Configuratie
7. Tik op de toets Import en bevestig met de draaiknop om de
configuratiegegevens te importeren.
De configuratiegegevens worden geïmporteerd.
De geïmporteerde gegevens worden weergegeven met datum en tijd.
Zodra het importeren is voltooid, start het apparaat automatisch opnieuw op.
van het USB-device verwijderd. Dit voorkomt dat patiëntgegevens per ongeluk
worden overgedragen. De configuratiegegevens worden niet verwijderd.
8. Zodra het apparaat weer klaar is voor gebruik, controleert u de alarmgrenzen en
therapiewaarden.
9. Verwijder het USB-device uit de USB-aansluiting.
De configuratiegegevens en de patiëntgegevens zijn naar het andere
✓ De configuratiegegevens kunnen naar een ander apparaat worden
overgedragen.
10.5
De apparaatinstellingen specificeren
In de volgende tabellen staan de instelmogelijkheden die beschikbaar zijn in het
dialoogvenster Systeemconfig..
De beschrijving gaat uit van de maximale apparaatconfiguratie. Het werkelijke
apparaat kan functioneel verschillen van de onderstaande beschrijvingen.
Diverse instellingen zijn mogelijk voor het apparaat:
Fabrieksinstellingen
Dräger levert het apparaat met fabrieksinstellingen die worden gebruikt wanneer u
het apparaat de eerste keer opstart. Gebruikers kunnen het apparaat resetten naar
de fabrieksinstellingen.
Voor gebruiker specifieke instellingen
De gebruiker kan specifieke instellingen voor het apparaat bepalen. De instellingen
(bijv. therapiewaarden, alarmgrenzen of schermindeling) kunnen worden
geconfigureerd in het dialoogvenster Systeemconfig.. Voor de gebruiker
specifieke instellingen worden automatisch opgeslagen zodra ze zijn bevestigd.
Gebruikersspecifieke instellingen kunnen naar andere apparaten worden
overgedragen met de functie Import/export. Zie voor aanvullende informatie:
"Gegevens overdragen naar een ander apparaat", pagina 150.
Gebruikersspecifieke instellingen worden automatisch toegepast in de volgende
situatie:
– Als de toets Nieuwe patiënt was geactiveerd toen het apparaat werd
ingeschakeld.
Voor sommige instellingen moet u het gebruikerswachtwoord invoeren. Zie voor
aanvullende informatie: "Wachtwoord", pagina 147.
154
Zodra het importeren is voltooid, worden de patiëntgegevens automatisch
apparaat overgedragen.
|
Gebruiksaanwijzing
Babyroo TN300 SW 1.1n