Alarmen
1. Tik de betreffende toets voor de alarmgrens (1).
2. Stel de waarde in door aan de draaiknop te draaien en druk in om te bevestigen.
dialoogvenster Systeemconfiguratie.
9.5.3
Weergave van alarmgrenzen in het parameterveld
Als de alarmgrenzen worden toegekend aan een beademingsparameter, worden
de alarmgrenzen weergegeven in de parametervelden (veldgrootte: Klein of
Groot) in de weergavevorm 1 parameter.
De volgende waarden zijn toegekend:
Alarmgrenzen
9.5.4
De alarmgrenzen deactiveren
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel aan de patiënt door onjuiste instellingen
Als de alarmgrenzen worden gedeactiveerd, kan het apparaat de patiënt niet
bewaken.
► Alarmgrenzen alleen deactiveren als de veiligheid van de patiënt door een
ontbrekend alarm geen gevaar loopt.
1. Tik de betreffende knop voor de alarmgrens aan.
2. Draai de draaiknop tot het volgende symbool wordt weergegeven:
3. Bevestig met de draaiknop.
✓ De alarmgrens is gedeactiveerd. In de titelbalk wordt het volgende symbool
weergegeven:
172
1
De startwaarden van de alarmgrenzen kunnen worden geconfigureerd in het
MV,
MV
VT,
VT
Paw
RR
etCO
,
etCO
2
2
Parameter
MVe
VT, VTi
PIP
RR
etCO
2
|
Gebruiksaanwijzing
Evita V800 / V600 SW 2.n