Procedure:
1. Tik op de toets Systeemconfiguratie... (1) in de hoofdmenubalk.
Het dialoogvenster Systeemconfig. en de dialoogpagina Patiënt worden
Afb. 93
Druk op Enter op het toetsenbord of druk op de draaiknop om te bevestigen.
2. Tik op het penpictrogram aan de rechterkant van het betreffende invoerveld.
Het toetsenbord wordt weergegeven.
Afb. 94
weergegeven. Als er een identificatienummer is ingevoerd, geeft de titelbalk
altijd het identificatienummer weer.
3. Voer de volgende gegevens in met behulp van het toetsenbord en bevestig:
|
Gebruiksaanwijzing
weergegeven.
Patiënt
Invoervelden voor patiëntgegevens
Tik op het penpictrogram op het beeldscherm om gegevens in te voeren.
Voornaam
Toetsenbord
De patiëntnaam of het identificatienummer kunnen in de titelbalk worden
Babyroo TN300 SW 1.1n
Configuratie
1
149