Technische gegevens
Alarmmelding
Minuutvolume laag
16.10.3
Het beademingscircuit en de patiëntaansluiting bewaken
Alarmmelding
Disconnectie gedetecteerd
Lekkage
290
Omschrijving/detectie
Het alarm wordt in de volgende gevallen niet gegenereerd:
– 2 minuten na het verlaten van de standby-modus
– 2 minuten na activeren van de flowbewaking
– 2 minuten na het kalibreren van de proximale flowsensor
– Tijdens en 2 minuten na het uitzuigen
– Tijdens en 2 minuten na de Low-flow-PV-loop-manoeuvre
– Tijdens en 2 minuten na de Handmatige disconnectie-manoeu-
vre
Omschrijving/detectie
De disconnectie-bewaking controleert of de ademhalingen een
bepaald drukniveau bereiken. Dit drukniveau wordt afgeleid van de
geselecteerde beademingsinstellingen. De alarmgrens wordt afgeleid
van de ingestelde waarden van de beademing.
Onder de typische beademingsomstandigheden die in de norm
ISO 80601-2-12:2020 (tabel 201.102) worden beschreven, treedt het
alarm 1 tot 8 seconden na een loskoppeling in werking. De maximale
technische instelbereiken voor beademingsparameters (bijv.
RR ,= 0,5 /min of PEEP = 0 mbar) kunnen resulteren in de volgende
maximale alarmtijd: 2 x (Ti + Te) + 10 s.
De detectie van een loskoppeling kan worden belemmerd als de
weerstand van de patiënten-interface (bijv. de buisjes) zeer groot is.
Tijdens een drukgecontroleerde beademing wordt het alarm geacti-
veerd wanneer de luchtwegdruk lager is dan het onderste drukniveau
plus 50 % van het drukverschil tussen het bovenste en onderste
drukniveau.
Tijdens een beademing met Pressure Support wordt het alarm geacti-
veerd wanneer de luchtwegdruk lager is dan het onderste drukniveau
plus 30 % van het drukverschil tussen het bovenste en onderste
drukniveau.
Tijdens het beademen met behulp van AutoFlow, volumegarantie of
volumeondersteuning bedraagt de grens 50 % van het drukverschil
tussen het bovenste drukniveau en het onderste drukniveau, actueel
berekend door het apparaat.
De disconnectie-bewaking geeft geen alarm af als een voldoende
grote expiratie is gedetecteerd.
In geval van een uitzonderlijke inspiratoire flow bij de actuele lucht-
wegdruk, wordt een disconnectie als gevolg van uitzonderlijk inspira-
tievolume gedetecteerd. Dit volume hangt af van de patiëntcategorie:
– 4,5 L in de patiëntcategorie Volwassen
– 1,5 L in de patiëntcategorie Pediatrische patiënt
– 0,5 L in de patiëntcategorie Neonaat
Lekkages worden gecontroleerd in de patiëntcategorieën Volwassen
en Pediatrische patiënt. De alarmgrens is ingesteld op 55 % van de
relatieve lekkage. Lekkage tijdens NIV wordt niet bewaakt.
Gebruiksaanwijzing
|
Evita V800 / V600 SW 2.n