Advertenties
Nr./pos.
23
24
25
26
27
28
A
B
C
D
E
F
G
H
I
17.12.2
Beschrijving van het pneumatische werkingsprincipe
De beademingseenheid bestaat uit 9 pneumatische modules.
De module gasmengsel en -dosering (A) levert de tijdvariabele flow van een
gasmengsel met instelbare hoeveelheden O
gastoevoersysteem stroomt de beademingseenheid binnen via de gasinlaat voor
O
en Air (1, 2). Twee terugslagventielen (3, 4) voorkomen dat er gas terugstroomt
2
naar de toevoerleiding van het andere gas. Het mengen van het gas vindt plaats in
de tank (7) en wordt geregeld door de twee regelventielen (5, 6). De geleverde
inspiratieflow wordt geregeld via een derde regelventiel (8).
De module inspiratieventiel (B) bestaat uit het inspiratieventiel (9) en twee
terugslagventielen (10, 11). Tijdens normaal gebruik is het inspiratieventiel gesloten
zodat de inspiratoire flow van de module gasmengsel en -dosering terechtkomt bij
de patiënt (12). Tijdens andere bedrijfsmodi, bijv. als het apparaat in standby-
modus staat, is het inspiratieventiel open en is spontane inspiratie via het
noodbeademingsventiel (11) mogelijk. Wanneer het expiratieventiel (13) is
geblokkeerd, biedt het noodexpiratieventiel (10) een tweede expiratiekanaal.
De module expiratieventiel (C) bestaat uit het expiratieventiel (13) en een
terugslagventiel (14). Het expiratieventiel is een proportioneel ventiel en wordt
gebruikt om de druk in het beademingssysteem te regelen. Samen met het
veerbelaste ventiel van de noodexpiratie-uitlaat (10), voorkomt het terugslagventiel
(14) pendelademen tijdens de spontane ademhaling. De expiratoire flowsensor
(D, 15) meet de expiratoire flow volgens het meetprincipe van de hittedraad-
anemometrie. Derhalve is de gemeten flow een massaflow (NTPD).
De modules inspiratieventiel, expiratieventiel en expiratoire flowsensor kunnen voor
reiniging worden losgekoppeld van de beademingseenheid.
Voor het omzetten van massaflow naar volumeflow (BTPS) moet de
omgevingsdruk bekend zijn. De omgevingsdruk wordt gemeten met de
barometrische druksensor (E, 16).
|
Gebruiksaanwijzing
Omschrijving
Air-drukverlager
O
-drukverlager
2
Vernevelaar-mengventiel
Vernevelaar-omschakelventiel
CO
-sensor
2
Neoflowsensor (afhankelijk van de patiëntcategorie)
Module gasmengsel en -dosering
Module inspiratieventiel
Module expiratieventiel
Expiratoire flowsensor
Barometrische druksensor
Module drukmeting
Module kalibratie
O
-sensor
2
Module medicamentenverneveling
Evita V800 / V600 SW 2.n
Werkingsprincipe
en Air. Gas van het centrale
2
353
Advertenties
