Bediening
De volgende tabel geeft de verschillen weer tussen de huidtemperatuursensoren:
Symbolen op
het apparaat
Vereisten:
– Het apparaat is in bedrijf.
– De patiënt ligt in het apparaat.
– De gele en witte huidtemperatuursensoren en de overeenkomstige afdekkingen
zijn klaar voor gebruik.
– Het gebied van de huid waar de sensor moet worden geplaatst, is schoon en
droog.
WAARSCHUWING
Risico op elektrische schok
Als de contactpennen worden aangeraakt, kunnen de gebruiker en patiënt worden
blootgesteld aan het risico op elektrische schok.
► Raak de pennen in de aansluitingen van de huidtemperatuursensor niet aan.
Procedure:
1. Duw de gele huidtemperatuursensor in de gele aansluiting (1) op het
aansluitpaneel voor de huidtemperatuursensoren.
Het tabblad Huidmodus in de therapiebalk is beschikbaar.
2. Duw de witte huidtemperatuursensor in de witte aansluiting (2) op het
aansluitpaneel voor de huidtemperatuursensoren.
huidtemperatuursensor zijn aangesloten om de centrale huidtemperatuur te
meten.
3. Leid de sensorkabels in het apparaat via een slangdoorvoer.
Afb. 55
90
Sensorkleur
Geel
Wit
Als u de huidtemperatuurmodus wilt activeren, moet ten minste de gele
Aansluitpaneel voor huidtemperatuursensoren
Temperatuurmeting
Centrale huidtempera-
tuur
Perifere huidtempera-
tuur
1
2
Gebruiksaanwijzing
Bevestigingsplek
In de regio van de lever
of nieren
Voet of hand
|
Babyroo TN300 SW 1.1n