Inhoudsopgave
Advertenties
7.6.3
Alarmgrenzen van huidtemperatuur instellen voor
kangoeroemodus
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de alarmgrenzen instelt voor de kangoeroemodus. De
alarmgrenzen in kangoeroemodus kunnen onafhankelijk van de andere
alarmgrenzen worden ingsteld.
Vereisten:
– De twee huidtemperatuursensoren zijn aangesloten op het apparaat en
bevestigd aan de patiënt.
– De kangoeroemodus is geactiveerd.
7.6.3.1
Handmatig instellen van alarmgrenzen voor kangoeroemodus
Procedure:
1. Tik op de toets Alarmen... (1) in de hoofdmenubalk.
De dialoogpagina Alarmgrenzen wordt weergegeven voor de
Afb. 67
2. Definieer en bevestig de volgende alarmgrenzen voor de kangoeroemodus.
✓ De alarmgrenzen voor de huidtemperatuur zijn ingesteld.
|
Gebruiksaanwijzing
kangoeroemodus.
Huidtemperatuur
Alarmgrenzen voor de kangoeroemodus
Alarmgrens
Onderste alarmgrens voor de cen-
trale huidtemperatuur
Onderste alarmgrens voor de peri-
fere huidtemperatuur
Bovenste alarmgrens voor het ver-
schil tussen de centrale en de peri-
fere huidtemperatuur
Onderste alarmgrens voor het ver-
schil tussen de centrale en de peri-
fere huidtemperatuur
Babyroo TN300 SW 1.1n
1
Instelbereik
Uit, 33,0 tot 39,0 °C (91,4 tot 102,2 °F),
in stappen van 0,1 °C (0,1 °F)
Uit, 33,0 tot 39,0 °C (91,4 tot 102,2 °F),
in stappen van 0,1 °C (0,1 °F)
Uit, 0,1 tot 5,0 °C (0,2 tot 9,0 °F), in
stappen van 0,1 °C (0,1 °F)
Uit, –5,0 tot –0,1 °C (–9,0 tot 0,2 °F), in
stappen van 0,1 °C (0,1 °F)
Bediening
109
Advertenties
Inhoudsopgave
