16.6
Bewaking (vervolg)
Beademingsfrequentie
Alarm bij alarmbovengrens
Instelbereik
Bewaking van het ademteugvolume
Alarm bij alarmbovengrens
Instelbereik
Volwassenen
Pediatrische patiënten
Neonaten
Alarmconditie
Alarm bij alarmondergrens
Instelbereik
Alarmconditie
Volwassenen
Pediatrische patiënten
Neonaten
Apneu-alarmtijd
Alarm
Instelbereik
Disconnectie-alarmtijd
Instelbereik
|
Gebruiksaanwijzing
Evita V800 / V600 SW 2.n
RR
Als de ademfrequentie (machinale en spontane
beademingen) is overschreden
5 tot 200 /min, Uit
VT
Als het toegediende teugvolume de bovenste
alarmgrens overschrijdt, zal de inspiratie wor-
den afgebroken en wordt het expiratieventiel
geopend
110 tot 3100 mL, uit
21 tot 3100 mL, uit
3 tot 3100 mL, uit
Als het toegediende inspiratoire teugvolume de
bovenste alarmgrens overschrijdt gedurende
drie opeenvolgende beademingen
Als er geen bronchiaal toilet wordt uitgevoerd.
Het alarmcriterium wordt opnieuw geëvalueerd
tijdens de postoxygenatie.
Als het ingestelde teugvolume niet is toege-
diend
1 tot 2900 mL, Uit
Als het toegediende inspiratoire teugvolume
onder de onderste alarmgrens komt gedurende
vijf opeenvolgende beademingen
Als het toegediende inspiratoire teugvolume
onder de onderste alarmgrens komt gedurende
vijf opeenvolgende beademingen
Als het toegediende inspiratoire teugvolume
onder de onderste alarmgrens komt gedurende
acht opeenvolgende beademingen
Tapn
Als er geen ademactiviteit is waargenomen
5 tot 60 seconden, Uit
Tdiscon
0 tot 60 seconden
Technische gegevens
281