Nr.
6
7
8
4.9.2
Regelaars en aansluiting voor AutoBreath (indien aanwezig)
Afb. 25
Nr.
1
2
3
4
|
Gebruiksaanwijzing
Omschrijving
Concentratieregelaar O
(%)
Hulpuitgang voor patiënt Accepteert de hulpgasslang en levert gemengd
Regelaar Flow (L/min)
Regelaars en aansluiting voor AutoBreath
Omschrijving
AutoBreath-aan-uitscha-
kelaar
Regelaar RR (beade-
mingsfrequentie) (/min)
Regelaar PEEP
Poort voor slang van
expiratieventiel
Babyroo TN300 SW 1.1n
Beschrijving
Hiermee past u de O
2
tot 100 % op modules met een gasmixer.
Opmerking: Deze regelaar is niet aanwezig op
modules zonder gasmixer. Op deze modules is de
O
-concentratie altijd 100 % en dit kan niet wor-
2
den aangepast.
gas van 21 % tot 100 % O
gasmixer) of 100 % O
mixer).
Hiermee past u de gasflow voor de patiënt aan
van 0 tot 15 L/min voor de hulpuitgang voor de
patiënt.
Beschrijving
Hiermee schakelt u het AutoBreath-beademings-
apparaat voor baby's in en uit.
Hiermee stelt u de beademingsfrequentie in op
een waarde van 18 tot 60 ademhalingen per
minuut.
Hiermee stelt u positieve eindexpiratiedruk in (bij
gebruik van het AutoBreath-beademingscircuit).
Accepteert slang van expiratieventiel van Auto-
Breath-beademingscircuit.
Bedieningsconcept
-concentratie aan van 21 %
2
(op modules met een
2
(op modules zonder gas-
2
57