16.4
Getoonde meetwaarden (vervolg)
Gemiddelde beademingsdruk
Minimale beademingsdruk
Onderste drukniveau in APRV
Eind-inspiratoire druk voor opgelegde beade-
mingsslagen
Bovenste drukniveau in APRV
Intrinsieke PEEP (bepaald via PEEPi-manoeu-
vre)
PEEP aan het eind van de PEEPi-manoeuvre
Bereik
Nauwkeurigheid
T
(voor Pmean)
0...90
T
(voor Pmean bij O
0...90
Negative Inspiratory Force
Bereik
Nauwkeurigheid
Occlusiedruk
Bereik
Nauwkeurigheid
O
-meting (inspiratoire zijde)
2
Inspiratoire O
-concentratie (in droge lucht)
2
Bereik
Nauwkeurigheid
|
Gebruiksaanwijzing
-therapie)
2
Evita V800 / V600 SW 2.n
Pmean
Pmin
Plaag
EIP
Phoog
PEEPi
incl. PEEP
Binnen het desbetreffende instelbereik (maxi-
maal bereik 0 tot 95 mbar (of hPa of cmH
In fases zonder flow:
±6 % van de meetwaarde of ±0,5 mbar (of hPa
of cmH
O), afhankelijk van welke waarde de
2
grootste is
Anders:
±2 mbar (of hPa of cmH
waarde
33 s voor geïntubeerde volwassenen
20 s voor volwassenen met NIV
20 s voor pediatrische patiënten
10 s voor neonaten
<300 ms
NIF
Afhankelijk van het ingestelde PEEP-niveau
–80 tot 0 mbar (of hPa of cmH
±6 % van de meetwaarde of ±0,5 mbar (of hPa
of cmH
O), afhankelijk van welke waarde de
2
grootste is
P0.1
0 tot –25 mbar (of hPa of cmH
±6 % van de meetwaarde of ±0,5 mbar (of hPa
of cmH
O), afhankelijk van welke waarde de
2
grootste is
FiO
2
18 tot 100 Vol%
±(2,5 Vol% + 2,5 % van de meetwaarde) of
±3 Vol%, afhankelijk van welke waarde het
kleinst is
Technische gegevens
O))
2
O) ±4 % van de meet-
2
O)
2
O)
2
273