Drukbegrenzing
De therapie-instelling Pmax wordt geactiveerd wanneer de gebruiker de bovenste
alarmgrens voor de luchtwegdruk aan de therapie-instelling Pmax koppelt. Het
apparaat kan de drukpiek vermijden door middel van de drukbegrenzing Pmax en
zo voldoen aan het ingestelde teugvolume VT.
Het teugvolume VT blijft constant bij de aanwezige plateaudruk Pplat. Het apparaat
beperkt de druk door de inspiratoire flow te verlagen als de ingestelde waarde voor
Pmax is bereikt.
Als het teugvolume VT niet langer kan worden toegepast met de geselecteerde
druk Pmax, bijv. vanwege een gereduceerde compliantie, wordt de alarmmelding
met lage prioriteit Teugvolume niet bereikt, Pmax actief gegenereerd.
17.1.5
PC-CMV beademingsmodus
PC: Pressure Control, CMV: Controlled Mandatory Ventilation
Continue drukgecontroleerde beademing met toegestane spontane ademhaling
(open systeem) gedurende de gehele ademcyclus
Paw
PEEP
Flow
Drukgecontroleerde beademing
Het bovenste drukniveau wordt bepaald door de inspiratiedruk Pinsp. De lengte
van de opgelegde beademingsslagen wordt bepaald door de inspiratietijd Ti. Zoals
in alle drukgecontroleerde beademingsmodi is het toegediende teugvolume
afhankelijk van het drukverschil "Pinsp – PEEP", de longmechanica (weerstand en
compliantie) en de ademinspanning van de patiënt. De druktoename van het
onderste drukniveau PEEP naar het bovenste drukniveau Pinsp wordt bepaald
door de instelling Ramp.
De opgelegde beademingsslagen zijn tijdgestuurd en worden niet in werking gezet
door de patiënt. Het aantal opgelegde beademingsslagen wordt bepaald door de
ademfrequentie RR.
|
Gebruiksaanwijzing
Pinsp
Ti
RR
Evita V800 / V600 SW 2.n
Werkingsprincipe
307