Inhoudsopgave
Advertenties
6.4.3
Het afzuigsysteem controleren (alle reanimatiemodules)
Voer de onderstaande procedure uit om het afzuigsysteem te controleren. Zie Afb.
51.
1. Zorg ervoor dat het apparaat is aangesloten op een zuurstofbron.
2. Schakel de aan-uitschakelaar voor de afzuiging (1) in. Op de afzuigmeter (2)
verschijnt mogelijk een eerste meting van maximaal –30 mmHg (–4 kPa). Deze
meting komt door de flowweerstand van het hydrofobe filter en de
afzuigslangen.
maximale waarde. De drukwaarde op de afzuigmeter komt overeen met de
huidige drukwaarde aan het eind van de katheter.
3. Blokkeer de patiëntaansluiting op de afzuigfles.
4. Stel met de afzuigregelaar VAC (3) de zuigdruk in op de maximale instelling.
Controleer of de getoonde druk op de afzuigmeter tussen –142,5 en –165
mmHg is (tussen –19 en –22 kPa).
5. Schakel de aan-uitschakelaar voor de afzuigfunctie uit.
Afb. 51
|
Gebruiksaanwijzing
De weerstand van het filter en de slangen is niet van invloed op de gewenste
Regelaars voor controle van de afzuiging
Babyroo TN300 SW 1.1n
In bedrijf stellen
85
Advertenties
Inhoudsopgave
