apparaten aan elkaar gekoppeld worden. Tegelijkertijd kunnen de andere opties aange- sloten worden.
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE Aansluiting en installatie RS485-interfaces AANWIJZINGEN • Let er bij de onderlinge verbinding van de apparaten op dat er altijd slechts één master (bijv. DOP11B, engineering-pc) aangesloten en actief is. • Het gelijktijdige bedrijf van meerdere masters op één RS485-netwerk met SEW- ®...
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE Configuratieparameters van de seriële interfaces Configuratieparameters van de seriële interfaces Met de volgende parameters wordt de communicatie via beide seriële interfaces inge- steld. De fabrieksinstelling van de afzonderlijke parameters is onderstreept. Parameter Naam Instelling Betekenis TERMINALS RS485...
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -protocol via RS485 ® MOVILINK -protocol via RS485 4.3.1 Overdrachtsmethode Er wordt een asynchrone seriële overdrachtsmehode toegepast die door de algemeen gebruikelijke UART-functies van de digitale techniek wordt ondersteund. Hiermee kan ® het MOVILINK -protocol op vrijwel alle besturingen en mastermodules worden geïm- plementeerd.
Pagina 19
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -protocol via RS485 Vertragingstijd van De periode tussen het versturen van de tekens van een request-telegram moet kleiner het teken zijn dan de startpauze (d.w.z. maximaal 3,43 ms). Anders is het telegram niet geldig. RS485-time- Het maximaal toelaatbare tijdsinterval tussen twee cyclische request-telegrammen ®...
Pagina 20
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -protocol via RS485 Verwerking van de De regelaar verwerkt alleen foutloos ontvangen en juist geadresseerde request-tele- request-/response- grammen. De volgende fouten in de ontvangst worden herkend: telegrammen • pariteitsfouten • fouten in het tekenframe •...
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -protocol via RS485 4.3.2 Telegrammen Telegramverkeer In de aandrijftechniek wordt zowel de cyclische als de acyclische data-uitwisseling gebruikt. Voor automatiseringsopdrachten worden vooral bij de aansturing van de aan- drijving via de seriële interface cyclische telegrammen gebruikt. Daarbij moet het mas- terstation voor de cyclische data-uitwisseling zorgen.
Pagina 22
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -protocol via RS485 Structuur request- De volgende afbeelding laat de structuur van het request-telegram zien dat de master telegram naar de regelaar stuurt. Elk telegram begint met een rusttijd (idle time) op de bus, de zgn.
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -protocol via RS485 4.3.3 Adressering en overdrachtsmethode Adresbyte (ADR) Over het algemeen geeft de adresbyte, onafhankelijk van de datarichting, het slave- adres aan. Zo geeft de aanduiding ADR in een request-telegram het adres van de rege- laar aan die de opdracht moet ontvangen.
Pagina 24
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -protocol via RS485 Groepsadresse- Elke regelaar heeft behalve zijn individuele adres nog een instelbaar groepsadres. ring (multicast) Daardoor kan de gebruiker verschillende deelnemers groeperen en de individuele deel- nemers van een groep gelijktijdig aanspreken via het groepsadres. Bij de groepsadres- sering ontvangt de master geen response-telegram terug, d.w.z.
Pagina 25
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -protocol via RS485 Oproep-adres Met het broadcast-adres 255 kan een oproep naar alle regelaardeelnemers doorge- (broadcast) geven worden. Het door de master met het broadcast-adres 255 verstuurde request- telegram wordt door alle regelaars ontvangen, maar niet beantwoord. Op deze manier dient deze adresseringsvariant in eerste instantie voor de overdracht van setpoints.
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -protocol via RS485 4.3.4 Structuur en lengte van de gebruikersdata PDU-type (TYP) De TYP-byte beschrijft de structuur en lengte van de volgende gebruikersdata (Protocol Data Unit PDU). De volgende afbeelding laat de structuur van de TYP-byte zien: ...Idle...
Pagina 27
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -protocol via RS485 De volgende afbeelding laat de structuur van een request-telegram met de standaard- PDU-typen zien. Het bijbehorende response-telegram heeft met uitzondering van het startteken SD2 dezelfde structuur..Idle... SD1 ADR TYP TYP 1/129 TYP 3/131 TYP 5/133...
Pagina 28
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -protocol via RS485 Vorming van het De volgende tabel laat bijvoorbeeld de vorming van het blokcontroleteken voor een blokcontroleteken cyclisch telegram van het PDU-type 5 met drie procesdatawoorden zien. Door de logi- sche EXOR-koppeling van de tekens SD1...PD3 ontstaat de waarde 57 als blok-...
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de RS485-interfaces Overige apparaatfuncties via de RS485-interfaces Naast de uitwisseling van proces- en parameterdata tussen pc, programmeerapparaat ® en MOVIDRIVE B kunnen de RS485-interfaces gebruikt worden voor de volgende extra functies: •...
Pagina 30
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de RS485-interfaces AANWIJZING P811 RS485 group address moet bij de master en de slave op dezelfde waarde worden ingesteld. Bij het master-slavebedrijf via de RS485-interface P811 RS485 group address op een waarde groter dan 100 instellen. Als het gebruik van slave-setpoints ®...
Pagina 31
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de RS485-interfaces Overzicht van de functies bij master-slavebedrijf Master Slave P700 Operating P100 Setpoint P700 Operating P750 Slave setpoint Functie mode 1 source mode 1 Toerentalsynchroniteit: SPEED (RS485+SBus1) VFC & GROUP VFC &...
Pagina 32
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de RS485-interfaces Toerental- Het actuele toerental van de master wordt aan de slave overgedragen. Instelling van de synchroniteit toerentalverhouding met P751 Scaling slave setpoint bij de slave-regelaar. P324 Slip compensation 1 / P334 Slip compensation 2 van de slave op de instelwaarde bij de inbe- drijfstelling laten staan.
® Seriële interfaces van de MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de RS485-interfaces Koppelregeling De slave-regelaar krijgt direct het koppelsetpoint (de waarde van de toerentalregelaar) van de master. Hierdoor kan bijv. ook een lastverdeling van betere kwaliteit verkregen worden. Indien de aandrijfconfiguratie dit mogelijk maakt, heeft deze instelling de voor- keur boven de lastverdeling.
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE Aansluiting en installatie CAN ® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVIDRIVE B is standaard uitgerust met twee CAN-interfaces (SBus): ® • CAN 1 (SBus 1), aansluiting via X12 op het MOVIDRIVE B-basisapparaat • CAN 2 (SBus 2), aansluiting via X30 en X31 op de optiekaart DFC11B Beide CAN-interfaces zijn in overeenstemming met de CAN-specificatie 2.0 A en B, maar gebruiken alleen 11-bits identifiers (COB-ID 0 –...
Pagina 35
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE Aansluiting en installatie CAN Aansluitschema Besturingskop Besturingskop Besturingskop S 11 S 11 S 11 Systeembus Systeembus S 12 S 12 S 12 Afsluitweerstand Afsluitweerstand Afsluitweerstand S 13 S 13 S 13 S 14 S 14 S 14 ON OFF ON OFF...
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE Aansluiting en installatie CAN AANWIJZINGEN ® • Om de belasting door interrupts voor de MOVIDRIVE B te begrenzen mogen de twee CAN-interfaces niet met 1000 kBaud gebruikt worden. Als de ene CAN-interface met 1000 kBaud gebruikt wordt, moet de andere CAN- interface op 125 kBaud ingesteld worden.
Pagina 37
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE Aansluiting en installatie CAN Kabel- • Gebruik een 2 x 2-aderige, getwiste en afgeschermde koperen kabel (datacommu- specificatie CAN nicatiekabel met afscherming van gevlochten koperdraad). De kabel moet aan de volgende specificaties voldoen: – kabeldoorsnede 0,25 - 0,75 mm (AWG 23 - AWG 19) –...
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE Configuratieparameters van de CAN-interfaces Configuratieparameters van de CAN-interfaces Voor de communicatie via de CAN-interfaces moeten de volgende parameters insteld worden: Parameter Naam Instelling Betekenis 100 Setpoint source SBus 1/2 De regelaar krijgt zijn setpoint van de SBus. De regelaar krijgt zijn besturingscommando’s 101 Control signal source SBus 1/2...
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -profiel via CAN ® MOVILINK -profiel via CAN ® Het MOVILINK -profiel via CAN (SBus) is een applicatieprofiel van SEW-EURODRIVE dat speciaal afgestemd is op SEW-regelaars. Dit hoofdstuk helpt u bij de diagnose en het maken van eigen applicaties.
Pagina 40
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -profiel via CAN Opbouw van Onderstaande tabel laat de samenhang zien tussen telegramsoort en adres bij de struc- de identifier tuur van de identifier voor SBus-MOVILINK-telegrammen: Identifier Telegramtype 8 × SBus-adres + 3 Telegram procesuitgangsdata (PO) 8 ×...
Pagina 41
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -profiel via CAN Procesdata- De procesdatatelegrammen bestaan uit een procesuitgangs- en een procesingangs- telegrammen datatelegram. Het procesuitgangsdatatelegram wordt door de master naar een slave voor 3 proces- gestuurd en bevat de setpoints voor de slave. Het procesingangsdatatelegram wordt datawoorden door de slave naar de master verzonden en bevat de actuele waarden van de slave.
Pagina 42
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -profiel via CAN Groepsproces- Het groepsprocesdatatelegram wordt door de master naar één of meerdere slaves met datatelegram hetzelfde SBus-groepsadres verzonden. Het heeft dezelfde structuur als het procesuit- voor 3 proces- gangsdatatelegram. Met dit telegram kunnen meerdere slaves, die hetzelfde SBus- datawoorden groepsadres hebben, van dezelfde setpoints worden voorzien.
Pagina 43
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -profiel via CAN Fragmentation Type: Fragmentation Type Betekenis Eerste fragment Middelste fragment Laatste fragment De "Fragmentation Count" begint bij "0" en wordt bij elk fragment met een verhoogd. Procedure Eerst worden alle fragmenten van de master naar de slave gestuurd. Als de slave de overdracht geaccepteerd heeft, zendt hij net zo veel gefragmenteerde procesdata terug als hij ontvangen heeft.
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE ® MOVILINK -profiel via CAN Bij de parametertelegrammen wordt eveneens onderscheid gemaakt tussen synchrone en asynchrone telegrammen. Synchrone parametertelegrammen worden binnen het interval van 5 milliseconden beantwoord. Hierbij wordt het response-telegram in de eerste milliseconde verzonden. Asynchrone parametertelegrammen worden onafhan- kelijk van het interval verzonden.
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN Volgorde van de Aan de hand van het voorbeeld van de WRITE-SYNC-instructie wordt een parametre- ® parametrering ringsvolgorde tussen de besturing en applicatieregelaar via SBus-MOVILINK weerge- bij CAN geven (zie volgende afbeelding). Ter vereenvoudiging van de procedure wordt in afbeel- ding 16 alleen de managementbyte van het parametertelegram weergegeven.
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN ® MOVIDRIVE B slaat alle parameters niet-vluchtig op de geheugenkaart op, d.w.z. ook de instellingen van het CANopen Communication-bereik (CANopen-index 0x1000 – 0x1FFF) worden bij herinschakeling op de laatst ingestelde waarde gezet. Met de NMT-instructie "Reset_Communication"...
Pagina 47
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN De toestanden van het apparaat kunnen steeds door middel van zogenoemde NMT- instructies gewisseld worden. Mogelijke commando's zijn: • Node_Start-indicatie [6] • Node_Stop-indicatie [7] • Enter_Pre-Operational_State-indicatie [8] • Reset_Node-indicatie [10] Met dit commando wordt de complete regelaar gereset, d.w.z. een regelaarfout wordt bevestigd en in de objectenlijst in het CANopen-communicatiebereik (0x1000 tot 0x1FFF) worden de standaardinstellingen actief.
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN 5.4.2 Uitwisseling van procesdata ® MOVIDRIVE B kan via CANopen maximaal tien procesingangsdatawoorden (PI-data) versturen en maximaal tien procesuitgangsdatawoorden ontvangen. De tien procesda- tawoorden kunnen via de CANopen-mapping aan verschillende PDO's worden toege- wezen.
Pagina 49
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN AANWIJZINGEN Volg de onderstaande aanwijzingen op: ® • Bij MOVIDRIVE B zijn voor het aanvragen van TX-PDO's geen 29-bits COB-ID's en ook geen RTR-telegrammen toegestaan. Bij de PDO-COB-ID's moeten bit 29 en bit 28 - 11 daarom altijd "0"...
Pagina 50
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN Voor elke RX-PDO kan uit verschillende overdrachtsmodi ("transmission modes") gekozen worden: • Synchroon (waarde 0 – 240): Bij de ontvangst van de volgende SYNC-puls (ongeacht of de waarde 0 is of 240) ®...
Pagina 51
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN Mapping van de In de RX-PDO 1 – 3 kunnen alleen de tien objecten uit index 2020 (PO1 – 10). procesdata in de Een PDO kan maximaal vier van deze 16-bits waarden bevatten. CANopen-PDO's Naam Index (hex)
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN 5.4.3 SYNC-object Met het SYNC-object kunnen de procesdata van meerdere PDO's consistent met elkaar ® en op een gedefinieerd tijdstip in de procesdatabuffer van de MOVIDRIVE B worden overgenomen of verzonden. De PDO's die met het SYNC-object gesynchroniseerd moeten worden, moeten allemaal in de overdrachtsmodus 0 –...
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN 5.4.4 Het Emergency-object ® MOVIDRIVE B verzendt het Emergency-object altijd eenmalig als er een fout herkend wordt of als deze fout niet meer aanwezig is. Bij de volgende fouten verzendt ® MOVIDRIVE B een Emergency-object.
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN 5.4.5 Heartbeat en Lifetime ® Heartbeat en Over het algemeen geldt dat een MOVIDRIVE B-knooppunt ofwel het Heartbeat- Lifetime protocol gebruikt of het Lifetime-protocol. Het gecombineerde bedrijf is in geen geval mogelijk. Lifetime De CANopen-besturing stuurt een Nodeguarding-object met een geactiveerde RTR-bit ®...
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN 5.4.6 Parametertoegang via SDO ® MOVIDRIVE B ondersteunt één SDO-kanaal. De COB-ID's voor dit SDO-kanaal zijn vastgelegd. Voor de RX-SDO is de COB-ID "600 + CANopen-slave-adres" en voor de TX-SDO is de COB-ID "580 + CANopen-slave-adres".
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN De managementbyte wordt gedetailleerd beschreven in het hoofdstuk "SEW-apparaat- profiel". Bij een fout wordt met "Abort-SDO" een "general error" gemeld; de precieze ® MOVILINK -foutcode kan dan van parameter 0x2067 gelezen worden. Voorbeeld 1: de maximaal mogelijke waarde (instructie "read maximum", 0x35) voor de index 0x2116 (integrator omhoog rechtsom) moet door de regelaar bepaald worden.
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN 5.4.8 Overige apparaateigenschappen in het CANopen-profiel • De master/slave-functionaliteit is niet meer beschikbaar onder het CANopen-profiel, ® maar alleen met het MOVILINK -profiel via SBus. • De keuze van het communicatieprofiel CANopen via SBus beïnvloedt ook de plus®...
Pagina 58
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN Index Subindex Functie Toegang Type Mappable Standaardwaarde RX-PDO1 mapping parameter 1600 no. of entries UNSIGNED8 1600 1. Mapping UNSIGNED32 20200110hex 1600 2. Mapping UNSIGNED32 20200210hex 1600 3. Mapping UNSIGNED32 20200310hex 1600 4. Mapping UNSIGNED32 RX-PDO2 mapping parameter 1601...
Pagina 59
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE CANopen-profiel via CAN Index Subindex Functie Toegang Type Mappable Standaardwaarde TX-PDO3 mapping parameter 1A02 no. of entries UNSIGNED8 1A02 1. Mapping UNSIGNED32 20210710hex 1A02 2. Mapping UNSIGNED32 20210810hex 1A02 3. Mapping UNSIGNED32 20210910hex 1A02 4. Mapping UNSIGNED32 20210A10hex Process data for mapping...
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de CAN-interfaces Overige apparaatfuncties via de CAN-interfaces Naast de uitwisseling van proces- en parameterdata tussen de besturing en ® MOVIDRIVE B kunnen de CAN-interfaces voor andere extra functies gebruikt worden, plus® bijv. IPOS -, master-slavebedrijf of interne synchroonloop (ISYNC).
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de CAN-interfaces plus® 5.5.2 Gebruik van de CAN-interfaces in IPOS (afhankelijk van het profiel) ® plus® In de in MOVIDRIVE B geïntegreerde positioneer- en volgordebesturing IPOS • kan met de commando's GETSYS PO data en SETSYS PI data directe toegang verkregen worden tot de via SBus overgedragen procesdata.
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de CAN-interfaces plus® 5.5.3 Gebruik van de CAN-interfaces in IPOS (onafhankelijk van het profiel) Om een open CAN-businterface te creëren worden variabelen-telegrammen ingevoerd. Met de variabelen-telegrammen kan de identifier, waarmee de telegrammen worden verzonden, vrij gekozen worden en worden de 8 byte data op de CAN-bus voor de inhoud van twee variabelen gebruikt.
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de CAN-interfaces 5.5.4 Gebruik van de CAN-interfaces voor de geïntegreerde synchroonloop (ISYNC via SBus) AANWIJZING ® Uitvoerige informatie vindt u in het handboek "MOVIDRIVE MDX61B Interne syn- chroonloop". Als naast de synchronisatie van meerdere assen ook een koppeling aan een overkoe- pelende besturing via veldbus/SBus tot stand gebracht moet worden, is het raadzaam ®...
Pagina 64
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de CAN-interfaces B. De masterpositie van de master wordt ontvangen en in een H-variabele opgeslagen. plus® Het telegram wordt met het commando _SBusCommDef in de IPOS ingesteld: Structuur Element Instelling ObjectNo Zie 1A SCREC Format 4 (4 byte, Motorola-formaat)
Pagina 65
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de CAN-interfaces 5. Overige aandachtspunten A. Als de interne synchroonloop via SBus uitgevoerd wordt, moeten alle (op 1 C na), op deze SBus aangesloten apparaten naar hetzelfde synchronisatietelegram (zie 1 B) gesynchroniseerd zijn. De volgende apparaten kunnen niet gesynchroniseerd worden en mogen daarom niet aangesloten worden: –...
Pagina 66
® CAN-interfaces van de MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de CAN-interfaces ® 6. Instellingen in MOVITOOLS MotionStudio 12111AEN 12112AEN ® In de parametergroepen P88x en P89x moeten voor MOVIDRIVE B de volgende parameters in acht genomen worden: • P880/P890 SBus protocol 1/2 ®...
® Veldbusinterfaces via optiekaart voor MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via de CAN-interfaces ® Veldbusinterfaces via optiekaart voor MOVIDRIVE ® Met behulp van een veldbusoptiekaart kan MOVIDRIVE MDX61B (niet MDX60B) uit- gerust worden voor de koppeling aan de volgende bussystemen: • DFP21B voor PROFIBUS DP •...
® Veldbusinterfaces via optiekaart voor MOVIDRIVE ® Inbouw van een veldbusoptiekaart in MOVIDRIVE MDX61B ® Inbouw van een veldbusoptiekaart in MOVIDRIVE MDX61B AANWIJZINGEN ® • Alleen SEW-EURODRIVE mag opties in de MOVIDRIVE MDX61B, bouw- grootte 0, in- of uitbouwen. ® •...
® Veldbusinterfaces via optiekaart voor MOVIDRIVE ® Inbouw van een veldbusoptiekaart in MOVIDRIVE MDX61B 6.1.1 Voordat u begint Neem de volgende aanwijzingen in acht, voordat u met de in- of uitbouw van de optiekaart begint: • Maak de regelaar spanningsloos. Schakel de DC 24V-voeding en de netspanning uit.
® Veldbusinterfaces via optiekaart voor MOVIDRIVE ® Inbouw van een veldbusoptiekaart in MOVIDRIVE MDX61B 6.1.2 Basisprocedure bij de in- en uitbouw van een optiekaart (MDX61B, BG 1 – 6) 60039AXX 1. Draai de beide bevestigingsboutjes van de optiekaarthouder los. Trek de optiekaart- houder gelijkmatig (niet kantelen!) uit de insteekplaats.
® Veldbusinterfaces via optiekaart voor MOVIDRIVE Parameters voor de configuratie van de communicatie via veldbusoptie Parameters voor de configuratie van de communicatie via veldbusoptie De volgende parameters dienen naast de DIP-switches op de veldbusoptiekaarten voor de configuratie van de communicatie. De fabrieksinstelling van de afzonderlijke parame- ters is onderstreept.
Pagina 72
® Veldbusinterfaces via optiekaart voor MOVIDRIVE Parameters voor de configuratie van de communicatie via veldbusoptie Parameter Naam Instelling Betekenis Met P819 wordt de bewakingstijd voor de data- overdracht via de geïmplementeerde veldbus (DFx) ingesteld. Als gedurende de in P819 ingestelde tijd geen dataverkeer via de veldbus ®...
® Veldbusinterfaces via optiekaart voor MOVIDRIVE Toegang tot proces- en parameterdata via veldbus Toegang tot proces- en parameterdata via veldbus De toegang tot proces- en parameterdata is sterk afhankelijk van het bussysteem en de gebruikte besturing. Voor de meeste bussystemen geldt dat er maximaal tien procesingangsdatawoorden (PI) met elk 16 bits naar de besturing en maximaal tien procesuitgangsdatawoorden ®...
® Veldbusinterfaces via optiekaart voor MOVIDRIVE Overige apparaatfuncties via veldbusoptiekaart De engineeringtoegang via de besturing en de veldbus wordt beschreven in de desbe- treffende handboeken bij de veldbusopties. 6.4.4 Diagnose via webserver De veldbusopties voor Industrial Ethernet (DFE32B en DFE33B) hebben een web- server, waarmee via Ethernet op eenvoudige wijze toegang verkregen kan worden tot ®...
SEW-apparaatprofiel Overige apparaatfuncties via veldbusoptiekaart SEW-apparaatprofiel ® Via de communicatie-interfaces biedt MOVIDRIVE digitale toegang tot alle aandrijfpa- rameters en functies. De applicatieregelaar wordt via de snelle cyclische procesdata aangestuurd. Naast het instellen van setpoints, zoals toerental, integratortijd voor acce- leratie en deceleratie enz., kunt u via dit procesdatakanaal verschillende aandrijffunc- ties, zoals vrijgave, regelaarblokkering, stop, snelstop enz., uitvoeren.
SEW-apparaatprofiel Procesdata Procesdata Met het begrip procesdata (PD) worden alle tijdkritische (real-time) data van een proces bedoeld die snel verwerkt of doorgestuurd moeten worden. Zij worden gekenmerkt door een hoge dynamiek en actualiteit. Procesdata zijn bijvoorbeeld de setpoints en actuele waarden van de applicatieregelaar, maar ook periferietoestanden van eindschakelaars.
Pagina 77
SEW-apparaatprofiel Procesdata VOORZICHTIG! Om veiligheidstechnische redenen moet de applicatieregelaar voor de besturing via de procesdata bovendien altijd vrijgegeven worden op de klemmen. Daarom moeten de klemmen zo aangesloten of geprogrammeerd worden dat de regelaar vrijgegeven wordt via de binaire ingangen. De eenvoudigste manier om de applicatieregelaar op de klemmen vrij te geven, is door op binaire ingang DI00 (functie /CONTROLLER INHIBIT) een +24V-signaal te zetten en de binaire ingangen DI01 tot DI07 op NO FUNCTION te programmeren.
SEW-apparaatprofiel Procesdataconfiguratie Procesdataconfiguratie ® De applicatieregelaar MOVIDRIVE kan aangestuurd worden via de communicatie- interfaces met 1 tot 10 (bij RS485 met 1 tot 3) procesdatawoorden. Het aantal proces- ingangsdata (PI) en procesuitgangsdata (PO) is hierbij identiek. PA 1 PA 2 PA 3 PE 2 PE 3...
SEW-apparaatprofiel Procesdatabeschrijving Procesdatabeschrijving De procesdatabeschrijving definieert de inhoud van de procesdata die overgedragen moeten worden. Alle procesdatawoorden kunnen individueel bezet worden door de gebruiker. Voor de definitie van de eerste drie procesdatawoorden kunt u de volgende zes veld- busparameters gebruiken: •...
Pagina 80
SEW-apparaatprofiel Procesdatabeschrijving Bezetting Betekenis Schalering NO FUNCTION De instelling NO FUNCTION heeft tot gevolg dat de applicatiere- gelaar dit procesuitgangsdatawoord niet gebruikt voor de verwer- king van setpoints. De inhoud van het op NO FUNCTION geprogrammeerde procesuitgangsdatawoord wordt genegeerd, hoewel de besturing evt. een reëel setpoint voorschrijft via het veldbussysteem.
Pagina 81
SEW-apparaatprofiel Procesdatabeschrijving Bezetting Betekenis Schalering SLIP Met de instelling SLIP interpreteert de applicatieregelaar 1 digit = 0.2 / min ® MOVIDRIVE het overgedragen procesuitgangsdatawoord als waarde voor de slipcompensatie. Door de slipcompensatie via de veldbus in te stellen worden de parameters P324 Slip compensation 1 en P334 Slip compensa- tion 2 automatisch gedeactiveerd.
Pagina 82
SEW-apparaatprofiel Procesdatabeschrijving Speciale gevallen Door de afzonderlijke instelling van de procesuitgangsdatabeschrijving zijn er vele com- van PO-data- binaties mogelijk die echter niet allemaal technisch zinvol zijn. verwerking Naast de procesuitgangsdata worden over het algemeen de digitale ingangsklemmen ® en, in speciale gevallen, het analoge setpoint van de applicatieregelaar MOVIDRIVE gebruikt.
Pagina 83
SEW-apparaatprofiel Procesdatabeschrijving PO-/PI-data- De procesingangsdata van de regelaar (actuele waarden, informatie over de toestanden verwerking enz.) kunnen via alle communicatie-interfaces van de regelaar gelezen worden en zijn dus niet aan de stuur- en setpointbron gekoppeld. RS485 VELDBUS Systeembus 1 Systeembus 2 PO 1 PO 1 PO 1...
Pagina 84
SEW-apparaatprofiel Procesdatabeschrijving Beschrijving De parameters Actual value description PI1 – PI3 definiëren de inhoud van de proces- actuele waarde ingangsdatawoorden die van de applicatieregelaar naar het overkoepelende automati- van de PI-data seringsapparaat overgedragen worden (zie volgende afbeelding). Elk procesdatawoord wordt met een eigen parameter gedefinieerd, zodat voor de beschrijving van de proces- ingangsdata drie parameters nodig zijn.
Pagina 85
SEW-apparaatprofiel Procesdatabeschrijving Bezetting Betekenis Schalering SPEED [%] Met de instelling SPEED [%] stuurt de applicatieregelaar de 4000 actuele relatieve toerentalwaarde met de eenheid % n / P302 = 100% n terug naar het overkoepelende automatiseringssysteem. IPOS PI-DATA Met de instelling IPOS PI (IPOS Process Input Data) kan via Er kunnen drie de procesingangsdata een individuele actuele waarde van het woorden met elk...
Pagina 86
SEW-apparaatprofiel Procesdatabeschrijving Bij correct aangesloten motoren komen positieve toerentalwaarden overeen met de draairichting CW; bij hijswerktoepassingen komen zijn overeen met de draairichting CW = UP. VOORZICHTIG! Consistente behandeling van de beide procesuitgangsdatawoorden voor posities. Mogelijke gevolgen: de servoregelaar zou ongedefinieerde posities aanlopen, omdat bijvoorbeeld het oude positiesetpoint Low en het nieuwe positiesetpoint High tegelijker- tijd geldig worden! Let er bij de behandeling van de positiesetpoints in het applicatieprogramma van het...
SEW-apparaatprofiel Volgordebesturing Volgordebesturing 7.4.1 Stuurwoorddefinitie Het stuurwoord heeft een breedte van 16 bits. Aan elke bit is een functie van de appli- catieregelaar toegewezen. De Low-byte bestaat uit acht functiebits met een vaste defi- nitie die altijd geldig zijn. De toewijzing van de meest significante stuurbits varieert al naargelang de verschillende stuurwoorden.
SEW-apparaatprofiel Volgordebesturing 7.4.2 Koppeling van de veiligheidsrelevante besturingscommando's Over het algemeen kunnen de besturingscommando's • CONTROLLER INHIBIT • RAPID STOP / STOP • STOP • HOLD CONTROL • ENABLE plus® via de ingestelde stuurbron, de binaire ingangen en door het IPOS -besturingspro- gramma tegelijkertijd geactiveerd worden.
SEW-apparaatprofiel Volgordebesturing Om veiligheidstechnische redenen is het basisstuurblok zo gedefinieerd dat de applica- tieregelaar met de stuurwoordinstelling 0000 de toestand No enable inneemt, omdat alle gebruikelijke veldbusmastersystemen in geval van een fout de uitgangen gedefini- eerd op 0000 resetten! De applicatieregelaar voert in dat geval een snelstop uit en activeert vervolgens de mechanische rem.
Pagina 90
SEW-apparaatprofiel Volgordebesturing Besturingscom- Met het besturingscommando Stop laat u de applicatieregelaar een deceleratie uit- mando "Stop" voeren. Als de procesintegrator via het veldbussysteem wordt overgedragen, gebruikt dit besturingscommando de actueel ingestelde integratorwaarde als integrator voor de deceleratie. Anders gebruikt de applicatieregelaar voor dit besturingscommando, afhan- kelijk van de ingestelde parameter- en integratorset, de typische integrator Omlaag.
SEW-apparaatprofiel Volgordebesturing 7.4.4 Stuurwoord 1 Naast de belangrijkste aandrijffuncties van het basisstuurblok in de significantere byte bevat stuurwoord 1 functiebits voor interne setpointfuncties die in de applicatieregelaar ® MOVIDRIVE gegenereerd worden. Functie Toewijzing Regelaarblokkering "1" / vrijgave "0" Vrijgave "1" / snelstop "0" Vrijgave "1"...
SEW-apparaatprofiel Volgordebesturing 7.4.5 Stuurwoord 2 Stuurwoord 2 bevat functiebits voor de belangrijkste aandrijffuncties in het basisstuur- blok, in het significantere deel de virtuele ingangsklemmen. Hierbij gaat het om vrij pro- grammeerbare ingangsklemmen die echter vanwege de ontbrekende hardware (optie- kaarten) fysiek niet beschikbaar zijn. Deze ingangsklemmen worden zo op de virtuele ingangsklemmen van de veldbus afgebeeld.
SEW-apparaatprofiel Volgordebesturing 7.4.6 Statuswoorddefinitie Het statuswoord heeft een breedte van 16 bits. De minder significante byte, het zoge- noemde basisstatusblok, bestaat uit acht vast gedefinieerde toestandbits die de belang- rijkste aandrijftoestanden vertegenwoordigen. De toewijzing van de significantere sta- tusbits varieert al naargelang de verschillende stuurwoorden. Basisstatusblok Het basisstatusblok van het statuswoord bevat toestandinformatie die voor vrijwel alle aandrijftoepassingen nodig zijn.
SEW-apparaatprofiel Volgordebesturing Storing/ Met bit 5 in het statuswoord meldt de applicatieregelaar een evt. opgetreden storing of waarschuwing waarschuwing. Een storing heeft in principe tot gevolg dat de applicatieregelaar niet meer bedrijfsgereed is. Een waarschuwing kan echter tijdelijk optreden zonder het bedrijfsgedrag van de applicatieregelaar te beïnvloeden.
SEW-apparaatprofiel Volgordebesturing 7.4.8 Statuswoord 2 Naast de toestandinformatie in het basisstatusblok bevat statuswoord 2 in de significan- tere statusbyte de virtuele ingangsklemmen DO10 – DO17. Door de programmering van de klemfuncties voor de uitgangsklemmen kunnen zo alle gebruikelijke signalen via het veldbussysteem verwerkt worden.
SEW-apparaatprofiel Volgordebesturing 7.4.9 Statuswoord 3 plus® Naast de toestandinformatie in het basisstatusblok bevat statuswoord 3 de IPOS statusmeldingen voor positioneertoepassingen. In de meest significante statusbyte wordt ofwel de unit status of het fault number weergegeven. Afhankelijk van de sto- ringsbit wordt bij storingsbit = 0 de apparaattoestand resp. in geval van een storing (storingsbit = 1) het foutnummer weergegeven.
SEW-apparaatprofiel Volgordebesturing 7.4.10 Foutnummer en apparaatstatus AANWIJZING In de parameterlijst voor de firmware van uw apparaten vindt u een actuele lijst met foutnummers en apparaattoestanden. Meer informatie vindt u in de technische hand- ® leiding en in het systeemhandboek MOVIDRIVE MDX60B/61B.
Pagina 98
SEW-apparaatprofiel Volgordebesturing Foutnummer De foutcode wordt in een 7-segments display weergegeven, waarbij het volgende indi- (foutcode) catiepatroon wordt aangehouden (bijv. foutcode 100): Knippert, ca. 1 s Display uit, ca. 0,2 s Honderdtallen (indien beschikbaar), ca. 1 s Display uit, ca. 0,2 s Tientallen, ca.
SEW-apparaatprofiel Bewakingsfuncties Bewakingsfuncties ® Voor het beveiligde bedrijf van de applicatieregelaar MOVIDRIVE via de communi- catie-interfaces zijn extra bewakingsfuncties geïmplementeerd die bijvoorbeeld in het geval van een busfout een door de gebruiker instelbare aandrijffunctie activeren. Voor elke communicatie-interface zijn er twee zelfstandige parameters. •...
Pagina 100
SEW-apparaatprofiel Bewakingsfuncties De time-outbewaking is zinvol voor alle communicatie-interfaces, maar kan aanzienlijk variëren tussen de afzonderlijke bussystemen. Parameter Fieldbus timeout interval Waardenbereik Eenheid Seconden Bereik 0.01 s tot 650.00 s in stappen van 10 ms Speciaal geval 0 of 650.00 = Fieldbus timeout uitgeschakeld Fabrieksinstelling 0.5 s AANWIJZING...
SEW-apparaatprofiel Parametrering van de regelaar Parametrering van de regelaar De toegang tot de aandrijfparameters van de regelaar vindt meestal plaats via de bus- specifieke READ- en WRITE-instructies. Bij alle bussystemen kunnen via het ® MOVILINK -parameterkanaal extra instructies uitgevoerd worden. Dit parameterkanaal is beschikbaar bij alle bussystemen en wordt hieronder toegelicht.
SEW-apparaatprofiel Parametrering van de regelaar ® 7.6.1 Structuur van het MOVILINK -parameterkanaal ® Het MOVILINK -parameterkanaal geeft onafhankelijk van het soort bus toegang tot alle aandrijfparameters van de applicatieregelaar. Binnen dit parameterkanaal staan spe- ciale instructies ter beschikking om verschillende parametergegevens te kunnen lezen. Het bestaat in principe uit een managementbyte, een gereserveerde byte, een index- woord en vier databytes.
Pagina 103
SEW-apparaatprofiel Parametrering van de regelaar Bit 6 is de handshakebit. Deze heeft al naargelang het bussysteem een andere betekenis: • Als de handshakebit gezet is (= 1) wordt het response-telegram bij SBus 1 (CAN) pas na het synchronisatiebericht verzonden (zie hoofdstuk 5.3.2). •...
Pagina 104
SEW-apparaatprofiel Parametrering van de regelaar Read default Met deze instructie kan de fabrieksinstelling (default) van een aandrijfparameter bepaald worden. De codering verloopt op dezelfde manier als de parameterwaarde. Read scale Met deze instructie kan de schalering van een parameter bepaald worden. Daarbij geeft de regelaar een zogenoemde grootte-index en omrekeningsindex terug.
SEW-apparaatprofiel Parametrering van de regelaar Read attribute Met deze instructie kunnen de toegangsattributen en de index van de volgende para- meter gelezen worden. De volgende tabel laat de codering van de data voor deze para- meterinstructie zien. Byte 4 Byte 5 Byte 6 Byte 7 MSB-data...
SEW-apparaatprofiel Parametrering van de regelaar 7.6.2 Returncodes van de parametrering Bij onjuiste parametrering worden door de applicatieregelaar verschillende returncodes aan de parametrerende master teruggegeven, die gedetailleerd uitsluitsel over de oor- zaak van de fout geven. In het algemeen zijn deze returncodes volgens EN 50170 gestructureerd opgebouwd.
Pagina 107
SEW-apparaatprofiel Parametrering van de regelaar Additional-Code De Additional-Code bevat de SEW-specifieke returncodes voor de onjuiste parametre- ring van de applicatieregelaars. Zij worden onder Error class 8 = Other error naar de master teruggestuurd. De onderstaande tabel laat alle mogelijke coderingen voor de Additional-Code zien.
Pagina 108
SEW-apparaatprofiel Parametrering van de regelaar ® MOVILINK Additional-Code Error-Class High Beschrijving 0x00 No Error 0x10 Illegal Index 0x11 Not yet implemented 0x12 Read only 0x13 Parameter Blocking 0x14 Setup runs 0x15 Value too large 0x16 Value too small 0x17 Required Hardware does not exist 0x18 Internal Error 0x19...
SEW-apparaatprofiel Parametrering van de regelaar 7.6.3 Voorbeeld: lezen van een parameter (READ) Een parameter wordt via de communicatie-interfaces gelezen met de lees-aanvraag (read request) automatiseringsapparaat applicatieregelaar ® MOVIDRIVE (zie volgende afbeelding). SERVER CLIENT 1. Lees-aanvraag (bijv. lees-integrator t11 up CW = Index 8470) Read- Request Read-Indication...
SEW-apparaatprofiel Parametrering van de regelaar Aangezien het om een leesinstructie gaat, worden de verzonden databytes (byte 4 – 7) en de datalengte (in de managementbyte) genegeerd; zij hoeven daarom niet te worden ingesteld. De regelaar bewerkt nu de Read-instructie en geeft met het gelijkzetten van de hand- shakebit de instructiebevestiging terug.
Pagina 111
SEW-apparaatprofiel Parametrering van de regelaar Als de schrijfinstructie niet uitgevoerd kan worden in de applicatieregelaar (omdat er bijv. verkeerde parameterdata overgedragen werden), wordt dit in een negatief ant- woord (negative write response) teruggemeld aan het automatiseringsapparaat. Het automatiseringsapparaat krijgt zo een negatieve bevestiging (write error confirmation) met een gedetailleerde omschrijving van de fout.
Pagina 112
SEW-apparaatprofiel Parametrering van de regelaar Met het voorbeeld van de WRITE-instructie moet aan de hand van de volgende afbeel- ding een parametreringsprocedure tussen besturing en regelaar via een cyclisch PDU-type gemaakt worden. Ter vereenvoudiging van de procedure wordt alleen de managementbyte van het parameterkanaal beschreven.
SEW-apparaatprofiel Aanwijzingen voor de parametrering Aanwijzingen voor de parametrering ® Door de applicatieregelaar MOVIDRIVE via het veldbussysteem te parametreren kunt u over het algemeen alle aandrijfparameters bereiken. Aangezien enkele aandrijfpara- meters echter direct samenhangen met de communicatie via het veldbussysteem, moet u de volgende aanwijzingen voor de parametrering in acht nemen.
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio ® Over MOVITOOLS MotionStudio ® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio ® Over MOVITOOLS MotionStudio 8.1.1 Taken Met dit softwarepakket kunt u de volgende taken consistent uitvoeren: • communicatie met de apparaten tot stand brengen •...
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Eerste stappen Eerste stappen 8.2.1 Software starten en project aanlegen ® Ga als volgt te werk om MOVITOOLS MotionStudio te starten en een project aan te leggen: ® ® 1. Start MOVITOOLS MotionStudio in het WINDOWS -startmenu onder het volgende pad: "Start\Programme\SEW\MOVITOOLS-MotionStudio\MOVITOOLS-MotionStudio"...
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatiemodus Communicatiemodus 8.3.1 Overzicht ® MOVITOOLS MotionStudio maakt onderscheid tussen de communicatiemodi "Online" en "Offline". De communicatiemodus bepaalt u zelf. Afhankelijk van de geselecteerde communica- tiemodus worden er apparaatspecifieke offline-tools of online-tools aangeboden. De volgende afbeelding laat de twee soorten tools zien: Offline-Tool Online-Tool 64335AXX...
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatiemodus AANWIJZING De communicatiemodus "Online" is GEEN terugmelding dat u momenteel verbonden bent met het apparaat of dat het apparaat gereed is voor communicatie. • Neem de paragraaf "Cyclische bereikbaarheidstest instellen" in de online-hulp (of ®...
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatie serieel (RS485) via interface-omvormer Communicatie serieel (RS485) via interface-omvormer 8.4.1 Engineering via interface-omvormer (serieel) Aangezien uw apparaat de communicatie-optie "Serieel" ondersteunt, kunt u voor de engineering een geschikte interface-omvormer gebruiken. De interface-omvormer is extra hardware die u bij SEW-EURODRIVE kunt kopen. Hiermee kunt u een verbinding tot stand brengen tussen uw engineering-pc en de over- eenkomstige communicatie-optie van het apparaat.
Pagina 119
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatie serieel (RS485) via interface-omvormer USB11A op De afbeelding laat zien hoe de interface-omvormer USB11A [2] via insteekplaats XT [3] ® ® MOVIDRIVE met MOVIDRIVE B [4] en de pc [1] verbonden is. aansluiten 64340AXX [1] Pc [2] USB11A met twee aansluitkabels (bij de levering inbegrepen)
Pagina 120
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatie serieel (RS485) via interface-omvormer Drivers De drivers voor de interface-omvormer USB11A worden geïnstalleerd bij de installatie ® installeren van de MOVITOOLS MotionStudio. Dat geldt ook voor de driver voor de COM-omzet- ting. Voorwaarde ist dat de interface-omvormer met uw pc verbonden was, terwijl u ®...
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatie serieel (RS485) via interface-omvormer 8.4.3 Seriële communicatie configureren Voorwaarde is een seriële verbinding tussen uw pc en de apparaten die u wilt configu- reren. Dat bereikt u bijvoorbeeld met de interface-omvormer USB11A. Ga als volgt te werk om de seriële communicatie te configureren: 1.
Pagina 122
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatie serieel (RS485) via interface-omvormer 3. Druk op de knop [Edit] [3] in het rechterdeel van het venster "Configure communica- tion plugs". Hierdoor worden de instellingen van het communicatietype "Serial" weergegeven. 12078AEN 4. Wijzig zo nodig de vooraf ingestelde communicatieparameters onder de tabbladen [Basic settings] en [Extended settings].
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatie serieel (RS485) via interface-omvormer 8.4.4 Communicatieparameters serieel (RS485) De volgende tabel beschrijft de [Basic setting] voor het communicatiekanaal Serial (RS485): Communicatieparameter Beschrijving Aanwijzing COM port Seriële poort waarmee de interface- • Als hier geen waarde ingevoerd omvormer verbonden is.
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatie SBus (CAN) via interface-omvormer Communicatie SBus (CAN) via interface-omvormer 8.5.1 Engineering via interface-omvormer (SBus) Aangezien uw apparaat de communicatie-optie "SBus" ondersteunt, kunt u voor de engineering een geschikte interface-omvormer gebruiken. De interface-omvormer is extra hardware die u bij SEW-EURODRIVE kunt kopen. Hiermee kunt u een verbinding tot stand brengen tussen uw engineering-pc en de over- eenkomstige communicatie-optie van het apparaat.
Pagina 125
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatie SBus (CAN) via interface-omvormer ® USB-CAN- De aansluiting via de CAN-interfaces van de MOVIDRIVE B wordt beschreven in het ® interface op hoofdstuk "CAN-interfaces van de MOVIDRIVE B". het apparaat aansluiten De afbeelding laat zien hoe de USB-CAN-interface [2] van SEW-EURODRIVE via de ®...
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatie SBus (CAN) via interface-omvormer 8.5.3 Communicatie via SBus configureren Voorwaarde is een SBus-verbinding tussen uw pc en de apparaten die u wilt configu- reren. Dat bereikt u met een USB-CAN-interface. Ga als volgt te werk om een seriële verbinding te configureren: 1.
Pagina 127
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatie SBus (CAN) via interface-omvormer 3. Druk op de knop [Edit] [3] in het rechterdeel van het venster "Configure communica- tion plugs". 12113ADE Hierdoor worden de instellingen van het communicatietype "SBus" weergegeven. 4. Wijzig zo nodig de vooraf ingestelde communicatieparameters onder de tabbladen [Basic settings] en [Extended settings].
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Communicatie SBus (CAN) via interface-omvormer 8.5.4 Communicatieparameters voor SBus De volgende tabel beschrijft de [Basic setting] voor het communicatiekanaal SBus: Communicatieparameter Beschrijving Aanwijzing Baud rate Overdrachtssnelheid waarmee de • Instelbare waarden (toege- aangesloten pc via het communica- stane totale kabellengte): tiekanaal communiceert met het –...
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio plus Communicatie via ethernet, veldbus of SBUS plus Communicatie via ethernet, veldbus of SBUS 8.6.1 Apparaat via ethernet met de pc verbinden plus De engineeringtoegang via ethernet, veldbusopties of SBUS wordt uitvoerig beschreven in de desbetreffende handboeken bij de veldbusoptiekaarten. Functies met de apparaten uitvoeren 8.7.1 Apparaten parametreren in de parameterboom...
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Functies met de apparaten uitvoeren 5. Klap de "parameterboom" tot het gewenste knooppunt open. 12079AEN 6. Klik tweemaal om een bepaalde groep apparaatparameters weer te geven. 7. Druk op Enter om de numerieke waarden die u in de invoervelden gewijzigd heeft, te bevestigen.
® Bedrijf van de MOVITOOLS MotionStudio Busmonitor 8.7.4 Apparaatinterne scope ® Met het apparaatinterne scope-geheugen van de MOVIDRIVE kunnen apparaattoe- standen en het verloop van procesdata geregistreerd en vervolgens weergegeven worden voor een gedetailleerde diagnose op de pc. Meer informatie vindt u in de online- ®...
Busdiagnose Controle van de parametrering Busdiagnose ® De applicatieregelaar MOVIDRIVE biedt uitgebreide diagnose-informatie voor het bus- bedrijf. Naast de beschrijvingsparameters van de procesdata hoort ook het menubereik P090 - P099 met de parameters voor de busdiagnose bij deze diagnosemogelijkheden. Met deze parameters kan de communicatie zelfs via DBG60B eenvoudig gediagnosti- ceerd worden.
Pagina 133
Busdiagnose Controle van de parametrering De volgende afbeelding geeft een overzicht van de communicatieparameters van de ® MOVIDRIVE VELDBUS Systeembus 1/2 RS485 Instelling van de busparameters 880/890 CAN profile op de veldbusoptiekaart 881/891 SBus address 1/2 78x IP parameters 882/892 SBus group address 1/2 819 Fieldbus timeout interval 810 RS485 address 883/893 SBus timeout interval 1/2...
Busdiagnose Diagnose van de procesingangs- en -uitgangsdata Diagnose van de procesingangs- en -uitgangsdata Na het instellen van de communicatieparameters moeten de procesdata, die van en naar de besturing worden overgedragen, gecontroleerd worden. Hierbij dient vooral op de juiste bytevolgorde ("Motorola" of "Intel"), het uniforme getalformaat (decimaal of hexadecimaal) en de telwijze van de bits in een byte of woord (bit 0 –...
Busdiagnose Diagnosemogelijkheden voor de RS485-communicatie Diagnosemogelijkheden voor de RS485-communicatie ® In geval van functieproblemen van de MOVIDRIVE bij communicatie via de RS485- interfaces controleert u eerst alle parameters die de RS485-interfaces betreffen. Als de parameters P100 en P101 op "RS485" zijn ingesteld, kunnen de overgedragen actuele waarden via de parameters P094 - P099 bekeken worden.
Pagina 136
Busdiagnose Diagnosemogelijkheden voor de RS485-communicatie • MoviTele (mttele) MoviTele is een testprogramma waarmee afzonderlijke proces- of parameterdatate- legrammen verzonden kunnen worden. Het overeenkomstige antwoord van het apparaat wordt dan decimaal of hexadecimaal weergegeven. De COM-poort wordt via het menu [Setting] / [Communication ports] vastgelegd, de baudrate is vast inge- steld op 9600 baud.
Busdiagnose Diagnosemogelijkheden voor de CAN-communicatie Diagnosemogelijkheden voor de CAN-communicatie ® In geval van functieproblemen van de MOVIDRIVE bij communicatie via de CAN-inter- faces controleert u eerst alle parameters die deze interfaces betreffen. Als de parameters P100 en P101 op "SBus1/SBus2" zijn ingesteld, kunnen de overge- dragen setpoints en actuele waarden via de parameters P094 –...
Pagina 138
Busdiagnose Diagnosemogelijkheden voor de CAN-communicatie ® Softwaretools Voor het testen en diagnosticeren van de communicatie via CAN zijn in MOVITOOLS MotionStudio de volgende softwaretools geïntegreerd. De diagnose-pc wordt hiervoor ® via een pc-CAN-interface (zie hoofdstuk "MOVITOOLS via SBus") op een CAN-net- werk aangesloten.
Busdiagnose Diagnosemogelijkheden voor de communicatie via veldbusoptiekaart • Bij een periode [5] van 0 ms wordt een telegram verzonden door op de spatiebalk te drukken. Bij perioden > 0 ms stuurt PCAN-View de telegrammen automatisch in de aangegeven cyclus. Niet elke Windows-versie kan een periode van minder dan 10 ms goed doorsturen.
Index Index Aansluiting en installatie RS485-interfaces Emergency-object kabels afschermen en leggen ......16 COB-ID van het Emergency-object ..... 53 Aanwijzingen voor de parametrering fabrieksinstelling .........113 Foutnummer (foutcode) ........98 parameterblokkering ........113 toestand CONTROLLER INHIBIT ....113 Groepsparametertelegram ......... 44 Adressering en overdrachtsmethode Groepsprocesdatatelegram .......
Pagina 141
Index Procesdatabeschrijving Volgordebesturing beschrijving actuele waarde van de statuswoord 1, statuswoord 1 ...... 94 procesingangsdata ......84 statuswoord 2, statuswoord 2 ...... 95 schalering van de procesdata ......85 statuswoord 3, statuswoord 3 ...... 96 setpointbeschrijving statuswoorddefinitie ........93 van de procesuitgangsdata (PO-data) ...79 stuurwoord 1, stuurwoord 1 ......
Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service Hoe we de wereld in beweging houden Met mensen die snel en goed denken en samen Met een service die Met veel knowhow Met compromisloze met u werken aan de wereldwijd onder Met aandrijvingen en besturingen van de belangrijkste kwaliteit die een storingvrij toekomst.