Advertenties
12.11.5
De interfaces configureren
U kunt de communicatie-instellingen configureren om verbinding te maken met een
netwerk en het uitwisselen van gegevens met andere apparaten mogelijk te maken.
De aansluitingen bevinden zich aan de achterzijde van de weergave-eenheid.
Dialoogvenster Systeemconfiguratie > Systeem > Interfaces
Omschrijving
LAN
COM
Meer informatie
In het servicemenu kan een vertragingstijd worden geconfigureerd voor alarmen
die wijzen op een mislukte MEDIBUS-communicatie.
12.11.6
Het gebruikerswachtwoord wijzigen
Het gebruikerswachtwoord moet worden ingevoerd om de dialoogpagina
Systeemconfiguratie > Systeem > Wachtwoord te openen. Als het wachtwoord
opnieuw moet worden ingesteld, neem dan contact op met het servicepersoneel.
1. Voer het actuele wachtwoord in op de regel Oud wachtwoord. Bevestig met
OK.
2. Voer het nieuwe wachtwoord in op de regel Nieuw wachtwoord. Bevestig met
OK.
3. Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in op de regel Bevestig wachtwoord.
Bevestig met OK.
4. Tik op de toets Toepassen. Bevestig met de draaiknop.
|
Gebruiksaanwijzing
DHCP
IP-adres
Subnet-masker
Gateway
COM 1
COM 2
COM 3
Protocol
Baudrate
Pariteit
Evita V800 / V600 SW 2.n
Beschrijving
Het gebruik van LAN-poorten is alleen toegestaan
voor onderhoudsdoeleinden. U moet parameters
instellen om verbinding met een netwerk te kunnen
maken.
Als de instellingen van de netwerkparameters moe-
ten worden gewijzigd, moet het protocol worden uit-
geschakeld.
De toegangsgegevens voor de netwerkparameters
invoeren.
Nadat alle instellingen zijn voltooid, tikt u op de toets
Toepassen. Schakel het protocol weer in.
Gegevensuitwisseling vindt plaats via de seriële
poorten met MEDIBUS-ondersteunende weerga-
veapparaten, zoals een patiëntbewakingsmonitor of
een patiëntgegevensbeheersysteem.
De volgende communicatieprotocollen zijn beschik-
baar:
– MEDIBUS.X
– MED.X Comp
– MEDIBUS
4800, 9600, 19200, 38400
Geen, Even, Oneven
Configuratie
215
Advertenties
