Bit 6 is de handshakebit. Deze heeft al naargelang het bussysteem een andere
betekenis:
•
•
Statusbit 7 geeft aan of de instructie juist kon worden uitgevoerd of onjuist was.
Response
Het antwoord (response) op een parametreeraanvraag (request) is als volgt opge-
bouwd:
•
•
Beschrijving van
Via de bits 0 - 3 van de managementbyte worden de afzonderlijke parameterinstructies
de parameter-
gedefinieerd. De volgende parameterinstructies worden ondersteund door MOVIMOT
instructies
No service
Deze codering geeft aan dat er geen parameterinstructie aanwezig is.
Read parameter
Met deze parameterinstructie wordt een aandrijfparameter gelezen.
Write parameter
Met deze parameterinstructie wordt een niet-vluchtige aandrijfparameter geschreven.
De geschreven parameterwaarde wordt niet-vluchtig (bijv. in een EEPROM) opge-
slagen. Deze instructie kan niet voor cyclische schrijfopdrachten gebruikt worden,
omdat de geheugenblokken slechts een beperkt aantal schrijfcycli toestaan.
Write parameter
Met deze parameterinstructie wordt een aandrijfparameter vluchtig geschreven, voor
volatile
zover de parameter dit toestaat. De geschreven parameterwaarde wordt slechts
vluchtig in de RAM van de regelaar opgeslagen en gaat bij het uitschakelen van de rege-
laar verloren. Nadat de regelaar opnieuw ingeschakeld is, staat de laatste met Write
Parameter geschreven waarde weer ter beschikking.
Read minimum
Met deze instructie kan de kleinste instelbare waarde (minimum) van een aandrijfpara-
meter bepaald worden. De codering verloopt op dezelfde manier als de parameter-
waarde.
Read maximum
Met deze instructie kan de grootste instelbare waarde (maximum) van een aandrijfpa-
rameter bepaald worden. De codering verloopt op dezelfde manier als de parameter-
waarde.
®
Handboek – MOVIDRIVE
Als de handshakebit gezet is (= 1) wordt het response-telegram bij SBus 1 (CAN) pas
na het synchronisatiebericht verzonden (zie hoofdstuk 5.3.2).
Als bij RS485 en de veldbus de cyclische overdrachtsvariant gebruikt wordt dient de
handshakebit als bevestigingsbit tussen client en server. Aangezien het parameter-
kanaal in deze variant cyclisch, evt. met de procesdata, overgedragen wordt, moet
de instructie-uitvoering in de regelaar flankgestuurd met handshakebit 6 verricht
worden. Hiervoor wordt de waarde van deze bit voor elke nieuw uit te voeren
instructie gewijzigd (getoggled). De regelaar signaleert met de handshakebit of de
instructie uitgevoerd is of niet. De instructie is uitgevoerd als de ontvangen hand-
shakebit in de besturing gelijk is aan de verzonden handshakebit.
De managementbyte van het response-telegram is opgebouwd zoals in het request-
telegram.
De statusbit geeft aan of de instructie succesvol uitgevoerd is:
– Als de statusbit "0" is, bevatten byte 4 tot 7 van het response-telegram de aange-
vraagde data.
– Als de statusbit "1" is, wordt in het databereik (byte 4 tot 7) een foutcode terugge-
meld (zie paragraaf "Onjuiste instructie-uitvoering").
MDX60B/61B Communicatie en veldbusapparaatprofiel
SEW-apparaatprofiel
Parametrering van de regelaar
7
®
.
103