Tijdens de activering van de functie AutoRelease wordt de duur van de
drukontlasting bepaald door de koers van de expiratoire flow. De instelling Exp
einde bepaalt het percentage waaronder de expiratoire flow met betrekking tot de
piekflow voor de beademing moet blijven om terug te keren naar het bovenste
drukniveau.
Als AutoRelease wordt ingeschakeld, wordt de overgang van het bovenste
drukniveau Phoog op het onderste drukniveau Plaag gesynchroniseerd met de
spontane ademhaling van de patiënt.
Zie voor aanvullende informatie: "AutoRelease", pagina 332.
De tijd van het bovenste drukniveau wordt verminderd door een synchronisatie van
de opgelegde beademingsslag. Het apparaat verlengt de volgende beademingstijd
van het bovenste drukniveau met de ontbrekende tijd. Hierdoor wordt een
verhoging van de ademfrequentie voorkomen.
In de patiëntcategorie Neonaat is deze modus niet beschikbaar met non-invasieve
beademing.
17.1.11
SPN-CPAP/PS beademingsmodus
SPN: Spontaneous, CPAP: Continuous Positive Airway Pressure, PS: Pressure
Support
Spontane ademhaling met continu positief drukniveau met of zonder Pressure
Support
Paw
Flow
Wanneer Pressure Support wordt uitgeschakeld, wordt de spontane ademhaling
van de patiënt alleen ondersteund door een verhoogde PEEP.
Tijdens spontane ademhaling op het PEEP-niveau kan de patiënt Pressure Support
krijgen van PS. Elke inspiratoire inspanning van de patiënt die voldoet aan de
triggercriteria brengt een drukondersteunde beademing voort. Het tijdstip, het
aantal en de duur van de drukondersteunde beademingen wordt bepaald door de
spontane ademhaling van de patiënt.
|
Gebruiksaanwijzing
Insp einde
Evita V800 / V600 SW 2.n
Werkingsprincipe
PEEP
315