Inhoudsopgave
Advertenties
Configuratie
10.2.3
Het gebruikerswachtwoord invoeren
Het huidige gebruikerswachtwoord moet worden ingevoerd in een dialoogpagina
die is beveiligd met een wachtwoord. Het ingevoerde wachtwoord kan worden
verwijderd met de toets
ingevoerd zolang het dialoogvenster geopend blijft.
Als er geen wachtwoord is toegewezen in het wachtwoorddialoogvenster nadat het
apparaat is gestart, moet er eerst één wachtwoord worden toegewezen in een van
de dialoogpagina's die zijn beveiligd met een wachtwoord.
Als er in het servicedialoogvenster een interval is geconfigureerd, moet aan het
einde van dat interval een nieuw wachtwoord worden toegewezen.
10.2.4
Het gebruikerswachtwoord wijzigen
1. Open de dialoogpagina Systeemconfiguratie... > Systeem > Service >
Wachtwoord wijzigen.
2. Voer het huidige wachtwoord in.
servicepersoneel.
3. Voer een nieuw wachtwoord in.
4. Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in.
5. Tik op de toets OK.
10.2.5
Het servicedialoogvenster openen
1. Open de dialoogpagina Systeemconfiguratie... > Systeem > Service >
Servicemenu.
2. Voer het huidige servicewachtwoord in.
gespecialiseerde servicepersoneel.
10.3
Patiëntgegevens invoeren
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u patiëntgegevens invoert.
Vereiste:
– Het apparaat is in bedrijf.
148
. Het wachtwoord hoeft slechts één keer te worden
Als het wachtwoord moet worden gereset, neemt u contact op met het
Als het wachtwoord moet worden gereset, neemt u contact op met het
|
Gebruiksaanwijzing
Babyroo TN300 SW 1.1n
Advertenties
Inhoudsopgave
