7.4.3
De matrastemperatuur instellen
De matrastemperatuur kan handmatig of automatisch worden ingesteld. Wanneer
de huidtemperatuurmodus geactiveerd is, is de matrastemperatuur ingesteld op
Auto en wordt deze geregeld op basis van de ingestelde waarde voor de
huidtemperatuur. Als er een specifieke matrastemperatuur gewenst is, kan de
instelling handmatig worden aangepast.
Procedure:
1. Tik op de therapieregelaar Matras (1) in de therapiebalk.
De therapieregelaar wordt geel.
Polsoximetrie
Afb. 61
2. Stel de matrastemperatuur handmatig in met de draaiknop.
3. Druk op de draaiknop om te bevestigen.
De therapieregelaar wordt donkergroen.
✓ De matrastemperatuur is ingesteld.
7.5
SpO
In dit hoofdstuk wordt bewaking met de Masimo SET MCable beschreven.
7.5.1
Overzicht van SpO
Een sensor die is aangebracht op de patiënt meet de absorptieniveaus van rood en
infrarood licht. De Masimo SET MCable gebruikt het verschil tussen de twee
metingen om het percentage verzadigde hemoglobine (SpO
Aangezien lichtabsorptie varieert afhankelijk van het bloedvolume en het
bloedvolume varieert afhankelijk van de polsfrequentie, kan de Masimo SET
MCable ook de polsfrequentie (PLS) afleiden. Daarnaast biedt de Masimo SET
MCable ook een waarde voor de perfusie-index (PI). PI is de verhouding van de
pulsatiele bloedstroom tot de niet-pulsatiele bloedstroom in het perifere weefsel. De
PI-waarde biedt informatie over de perfusiestatus van de geselecteerde
aanbrengplek. Op deze manier kunt u de optimale plekken selecteren.
|
Gebruiksaanwijzing
Huidtemperatuur
1
Therapieregelaar voor het verwarmde matras
-bewaking (optioneel)
2
-bewaking
2
Babyroo TN300 SW 1.1n
Warmtebron
Bediening
) te berekenen.
2
99