Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dräger Babyroo TN300 Gebruiksaanwijzing pagina 92

Warmtestraler. software 1.1n
Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening
2. Druk op de draaiknop om te bevestigen.
 Het tabblad wordt donkergroen.
Afb. 56
3. Tik op de therapieregelaar Huidtemp. (2).
 De therapieregelaar wordt geel.
4. Stel de gewenste huidtemperatuur in met behulp van de draaiknop.
5. Druk op de draaiknop om te bevestigen.
 De therapieregelaar wordt donkergroen en geeft de gewenste waarde weer.
 Met de gemeten centrale huidtemperatuur wordt het vermogen van de
6. Controleer regelmatig of de temperatuursensoren goed op de patiënt zijn
bevestigd.
7. Controleer de huidtemperatuurwaarde regelmatig en pas indien nodig aan.
 De patiënt wordt verwarmd in overeenstemming met zijn of haar behoeften.
 De temperatuur wordt continu bewaakt door huidtemperatuursensoren.
8. Controleer de alarmgrenzen voor de huidtemperatuur en pas ze indien nodig
aan.
7.2.5
De alarmgrens voor de huidtemperatuur instellen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de alarmgrens voor de centrale
huidtemperatuur instelt.
Vereisten:
– Ten minste de gele huidtemperatuursensor is aangesloten op het apparaat en
op de patiënt bevestigd.
– De huidtemperatuurmodus is geactiveerd.
Procedure:
1. Tik op de toets Alarmen... (1) in de hoofdmenubalk.
 De dialoogpagina Alarmgrenzen voor de huidtemperatuurmodus wordt
92
Polsoximetrie
Huidtemperatuur
1
2
De huidtemperatuurmodus starten
warmtestraler bepaald.
weergegeven.
Warmtebron
|
Gebruiksaanwijzing
Babyroo TN300 SW 1.1n

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave