Werkingsprincipe
Het teugvolume VT blijft constant bij de aanwezige plateaudruk Pplat. Het apparaat
beperkt de druk door de inspiratoire flow te verlagen als de ingestelde waarde voor
Pmax is bereikt.
Als het teugvolume VT niet langer kan worden toegepast met de geselecteerde
druk Pmax, bijv. vanwege een gereduceerde compliantie, wordt de alarmmelding
met lage prioriteit Teugvolume niet bereikt, Pmax actief gegenereerd.
17.1.3
VC-AC beademingsmodus
VC: Volume Control, AC: Assist Control
Geassisteerd-gecontroleerde, volumegecontroleerde beademing met vaste
inspiratoire flow en backup-ademfrequentie
Paw
PEEP
Flow
Volumegecontroleerde beademing
Het teugvolume van de opgelegde beademingsslagen wordt bepaald door het
volume VT. De lengte van de opgelegde beademingsslagen wordt bepaald door de
inspiratietijd Ti. De druktoename wordt bepaald door de inspiratoire flow Insp. flow.
Als de inspiratoire flow zo hoog is dat het ingestelde teugvolume wordt bereikt
voordat de ingestelde inspiratietijd Ti volledig is verstreken, zal er een inspiratoire
pauze optreden. Als de lekkagecompensatie wordt geactiveerd, verhoogt het
apparaat de inspiratoire flow om het ingestelde volume ondanks lekkages toe te
passen.
In de patiëntcategorie Neonaat is deze modus alleen beschikbaar als AutoFlow is
geactiveerd. In de patiëntcategorie Neonaat kan de beademingsmodus VC-AC niet
worden geselecteerd met non-invasieve beademing.
Geassisteerd-gecontroleerde beademing
Elke inspiratoire inspanning van de patiënt vanaf het PEEP-niveau zet een
gesynchroniseerde opgelegde beademingsslag in werking. Dus wordt de tijd van en
het aantal opgelegde beademingsslagen bepaald door de patiënt. Het
triggervenster bestrijkt de expiratietijd min een refractaire periode voor de
voorafgaande expiratie. De expiratietijd wordt bepaald door de ademfrequentie RR
en de inspiratietijd Ti. Een niet-gesynchroniseerde opgelegde beademingsslag
304
Pplat
Ti
Te
RR
Insp. flow
|
Gebruiksaanwijzing
Pmax
Evita V800 / V600 SW 2.n