Advertenties
Werkingsprincipe
Volumegecontroleerde beademing
Het teugvolume van de opgelegde beademingsslagen wordt bepaald door het
volume VT. De lengte van de opgelegde beademingsslagen wordt bepaald door de
inspiratietijd Ti. De druktoename wordt bepaald door de inspiratoire flow Insp. flow.
Als de inspiratoire flow zo hoog is dat het ingestelde teugvolume wordt bereikt
voordat de ingestelde inspiratietijd Ti volledig is verstreken, zal er een inspiratoire
pauze optreden.
Als de lekkagecompensatie wordt geactiveerd, verhoogt het apparaat de
inspiratoire flow om het ingestelde volume ondanks lekkages toe te passen.
In de patiëntcategorie Neonaat is deze modus alleen beschikbaar als AutoFlow is
geactiveerd. In de patiëntcategorie Neonaat kan de beademingsmodus VC-MMV
niet worden geselecteerd met non-invasieve beademing.
MMV lijkt op SIMV, hoewel de opgelegde beademingsslagen alleen worden
toegediend als de spontane ademhaling niet toereikend is en onder de
voorgeschreven minimale beademing valt. Neemt de spontane ademhaling toe,
dan worden er minder opgelegde beademingsslagen toegediend. De minimale
beademing wordt bepaald door de instelling van het teugvolume VT en de
ademfrequentie RR.
Het maximum aantal opgelegde beademingsslagen wordt bepaald door de
ademfrequentie RR. Dit aantal wordt echter alleen toegediend als er sprake is van
onvoldoende spontane ademhaling.
Pressure Support
Tijdens spontane ademhaling op het PEEP-niveau kan de patiënt Pressure Support
krijgen van PS. Elke inspiratoire inspanning van de patiënt die voldoet aan de
triggercriteria brengt een drukondersteunde beademing voort. Door het
triggerniveau in te stellen, worden de inspiratoire inspanningen van de patiënt
gesynchroniseerd. Het tijdstip, het aantal en de duur van de drukondersteunde
beademingen wordt bepaald door de spontane ademhaling van de patiënt.
Zoals in alle drukgecontroleerde beademingsmodi is het toegediende teugvolume
afhankelijk van het drukverschil "Psupp – PEEP", de longmechanica (weerstand en
compliantie) en de ademinspanning van de patiënt. De druktoename van het
onderste drukniveau PEEP naar het bovenste drukniveau Psupp wordt bepaald
door de instelling Ramp.
De Pressure Support wordt beëindigd zodra de inspiratoire flow onder een bepaald
aandeel van de inspiratoire piekflow zakt.
Het aandeel van de inspiratoire piekflow kan worden aangepast met de instelling
Insp einde. Als de instelling Insp einde niet is geconfigureerd, bedraagt het
aandeel 25 % in de patiëntcategorie Volwassen en 15 % in de patiëntcategorieën
Pediatrische patiënt en Neonaat.
De Pressure Support wordt ook beëindigd zodra de duur van de ondersteuning de
maximale inspiratietijd heeft bereikt. Voor geïntubeerde patiënten is de maximale
inspiratietijd beperkt tot 4 seconden in de patiëntcategorie Volwassen en tot
1,5 seconden in de patiëntcategorieën Pediatrische patiënt en Neonaat. In geval
van non-invasieve beademing is de maximale inspiratietijd beperkt tot 130 % van
de inspiratietijd Ti (maximaal 4 seconden) in de patiëntcategorie Volwassen en tot
130 % van de inspiratietijd Ti (maximaal 1,5 seconden) in de patiëntcategorie
Pediatrische patiënt.
306
|
Gebruiksaanwijzing
Evita V800 / V600 SW 2.n
Advertenties
