Pagina 1
Babyroo TN300 Warmtestraler Software 1.1n Gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING Voor het juiste gebruik van dit medische hulpmiddel deze gebruiksaanwijzing lezen en strikt opvolgen. Babyroo TN300...
Pagina 2
Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De zijwanden en voorwand bedienen..........Reanimatiemodule (optioneel)............Montage en voorbereiding ..............Maximale belasting ................. Het apparaat uitpakken..............De warmtestraler voorbereiden ............De weegschaal voorbereiden (indien geïnstalleerd)....... Het matras plaatsen................ De afzuigfles voor eenmalig gebruik van 800 mL plaatsen (optioneel)..................Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 4
Trends en gegevens weergeven ............ 10 Configuratie ....................10.1 Veiligheidsinstructies ..............10.2 Wachtwoord..................10.3 Patiëntgegevens invoeren .............. 10.4 Gegevens overdragen naar een ander apparaat......10.5 De apparaatinstellingen specificeren..........11 Probleemoplossing .................. 11.1 Alarm – Oorzaak – Oplossing............Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 5
15.8 IT-netwerken en cyberbeveiliging ........... 15.9 EMC-verklaring ................16 Werkingsprincipe ..................16.1 Beschrijving van huidtemperatuurregulatie........16.2 Meer informatie over verwarmd gelmatras (optioneel) ....16.3 Automatische zelftest..............16.4 Schematische weergave van alarm- en informatietonen....Index ......................Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Dräger gebruikt de term "Accessoire" niet alleen voor accessoires in de zin van IEC 60601-1, maar ook voor verbruikbare onderdelen, verwijderbare onderdelen, en bevestigde onderdelen. Afbeeldingen Afbeeldingen van producten en scherminhoud in dit document kunnen afwijken van de daadwerkelijke producten afhankelijk van configuratie en ontwerp. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
– Kraam- en verloskundige afdeling – Neonatale intensive care unit (NICU), couveuse afdeling – Operatiekamers De Babyroo TN300 is ontwikkeld voor gebruik in de volgende omgevingen waar sommige functies die worden beschreven onder "Beoogd gebruik" niet beschikbaar zijn (bijv. geen actieve warmtetherapie): –...
Deze gebruikersgroep voert de nodige activiteiten uit om het product klaar te maken voor hergebruik. Het personeel verantwoordelijk voor het klaarmaken voor hergebruik heeft specialistische kennis op het gebied van het hergebruiken van medische hulpmiddelen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Voorzorgsmaatregelen hebben betrekking op actiestappen en waarschuwen voor risico's die zich kunnen voordoen wanneer u de actiepunten uitvoert. Voorzorgsmaatregelen gaan vooraf aan de actiestappen. De volgende waarschuwingstekens en signaalwoorden geven voorzorgsmaatregelen aan en onderscheiden de mogelijke gevolgen van niet- naleving. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
► Het apparaat kan worden gebruikt op elke ziekenhuisafdeling waar zorg wordt verleend aan neonatalen en baby's, waaronder alle niveaus van de neonatologieafdeling (NICU), eenheden voor speciale babyzorg, verpleging van pasgeborenen en pediatrie. ► Houd u aan de voorwaarden voor bediening en opslag van het apparaat. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Wijzigingen aan het product Wijzigingen aan het product kunnen leiden tot storingen en onvoorziene gevaren. Dat kan leiden tot letsel bij de patiënt danwel de gebruiker of tot materiële schade. ► Dit product mag niet gewijzigd worden. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
► Leid slangen en kabels niet over de wieg. 2.10.8.4 Voorwerpen in de wieg Als er voorwerpen in de wieg worden geplaatst, kan de patiënt worden geïnfecteerd met ziekteverwekkers. De patiënt kan deeltjes inslikken en stikken. ► Plaats geen voorwerpen in de wieg. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
– Gebruik elektrisch isolerende en antistatische handschoenen. – Raak een potentiaalvereffeningspunt aan wanneer u een aansluiting maakt. ► Neem de eisen ten aanzien van de elektromagnetische omgeving in acht. Neem de volgende paragraaf in acht "Elektromagnetische omgeving" (pagina 207). Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
USB-aansluiting en nadat u de bedrijfsmodus hebt gewijzigd wanneer u de standaard instellingen gebruikt. ► Meet de lichaamstemperatuur regelmatig met behulp van een afzonderlijke thermometer. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 17
Dit kan de patiënt in gevaar brengen. ► Breng geen transdermale pleisters aan op de huid van de patiënt tijdens en voorafgaand aan warmtetherapie of wees u bewust van de mogelijkheid dat de werkzame stof te snel kan worden geabsorbeerd. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 18
Bij gebruik van de pulsoximeter voor andere doelen dan het beoogde doel, kan de patiënt gevaar lopen. ► Gebruik de pulsoximeter niet om te controleren op apneu. ► Gebruik de pulsoximeter niet voor analyse van aritmie. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
► Gebruik het apparaat niet in een met zuurstof verrijkte omgeving. ► Op apparaten die zijn uitgerust met de reanimatiemodule mag u geen cauterisatieprocedures uitvoeren in de buurt van een open patiëntuitgang. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Handen, voeten en andere lichaamsdelen kunnen bekneld raken en worden geplet. Er bestaat ook een risico op letsel door foutief gemonteerde accessoires. Voor speciale gevaarlijke gebieden ziet u Afb. 1. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 21
Als de blokkeerremmen niet worden toegepast, kan de trolley bewegen op hellende oppervlakken, wat letsel aan de patiënt en omstanders veroorzaakt. ► Bij stationair gebruik past u alle blokkeerremmen toe op de trolley en controleert u of ze goed werken. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
► Laat de objecten afkoelen voordat u ze aanraakt om brandwonden te voorkomen. ► Voordat u accessoires (bijv. onderzoekslampen) buiten het stralingsgebied van de warmtestraler draait, neemt u voorzorgsmaatregelen om brandwonden te voorkomen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 23
► Maak het apparaat klaar voor hergebruik zoals is beschreven in hoofdstuk "Klaarmaken voor hergebruik". 2.10.19 Service Bij onregelmatig uitgevoerde service zijn storingen mogelijk die kunnen leiden tot persoonlijk letsel en materiële schade. ► Voer de servicewerkzaamheden uit zoals beschreven in hoofdstuk "Service". Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Voor meer informatie, zie het volgende hoofdstuk: "Reeks functies", pagina 31. De bedieningslocatie van de gebruiker kan aan de rechterkant, de linkerkant of aan de voorzijde van het apparaat zijn. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Biedt ook een continue toevoer van gas wanneer het apparaat is aangesloten op een gasbron. Gasfleshouder (optioneel) Voor het bevestigen van flessen met O of Air. Afzuigfles en houder (optio- Voor het opvangen van bronchiale secretie neel) van de patiënt. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 26
Als het apparaat is uitgerust met het SoftBed- matras, heeft de wieg ook een matrassteun en een röntgenlade. Als het apparaat is uitgerust met het verwarmde gelmatras, heeft de wieg ook een matrasverwarmer. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 27
Aansluitingen voor gastoe- Voor het aansluiten van het apparaat op fles- voer (optioneel) sen met O of Air, of op een centraal gastoe- voersysteem. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Air Aansluiting voor centrale Aansluiting voor slang die is bevestigd op de toevoer van O centrale toevoer van O Aansluiting voor gasfles Aansluiting voor slang die is bevestigd op de met O gasfles met O Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Afb. 6 Aansluitpaneel voor huidtemperatuursensoren 3.1.5 Aansluitpaneel SpO -sensor (optioneel) Het aansluitpaneel voor de SpO -sensor bevindt zich op de hoofdkolom aan de rechterkant van het apparaat. Afb. 7 Aansluitpaneel SpO -sensor Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 30
Geeft de status van de netvoeding aan. Wan- neer er voeding is van het elektriciteitsnet en de hoofdschakelaar is ingeschakeld, brandt de ledlamp groen. Start/standby-toets Hiermee schakelt u het apparaat in of uit (behalve de in hoogte verstelbare trolley, indien geïnstalleerd). Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
3.2.3 Bewaking op het scherm Het apparaat kan de volgende parameters bewaken en weergeven: – Thermoregulatie van patiënt (centrale en perifere temperatuur) – Vermogen warmtestraler – Timer (APGAR, stopwatch) – Kantelhoek van bed Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Het apparaat is voorzien van een seriële poort (COM-poort) voor communicatie met het softwareprotocol MEDIBUS.X van Dräger. USB-aansluiting Dankzij de USB-aansluiting kunnen de volgende handelingen worden uitgevoerd zodra een USB-stick van Dräger is aangesloten: – Opslaan en laden van apparaatconfiguraties – Opslaan en laden van patiëntconfiguraties Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De werkelijke schermweergaven kunnen in uiterlijk en configuratie verschillen. De schermweergaven in deze gebruiksaanwijzing tonen het maximale aantal functies van het apparaat. De ingestelde waarden die in de schermweergaven worden getoond, zijn uitsluitend ter illustratie. Zie voor aanvullende informatie: "Reeks functies", pagina 31. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 34
Alarmprioriteit wordt aangegeven door ver- schillende achtergrondkleuren. Symbool "Gepauzeerde Hiermee wordt aangegeven dat akoestische audio" alarmsignalen zijn onderdrukt en wordt de res- terende onderdrukkingstijd weergegeven. Hoofdmenubalk Bevat toetsen om dialoogvensters te openen en functies te activeren. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 35
Opent het dialoogvenster om grafische- en tabellarische trends, gemeten waarden en instellingen en het logboek weer te geven. Speciale procedures... Hiermee opent u het dialoogvenster voor het (optioneel) selecteren van speciale procedures, zoals Opwarmen of Koeling accepteren. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Toont het huidige vermogen van de warmte- straler als percentage. Kanteling Hier wordt de huidige hoek van de bedkante- ling weergegeven. Matras (optioneel) Hier wordt de huidige meting van de opper- vlaktetemperatuur van het verwarmde gelma- tras weergegeven. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 37
Beschrijving Tijd na geboorte Hier staat de tijd in minuten na de geboorte voor de preductale SpO -metingen. Preductale SpO Hier staat het doelbereik van preductale SpO waarden op de bijbehorende tijdstippen na de geboorte. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Omschrijving Beschrijving Centraal Toont de centrale huidtemperatuur. Perifeer Toont de perifere huidtemperatuur. Verschil Toont het verschil tussen de centrale en de perifere huidtemperatuur. Huidtemperatuur Toont de huidtemperatuurwaarden van de pati- ënt als een grafische trend. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Verklaring American Heart Association Medische perslucht APGAR Een score die bestaat uit vijf componenten (uiterlijk, puls, gri- mas, activiteit, ademhaling) om de toestand van een baby direct na de geboorte te beoordelen. Kooldioxide Seriële poort Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Simple Network Management Protocol Pulsoximetrie O -saturatie Universal Serial Bus Seriële-bussysteem Vacuüm (afzuiging) Symbolen Symbool Verklaring Fabrikant Productiedatum Afvoer van elektrische en elektronische apparatuur conform de WEEE Richtlijn De gebruiksaanwijzing opvolgen Volg de gebruiksaanwijzing Algemene waarschuwing Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Sluit geen apparaten aan die al voeding krijgen via een accu of het elektriciteitsnet De PIP-regelaar trekken en draaien (PIP-instelling overschrij- den) Vacuüm (afzuiging) Wisselspanning Potentiaalvereffeningsconnector Bedek de ventilatiesleuven van de warmtestraler niet. Waarschuwing: hete oppervlakken Waarschuwing: gevaar voor beknelling van voeten Serienummer Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Elektronische gebruiksaanwijzing Symbolen in de software Symbool Verklaring Centrale huidtemperatuur Perifere huidtemperatuur Warmtestraler Matrastemperatuur Hoek van bedkanteling Hiermee schakelt u de weegschaalweergave tussen grafisch en tabelvorm Akoestisch alarmsignaal tijdelijk onderdrukt. Alarm inactief Toets Alarmen... in hoofdmenubalk Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 43
Toets Speciale procedures... in hoofdmenubalk Toets Weergaven... in hoofdmenubalk Toets Systeemconfiguratie... in hoofdmenubalk Indicator akoestisch signaal Voortgangsindicator Penpictogram voor trendconfiguratie Timer Opwarmprocedure Koeling accepteren-procedure Bovenste alarmgrens Onderste alarmgrens Vergrendeld Ontgrendeld Sluit het dialoogvenster In lijsten: Een rij omhoog Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Afdichting voor de weegschaal Gasansluitingen Toelichting Aansluitingen voor zuurstof (gasfles met zuurstof of centrale toevoer) Aansluitingen voor Air (gasfles met Air of centrale toevoer) 39 – 87 PSI 270 – 600 kPa (2.7 – 6.0 bar) Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Duw of trek het apparaat niet aan de wanden. Duw of te trek het apparaat niet aan één van de zijden van de hoofdkolom. Er bestaat risico op kantelen. Gebruik handgrepen om het apparaat te verplaatsen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 46
Productbeschrijving Wiel Toelichting Groene pijl: wiel kan bewegen in lengte- richting (richtingblokkering) Groene blokkering: wiel is niet geblok- keerd (geen richtingblokkering) Rode blokkering: wiel is geblokkeerd Afzuigfles Toelichting Aansluitingen afzuigfles TN300 Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
1. Tik op het touchscreen op het tabblad (1) (tabblad Huidmodus, tabblad Handmatig modus of tabblad Kangoeroemodus). Het tabblad wordt geel. Afb. 15 Een therapiemodus selecteren 2. Druk op de draaiknop (2) om te bevestigen. De selectie wordt overgenomen. ✓ Het tabblad wordt donkergroen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
– Dialoogvensters In de onderstaande tabel staat het kleurenconcept voor de tabbladen: Kleur Betekenis Grijs Element is niet beschikbaar Lichtgroen Selecteerbaar element, functie niet geactiveerd Donkergroen Geselecteerd element, functie geactiveerd Geel Geselecteerd element, nog niet bevestigd Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Het dialoogvenster Vergrendel... wordt weergegeven. 2. Gebruik de volgende toetsen om het scherm te vergrendelen of ontgrendelen: – Met de rechtertoets (2) vergrendelt u het scherm. – Met de linkertoets (1) ontgrendelt u het scherm. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Het dialoogvenster Timer wordt weergegeven. 2. Tik op de toets APGAR of Stopwatch. De geselecteerde timer wordt weergegeven in het bewakingsgebied. 3. Als u een timer wilt gebruiken, gaat u als volgt te werk: Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
► Wanneer u de hoogte-instelling en de trolley gebruikt, moet u er altijd voor zorgen dat de slangen en kabels niet worden losgekoppeld. ► Vergrendel de dubbele wielen op de trolley met de blokkeerremmen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Het geblokkeerde wiel kan in geen enkele richting bewegen. – U kunt de wielrem deactiveren door de wielrem (1) omhoog te trekken met uw voet. Het gedeblokkeerde wiel kan in alle richtingen bewegen. Afb. 19 Wielrem op trolley met vaste hoogte Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Bij de maximale bedkanteling kan het matras gaan schuiven. Dit kan leiden tot lichamelijk letsel bij de patiënt. ► Zorg ervoor dat de wanden stevig gesloten zijn wanneer u het bed kantelt. Procedure: 1. Trek het (anti)trendelenburgmechanisme (1) uit naar voren. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
2. U kunt een wand sluiten door de wand omhoog te vouwen in verticale positie en deze iets te laten zakken, zodat de bovenste pennen in de vergrendelde positie vallen. Zorg ervoor dat de wanden stevig gesloten zijn. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
(die alleen toegankelijk zijn via de PIP- overschrijdingsfunctie). Met de overschrijdingsfunctie kan de gebruiker de inspiratoire piekdruk instellen op een waarde hoger dan 30 cmH O (3 kPa). Afb. 23 Drie typen reanimatiemodules Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
0 tot 15 L/min voor de primaire patiëntuitgang. Primaire patiëntuitgang Accepteert de primaire gasslang en levert (15 mm) gemengd gas van 21 % tot 100 % O (op modules met een gasmixer) of 100 % O (op modules zon- der gasmixer). Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 57
(/min) een waarde van 18 tot 60 ademhalingen per minuut. Regelaar PEEP Hiermee stelt u positieve eindexpiratiedruk in (bij gebruik van het AutoBreath-beademingscircuit). Poort voor slang van Accepteert slang van expiratieventiel van Auto- expiratieventiel Breath-beademingscircuit. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Hierop wordt de zuigdruk weergegeven, van 0 mmHg (0 kPa) tot –150 mmHg (–20 kPa) vacuüm. Regelaar VAC Hiermee kunt u de zuigdruk aanpassen, van (afzuiging) 0 mmHg (0 kPa) tot –150 mmHg (–20 kPa). Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De warmtestraler voorbereiden De warmtestraler wordt vervoerd in een lage positie om deze te beschermen tegen beschadiging. Deze moet vóór gebruik omhoog worden gezet in de gebruikspositie. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
1. Verwijder de tape waarmee de transportblokken zijn vastgemaakt. 2. Verwijder de transportblokken (1) onder de vier hoeken van de weegschaal. Afb. 28 Locatie van transportblokken Het matras plaatsen U kunt het SoftBed-matras of het verwarmde gelmatras in de wieg plaatsen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
(alle reanimatiemodules)", pagina 85). 4. Na de controle sluit u de slangen voor de patiënt met behulp van de afzuigkatheter (niet meegeleverd) aan op de patiëntuitgang (3) van de afzuigfles. ✓ De afzuigfles is geplaatst. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De buitenste aansluitingen (3) zijn voor de centrale toevoer. 2. Sluit het andere uiteinde van de slangen aan op de juiste centrale toevoer. Afb. 30 Aansluitingen van centrale toevoer (apparaat met gasmixer getoond) Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
GCX-rail en de flessen met persgas. ► Als er flessen met persgas aanwezig zijn, monteert u de accessoires niet te laag op de GCX-rail. ► Raak de flessen met persgas en de accessoirearm niet aan wanneer u de hoogte-insteller verlaagt. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 64
8. Sluit de persgasslang van de drukregelaar aan op de juiste gasflesaansluiting (1 voor O en 2 voor Air) aan de achterkant van het apparaat. De gasflesaansluitingen (3) zijn de aansluitingen die zich het dichtst bij het apparaat bevinden. ✓ De gasfles is geplaatst. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
► Bedenk dat het gebruik van de verpleegoproep niet absoluut garandeert dat het alarm wordt verzonden. ► Let op alarmen direct op het apparaat. Procedure: 1. Druk de connector van de verpleegoproep in de aansluiting voor de verpleegoproep, zodat deze hoorbaar vastklikt. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Dit kan de patiënt in gevaar brengen. ► Gebruik gegevens die zijn overgedragen via de COM-poort niet als de enige informatiebron. Procedure: 1. Sluit een extern apparaat aan op de COM-poort. 2. Configureer de COM-poort. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Deze arm kan worden gebruikt om monitoren te bevestigen. Montagezijde: links of rechts Afb. 33 Gemonteerde zwenkarm (G38773) 5.11.2 Zwenkarm 300 mm, VESA (G38774) Deze arm kan worden gebruikt om monitoren te bevestigen. Montagezijde: links of rechts Afb. 34 Gemonteerde zwenkarm (G38774) Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De stang voor kleine apparaten plaatsen, 500 mm, Ø 25 mm (G15676) 1. Duw de stang voor kleine apparaten (1) door de houder (3) voor de zwenkarm. Zie Afb. 37 2. Draai de stang vast met de vleugelschroef (4). Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 69
De IV-stang (MK08876) mag niet hoger zijn dan de maximumhoogte van 2500 mm, gemeten vanaf de grond tot de bovenrand van de kruisvormige houder voor infuuszakken. De IV-stang moet worden ingeklapt tijdens verplaatsing van het apparaat. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 70
1. Duw de IV-stang (1) door de houder (3) voor de zwenkarm. Zie Afb. 39 2. Draai de IV-stang vast met de vleugelschroef (4). 3. Draai de bevestigingsring (2) op de gewenste hoogte vast op de IV-stang, met een aanhaalmoment van 3 Nm. Afb. 39 De IV-stang plaatsen Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
1. Bevestig de zwenkende standaardrail (4118453) (1) in de GCX-rail aan de linker- of rechterkant van de hoofdkolom. 2. Bevestig de BiliLux-lamp op de zwenkende standaardrail met de meegeleverde klem (2). Afb. 41 Gemonteerde BiliLux-lichttherapielamp Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
VarioLux JPN (MP00608) 1. Bevestig de zwenkende standaardrail (4118453) (1) in de GCX-rail (2) aan de linker- of rechterkant van de hoofdkolom. Zie Afb. 42. Afb. 42 Zwenkende standardrail (4118453) in GCX-rail aan de linkerkant Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De afzuigfleshouder en de afzuigfles moeten onder de patiëntsteun worden geplaatst. 2. Schuif de steun (2) van de afzuigfleshouder op de zwenkende standaardrail. 3. Draai de geribbelde schroef (3) vast om de steun vast te maken aan de rail. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De afzuigeenheid moet onder de patiëntsteun worden geplaatst. 2. Monteer de afzuigeenheid (2) op de zwenkende standardrail (4118453). 3. Bevestig de houder van de aansluitslang (2M85446) op de standaardrail aan de achterkant van het apparaat. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
5. Sluit de inspiratieslang (4) aan op de aansluiting op de bevochtigingskamer. 6. Sluit de stekker van de temperatuursensor aan op de blauwe aansluiting (5) op de basis van de bevochtiger. Sluit de proximale en distale temperatuursensoren aan op de inspiratieslang. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 76
12.Sluit de netstekker van de bevochtiger aan. 13.Configureer alle benodigde instellingen op de reanimatiemodule (zie "De reanimatiemodule bedienen (indien geïnstalleerd)", pagina 128). 14.Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de bevochtiger. Afb. 46 Bevestigde bevochtiger met het Seattle Bubble CPAP-kamer-systeem Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
6. Controleer of de in hoogte verstelbare trolley correct werkt (indien aanwezig) (zie "De hoogte van het apparaat instellen (optioneel)", pagina 51). Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
► Controleer het netsnoer op tekenen van schade voordat u dit aansluit op een stopcontact. ► Gebruik geen netsnoer met een gebogen of gebarsten netstekker, verbrand plastic of andere tekenen van schade of buitengewone slijtage. Procedure: 1. Steek de netstekker in het stopcontact. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 79
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld of wanneer de wachtwoorden niet zijn toegewezen, verschijnt er een wachtwoorddialoogvenster waarin het gebruikerswachtwoord en servicewachtwoord kunnen worden toegewezen. Het wachtwoorddialoogvenster kan worden overgeslagen. Als er Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
– Door op de toets Huidige patiënt te tikken (2), blijft het apparaat in bedrijf met alle bestaande patiëntgegevens en de recentste instellingen. De huidtemperatuurmodus is niet geschikt om het apparaat op te warmen wanneer de warmtestraler in bedrijf is. Afb. 48 Startdialoogvenster Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Voordat een patiënt in het apparaat wordt gelegd, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan. Vereisten: – Het apparaat is in bedrijf. – Het apparaat is opgewarmd. – Als het verwarmde gelmatras is geplaatst, moet deze worden opgewarmd. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
– Zorg ervoor dat de gasflessen zijn aangesloten op de gasflesaansluitingen aan de achterkant van het apparaat voordat u deze opent. – Zorg ervoor dat het flesventiel boven op de gasfles geopend is. – Onderzoek de flesdrukmeters om te kijken of er voldoende gastoevoer is. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
5. Controleer of de meting op de meter voor de luchtwegdruk 35 tot 45 cmH O is (3,4 tot 4,4 kPa). 6. Schakel de gasflow uit. Afb. 49 Aansluitingen en regelaars voor het controleren van de PIP-functie Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Stel met de regelaar Flow (7) voor de primaire patiëntuitgang de flow in op 10 L/min. g. Controleer of de meting op de luchtwegdrukmeter <0,4 kPa (4 cmH O) is. h. Schakel de gasflow uit. Afb. 50 Aansluitingen en regelaars voor het controleren van de AutoBreath- functie Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Controleer of de getoonde druk op de afzuigmeter tussen –142,5 en –165 mmHg is (tussen –19 en –22 kPa). 5. Schakel de aan-uitschakelaar voor de afzuigfunctie uit. Afb. 51 Regelaars voor controle van de afzuiging Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Therapiebalk Hier staan de beschikbare modi met de warm- testraler in bedrijf. In dit voorbeeld wordt de handmatige modus geactiveerd. Het thermische evenwicht van de patiënt kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, zoals tocht. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Het apparaat gaat verder in de handmatige modus. Wanneer de patiënt in de wieg wordt gelegd, is deze al warm en de verwarmingselementen kunnen snel reageren op vereisten van de clinicus of patiënt. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Als zowel de centrale huidtemperatuur als de perifere huidtemperatuur wordt gemeten, kunnen veranderingen in de huidtemperatuur sneller worden gedetecteerd met behulp van de functie Thermomonitoring. Voor meer informatie, zie de volgende paragraaf: "Thermomonitoring", pagina 93. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 89
Dräger adviseert om de centrale temperatuur en de perifere huidtemperatuur te meten en te bewaken. Als twee huidtemperatuursensoren worden gebruikt, kunnen veranderingen in de huidtemperatuur sneller worden gedetecteerd met de functie Thermomonitoring. Gebruik alleen originele huidtemperatuursensoren van Dräger die staan vermeld in de accessoireslijst. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 90
Als u de huidtemperatuurmodus wilt activeren, moet ten minste de gele huidtemperatuursensor zijn aangesloten om de centrale huidtemperatuur te meten. 3. Leid de sensorkabels in het apparaat via een slangdoorvoer. Afb. 55 Aansluitpaneel voor huidtemperatuursensoren Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 91
► Gebruik de huidtemperatuurmodus niet in geval van koorts of shock. Procedure: 1. Tik op het tabblad Huidmodus (1) in de therapiebalk. Het tabblad wordt geel. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 92
– Ten minste de gele huidtemperatuursensor is aangesloten op het apparaat en op de patiënt bevestigd. – De huidtemperatuurmodus is geactiveerd. Procedure: 1. Tik op de toets Alarmen... (1) in de hoofdmenubalk. De dialoogpagina Alarmgrenzen voor de huidtemperatuurmodus wordt weergegeven. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Het verschil kan een verandering in de temperatuur van de patiënt aanduiden. Het onderstaande schema toont thermomonitoring bij een patiënt met koudestress: de perifere huidtemperatuur (2) zakt vóór de centrale huidtemperatuur (1) en kan de eerste indicatie zijn van koudestress. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
– Na 14 minuten wordt het alarm Straler > 30 %, controleer toestand van patiënt weergegeven. – Na 15 minuten wordt de warmtestraler uitgeschakeld en wordt het alarm Warmtestraler uit, controleer patiënt weergegeven. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
► Controleer de lichaamstemperatuur van de patiënt regelmatig in de handmatige modus. ► Geef de patiënt uitsluitend de hoeveelheid warmtestraling die nodig is. ► Laat de patiënt niet onbeheerd achter wanneer de warmtestraler in bedrijf is. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 96
De therapieregelaar wordt donkergroen. Het vermogen van de warmtestraler is ingesteld. Als het vermogen van de warmtestraler boven de 30 % is ingesteld, wordt een timer gestart. Het apparaat schakelt de warmtestraler na 15 minuten uit. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Wanneer Auto is ingeschakeld in andere modi, wordt de matrastemperatuur ingesteld op 36,5 °C. Het verwarmde matras wordt uitgeschakeld. De gemeten matrastemperatuur wordt op het scherm weergegeven. De matrastemperatuur kan ook worden beïnvloed door andere warmtebronnen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 98
► Als het verwarmde matras wordt gebruikt, gebruikt u geen radiofrequente chirurgische apparatuur, endocardiale katheters of defibrillatoren. Procedure: 1. Plaats het verwarmde gelmatras in de wieg met het matraslabel omhoog gericht. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
MCable ook een waarde voor de perfusie-index (PI). PI is de verhouding van de pulsatiele bloedstroom tot de niet-pulsatiele bloedstroom in het perifere weefsel. De PI-waarde biedt informatie over de perfusiestatus van de geselecteerde aanbrengplek. Op deze manier kunt u de optimale plekken selecteren. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Kabels en sensoren zijn voorzien van X-Cal-technologie om het risico op onjuiste metingen en onvoorzien verlies van patiëntbewaking te minimaliseren. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de kabel of sensor voor informatie over de specifieke duur van de patiëntbewaking. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De nauwkeurigheid van de SpO -bewaking is in hoge mate afhankelijk van de sterkte en kwaliteit van het SpO -signaal. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 102
Lage perfusie verschijnt wanneer de monitor arteriële pulsaties met lage amplitude waarneemt. Doe in dit geval het volgende: 1. Controleer de patiënt en behandel deze, indien nodig. 2. Verplaats de sensor naar een plek met betere perfusie. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Als de waarden niet binnen die tijd worden weergegeven: – Controleer het scherm op meldingen en onderneem op basis hiervan actie, of – Vervang de sensor Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Bovenste alarmgrens voor polsfre- Uit, 35 tot 235 slagen/min, in stappen quentie van 5 Onderste alarmgrens voor polsfre- Uit, 30 tot 230 slagen/min, in stappen quentie van 5 ✓ De alarmgrenzen voor SpO -bewaking zijn ingesteld. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Hiermee past u de grootte aan van 60, 70, 80, 90, 100 %. de curve die op het scherm wordt getoond. FastSat modus Aan, Uit (standaard) Hiermee activeert u het snel volgen van wijzigingen in de arteriële zuur- stofsaturatie. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 106
Een langere gemid- delde tijd biedt een nauwkeuriger resultaat. In de klinische situaties waar snelle fysiologische verande- ringen moeten worden bewaakt, moet u echter een kortere gemid- delde tijd gebruiken. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Polsoximetrie Huidtemperatuur Warmtebron Kangoeroe Afb. 65 Hoofdscherm met geactiveerde kangoeroemodus Omschrijving Beschrijving Tabblad Kangoeroemodus Start de kangoeroemodus. Kangoeroe-timer Toont de verstreken tijd sinds de kangoeroe- modus is begonnen. Toets Einde kangoeroe Beëindigt de kangoeroemodus. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De waarde voor de centrale huidtemperatuur wordt niet gebruikt voor het regelen van de warmtestraler of de matrasverwarmer (indien geïnstalleerd). 6. Zorg ervoor dat de slangen of kabels niet ingeklemd raken. 7. Controleer de alarmgrenzen voor de huidtemperatuur en pas ze indien nodig aan. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Onderste alarmgrens voor het ver- Uit, –5,0 tot –0,1 °C (–9,0 tot 0,2 °F), in schil tussen de centrale en de peri- stappen van 0,1 °C (0,1 °F) fere huidtemperatuur ✓ De alarmgrenzen voor de huidtemperatuur zijn ingesteld. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
(0,9 °F) Onderste alarmgrens: huidige waarde min 0,5 °C (0,9 °F) 7.6.4 De kangoeroemodus beëindigen De kangoeroemodus eindigt zodra er een andere modus op de therapiebalk wordt geselecteerd. De kangoeroemodus kan ook als volgt worden beëindigd: Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Wanneer de functie "Koeling accepteren" is geactiveerd, schakelt het apparaat over naar de handmatige modus met de warmtestraler en matrasverwarmer (optioneel) uitgeschakeld. Hoewel alle warmtebronnen worden uitgeschakeld, kan de huidtemperatuur nog steeds continu worden bewaakt. Hiervoor moeten de huidtemperatuursensoren worden gebruikt. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
3. Tik op de toets Aan (3). 4. Druk op de draaiknop om te bevestigen. ✓ De functie is geactiveerd. 7.7.3 Alarmgrenzen van huidtemperatuur instellen voor "Koeling accepteren" Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de alarmgrenzen instelt voor de huidtemperatuur. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
✓ De alarmgrenzen voor de huidtemperatuur zijn ingesteld. De alarmen kunnen ook worden ingesteld via het dialoogvenster voor snelle instelling. Als u het dialoogvenster voor snelle instelling wilt openen, tikt u op de huidtemperatuurwaarde. De toetsen voor de alarmgrenzen worden weergegeven. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
2. Open het dialoogvenster Koeling accepteren. 3. Tik op de toets Uit. 4. Druk op de draaiknop om te bevestigen. ✓ Koeling accepteren is geëindigd. Opwarmen (optioneel) Dit hoofdstuk beschrijft de functie Opwarmen van het optionele AutoTherm-pakket. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Zie voor aanvullende informatie: "De huidtemperatuursensoren aansluiten", pagina 89. Procedure: 1. Tik op de toets Speciale procedures... (1) in de hoofdmenubalk. Het dialoogvenster Speciale procedures wordt weergegeven. Opwarmen Afb. 71 Opwarmen starten 2. Open de dialoogpagina Opwarmen (2). Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
3. Tik op de toets Uit. 4. Druk op de draaiknop om te bevestigen. ✓ De opwarmmodus is beëindigd. Wanneer u de opwarmmodus beëindigt, wordt de doelwaarde die is bepaald tijdens opwarmen overgenomen als de ingestelde waarde voor de huidtemperatuur. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Met deze toets kunt u schakelen tussen de grafische weergave en de tabelweergave. De tabel bevat de volgende informatie voor de laatste paar gewichtsmeting: datum en tijd, gewicht en handmatig aangepast gewicht. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 118
2. Ga als volgt te werk om de weegschaal in te stellen op nul: – Houd zoveel mogelijk slangen en kabels die naar de patiënt leiden uit de wieg. Zo voorkomt u dat slangen en kabels een foutieve gewichtsmeting veroorzaken. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 119
5. Leg de patiënt op de matras. Het gewicht van de patiënt wordt bepaald. Zodra het wegen is voltooid, klinkt er een signaal. De gewichtsmeting wordt weergegeven. Het gewicht wordt ook weergegeven als een trend. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Het gewicht wordt ook weergegeven als een trend. 7.9.4 Het gemeten gewicht van de patiënt aanpassen Het gemeten gewicht van de patiënt kan na het wegen handmatig worden aangepast. Voorbeeld: Na het wegen moet het gewicht van de luier worden afgetrokken. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Tot 51,1 x 52,6 cm en tot een dikte van 2,25 cm (tot 20,1 x 20,7 in en tot een dikte van 1 in) Voor digitale röntgendetectoren van grotere formaten verwijdert u de röntgenlade en plaatst u de digitale röntgendetector in het röntgenlade compartiment. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 122
1. Trek de röntgenlade (1) naar buiten vanaf de zijkant van het apparaat. 2. Plaats de röntgencassette en positioneer deze op basis van de positie van de patiënt. Gebruik de markeringen op de röntgenlade en op de wanden als richtlijn. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Het apparaat moet op een lage hoogte worden ingesteld voordat u de patiënt verplaatst, zodat het rode gearceerde etiket op de kolom voor hoogte-instelling niet meer zichtbaar is. Op deze hoogte kan het apparaat worden vervoerd zonder dat de warmtestraler bijvoorbeeld kantelt of een deurstijl raakt. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 124
De warmtetherapie wordt onderbroken en de huidtemperatuur wordt niet gemeten. ► Tijdens de verplaatsing controleert u de lichaamstemperatuur van de patiënt met een afzonderlijk meetinstrument. ► Zorg ervoor dat de patiënt voldoende wordt verwarmd vóór de verplaatsing. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 125
Zie voor aanvullende informatie: "De bedoverkapping bedienen", pagina 126. Plaats tijdens het vervoer geen voorwerpen op de bedoverkapping. 6. Verwijder de röntgencassette uit de röntgenlade (indien aanwezig). Schuif de röntgenlade in het apparaat. 7. Maak de laden vast. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De bedoverkapping installeren 1. Zorg ervoor dat de bedoverkapping is vergrendeld: draai de vergrendeling (1) aan de zijkant van de overkapping linksom tot deze vastklikt. Afb. 79 De bedoverkapping vergrendelen Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 127
1. Zorg ervoor dat de bedoverkapping is vergrendeld: draai de vergrendeling aan de zijkant van de overkapping linksom tot deze vastklikt. 2. Til de bedoverkapping omhoog met de handgrepen aan de zijkanten en verwijder de overkapping van het apparaat. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
(omgevingsdruk). Bij elke toename van 1000 m/3000 ft voet in hoogte, neemt de flow met ongeveer 8 % toe, daalt de beademingsfrequentie met ongeveer 10 % en stijgt de inspiratoire piekdruk met ongeveer 5 %. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 129
7,3 psi), wordt het gasmixeralarm geactiveerd. Bij een lage gastoevoer kan de gezondheid van de patiënt in gevaar komen. ► Zorg ervoor dat beide gassen beschikbaar zijn uit flessen of van centrale toevoer met een druk en flow die staan vermeld op het achterpaneel. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
4. Zet met de regelaar Flow (4) voor de hulpuitgang voor de patiënt de flow op de gewenste instelling. 5. Sluit een masker of endotracheale tube aan op de noodbeademingsballon en beadem de patiënt zoals is opgegeven in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant. Afb. 83 Aansluitingen en regelaars voor een noodbeademingsballon Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 131
7. Sluit een masker of endotracheale tube aan op de patiëntaansluiting van het beademingscircuit. 8. Beadem de patiënt door de uitgangspoort te sluiten en te openen met uw duim of vinger op de gewenste beademingsfrequentie. Afb. 84 Aansluitingen en regelaars voor een beademingscircuit met een T-stuk Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 132
8. Sluit een masker of endotracheale tube aan op de patiëntaansluiting van het beademingscircuit. 9. U kunt de patiënt handmatig beademen door de uitgangspoort op het beademingscircuit te sluiten en te openen met uw duim of vinger op de gewenste beademingsfrequentie. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 133
Stel met de regelaar RR (10) de beademingsfrequentie in op de gewenste waarde. b. Schakel het AutoBreath-beademingsapparaat voor baby's in met de aan- uitschakelaar (11). Het apparaat regelt automatisch de beademingsfrequentie op de ingestelde waarde. Afb. 85 Aansluitingen en regelaars voor het automatische beademingscircuit Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
– Het apparaat is in bedrijf. Procedure: 1. Stel de hoogte van het apparaat af met behulp van de voetpedalen. U bereikt de juiste transporthoogte wanneer het rode gearceerde etiket op de kolom voor hoogte-instelling volledig is bedekt. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
5. Ontkoppel de netstekker. 6. Bevestig de stroomkabel aan het apparaat, bijvoorbeeld door deze rond de dinrail te wikkelen. ✓ Het apparaat wordt volledig uitgeschakeld en is gereed voor vervoer of opslag. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
✓ Het symbool voor het onderdrukte alarmsignaal wordt niet meer in de titelbalk weergegeven. 8.2.3 Het akoestische alarmsignaal handmatig onderdrukken Het akoestische alarmsignaal kan voor bepaalde alarmen gedurende 2, 5, 10 of 15 minuten worden onderdrukt met de toets "Audio gepauzeerd". Het apparaat reageert als volgt: Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
(min) akoestisch alarmsig- alarm (min) naal (min of Apparaatstoring, matras koelt af Apparaatstoring, warmtebron uit Apparaatstoring, warmtestraler koelt af Audiopauzetoets defect 10 s Centrale huidtemperatuur hoog max. 15 min Centrale huidtemperatuur laag max. 15 min Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 139
5 tot 8 s breekt desaturatie hoog interferentie gedetecteerd laag -MCable afgekoppeld -sensor afgekoppeld -sensor defect -sensor niet bevestigd Start/standby-toets defect 10 s Verschil in huidtemperatuur hoog Voetpedaal defect 60 s Warmtestraler uit, controleer pati- ënt Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld, wordt de alarmhistorie verwijderd. Er wordt geen registratie bijgehouden van hoe lang het apparaat en het alarmsysteem zijn uitgeschakeld. De alarmhistorie wordt ook verwijderd in geval van een stroomstoring. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
U kunt een tijdelijke resolutie van het scherm van 2 uur tot 7 dagen instellen in het tabblad Grafische trends. Eerdere tijdperiodes kunnen worden weergegeven met behulp van de pijltjestoetsen. U kunt verschillende groepen parameters selecteren in de verticale tabbladen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Verticaal tabblad Gewicht (optioneel) Het gemeten gewicht van de patiënt wordt weergegeven in het tabblad Gewicht. Er wordt slechts één gemeten waarde per dag opgeslagen. Voor meer informatie, zie het volgende hoofdstuk: "Wegen", pagina 118. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Trends worden in het tabblad Tabellar. trends weergegeven in de vorm van een tabel. De tijdelijke resolutie van het scherm kan worden ingesteld van 30 minuten tot 42 uur. Eerdere tijdsperiodes en andere parameters kunnen worden weergegeven met de pijltjestoetsen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Warmtebron Warmtestraler – Verwarmd matras (opti- – oneel) (optio- neel) Polsfrequentie 9.1.3 Gemeten waarden en instellingen Alle actueel gemeten waarden en actuele instellingen voor thermoregulatie, SpO (optioneel) en gewicht (optioneel) worden weergegeven in het tabblad Waarden/instellingen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 145
– Gebeurtenissen zoals voorverwarmen, handmatige modus, huidtemperatuurmodus, kangoeroemodus – Import en export van gegevens naar USB-device – Nieuwe patiënt geselecteerd – Toegang met wachtwoord verleend/geweigerd – Datum-/tijdswijzigingen – Stopwatch starten/stoppen/opslaan – APGAR-timer starten/stoppen – Apparaat starten/afsluiten Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 146
Trends Tijd Gebeurtenis/alarm Stopwatch gestart. Opwarmen voltooid Opwarmen gestart. Instelling voor gewijzigd: Nieuwe instelling = Akoestisch alarmsignaal onderdrukt. Controleer instellingen Huidtemperatuur laag Nieuwe patiënt Afb. 92 Tabblad Logboek Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Na een specifiek interval moet er een nieuw gebruikerswachtwoord worden toegewezen. Het interval kan worden geconfigureerd in het servicedialoogvenster. Als het wachtwoord moet worden gereset, neemt u contact op met het servicepersoneel. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
2. Voer het huidige servicewachtwoord in. Als het wachtwoord moet worden gereset, neemt u contact op met het gespecialiseerde servicepersoneel. 10.3 Patiëntgegevens invoeren Dit hoofdstuk beschrijft hoe u patiëntgegevens invoert. Vereiste: – Het apparaat is in bedrijf. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 149
De patiëntnaam of het identificatienummer kunnen in de titelbalk worden weergegeven. Als er een identificatienummer is ingevoerd, geeft de titelbalk altijd het identificatienummer weer. 3. Voer de volgende gegevens in met behulp van het toetsenbord en bevestig: Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Gegevens overdragen naar een ander apparaat Dit hoofdstuk beschrijft hoe configuratiegegevens en patiëntgegevens van het ene apparaat naar een ander worden overgedragen. 10.4.1 Overzicht van gegevensexport De gegevens kunnen worden geëxporteerd met een USB-device. Voorbeelden: Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
USB-device. Als er al een gegevensrecord op het USB-device staat, overschrijft het nieuwe gegevensrecord de bestaande gegevens. ► Controleer de configuratiegegevens en de actuele instellingen op het nieuwe apparaat na het importeren van de gegevens. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 152
Het geëxporteerde gegevensrecord wordt weergegeven in het dialoogvenster met de datum en tijd. Patiënt gegevens Export Afb. 95 Dialoogvenster Import/export met patiëntgegevens 5. Tik op het tabblad Config.gegevens. 6. Voer het wachtwoord in en bevestig. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
8. Verwijder het USB-device uit de USB-aansluiting. ✓ De configuratiegegevens en de patiëntgegevens kunnen worden overgedragen naar een andere Babyroo TN300. 10.4.3 Gegevens importeren Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de geëxporteerde gegevens overdraagt op een ander apparaat.
Gebruikersspecifieke instellingen worden automatisch toegepast in de volgende situatie: – Als de toets Nieuwe patiënt was geactiveerd toen het apparaat werd ingeschakeld. Voor sommige instellingen moet u het gebruikerswachtwoord invoeren. Zie voor aanvullende informatie: "Wachtwoord", pagina 147. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 155
Voer de zwangerschapsduur in + dg] weken en dagen in. Geboortegewicht [g] Voer het geboortegewicht in. Geslacht Selecteer het geslacht. Selecteer een symbool voor de pati- Het symbool wordt ook weergege- ënt. ven in de schermweergave Fami- lie. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 156
Schakel de automatische grendeling schermvergrendeling in of uit. Vergrendel na Selecteer wanneer het scherm 30 s automatisch moet worden ver- grendeld na een periode van inactiviteit: 30 s, 1 min, 5 min, 15 min, 30 min. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
– Bovenste alarmgrens voor 95 % – Onderste alarmgrens voor 85 % – De onderste alarmgrens 75 % voor desaturatie – De bovenste alarmgrens voor de polsfrequentie – De onderste alarmgrens voor de polsfrequentie Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
USB-apparaat hier weergegeven. Config.gegevens Voer het gebruikerswachtwoord in en bevestig. Als een speci- fieke configuratie van het apparaat beschikbaar is, wordt deze hier weergegeven. Als een USB-apparaat voor massaopslag is aangesloten, wordt USB-apparaat hier weergegeven. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 159
Maximale alarmvo- Stel het maximale alarmvo- 70 % lume [%] lume in als percentage. APGAR timervo- Stel het volume van de timer- 70 % lume [%] toon van APGAR in als een percentage. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 160
Voer het servicewachtwoord in voor de volgende functies en bevestig. – Toepassingen activeren – De weegschaal afstellen (optioneel) – Service op afstand (Help Ticket, Device Check) Neem voor meer informatie contact op met DrägerService. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Er is een interne fout opge- Neem contact op met gespe- straler koelt af treden. cialiseerd servicepersoneel. Audiopauzetoets defect De Audiopauzetoets werd Audiopauzetoets loslaten. langer dan 10 seconden Neem contact op met gespe- ingedrukt. cialiseerd servicepersoneel. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 162
Er is een interne fout opge- Controleer de instellingen en treden. pas deze aan, indien nodig. Draaiknop defect De draaiknop werd langer Draaiknop loslaten. dan 10 seconden ingedrukt. Neem contact op met gespe- cialiseerd servicepersoneel. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 163
Controleer het USB-appa- raat. Neem contact op met gespe- cialiseerd servicepersoneel. !! 66 Interne temperatuur hoog Er is een interne fout opge- Schakel het apparaat uit. treden. Neem contact op met gespe- cialiseerd servicepersoneel. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 164
Controleer de toestand van stelde alarmgrens. de patiënt. De temperatuursensor is niet Zorg ervoor dat de sensor correct op de patiënt aange- correct is aangesloten op de sloten. patiënt. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 165
Wijzig de alarmgrenzen. !! 100 hoog De parameterwaarde is gro- Controleer de toestand van ter dan ingestelde boven- de patiënt en behandel deze grens. indien nodig. Wijzig de alarmgrenzen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 166
-sensor afgekoppeld De SpO sensorkabel of de Zorg ervoor dat de kabel en -sensor is afgekoppeld, de sensoren correct zijn ver- voordat een patiënt werd bonden. gedetecteerd. Controleer de sensor en ver- vang deze, indien nodig. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 167
Controleer de toestand van temperatuur (geel) en de de patiënt. perifere huidtemperatuur Zorg ervoor dat de sensor (wit) ligt boven de ingestelde correct is aangesloten op de bovenste alarmgrens. patiënt. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 168
De licentie voor de weeg- Neem contact op met gespe- breekt schaal is niet beschikbaar. cialiseerd servicepersoneel. Activeer de weegschaallicen- tie. Weegschaal-communica- Er is een interne fout opge- Neem contact op met gespe- tiefout treden. cialiseerd servicepersoneel. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Storing in de hoogte- Start het apparaat instelling of het (anti) tren- opnieuw op. Activeer het deleburgmechanisme. (anti) trendeleburgmecha- nisme niet. Stel het appa- raat in op transporthoogte. Neem contact op met gespecialiseerd service- personeel. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Wegen mislukt. Het gewicht van de patiënt Leun niet op de wieg. Her- was niet stabiel. haal het weegproces. Als wegen nog steeds niet mogelijk is, neemt u con- tact op met serviceperso- neel. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Storingen aan de AutoBreath-beademingsballon voor baby's Omstandigheid Oorzaak Oplossing De beademingsfrequentie Er is een interne storing. Neem contact op met die is gemeten met de gespecialiseerd service- AutoBreath-beademings- personeel. ballon voor baby's ligt bui- ten het opgegeven bereik. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Controleer alle kabelaan- sluitingen. Verplaats de sensor naar een plek met betere perfu- sie. Zoeken De sensor zoekt naar gel- Controleer of de sensor dige pulsen om een meet- juist is aangebracht. waarde te berekenen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Onderdelen die ademgas voeren of in aanraking komen met de slijmvliezen of pathologisch veranderde huid Kritisch Onderdelen die de huid of slijmvliezen binnendringen of in aanraking komen met bloed 12.3.2 Classificatie van apparaat-specifieke componenten De volgende classificatie is een aanbeveling van Dräger. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
184). Producten voor eenmalig gebruik: ● Voer producten voor eenmalig gebruik af. De temperatuursensoren voor eenmalig gebruik verwijderen ● Ontkoppel de temperatuursensoren voor eenmalig gebruik van het interfacepaneel. Voer deze af. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 175
4. Verwijder de Masimo SET MCable uit de houder. De bedoverkapping verwijderen (indien geplaatst) 1. Zorg ervoor dat de overkapping gesloten en vergrendeld is: draai de vergrendeling (1) aan de zijkant van de overkapping linksom tot deze vastklikt. Afb. 96 De bedoverkapping vergrendelen Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De voor het apparaat specifieke componenten moeten uit het apparaat worden verwijderd en zo nodig worden gedemonteerd. Afb. 98 Verwijder apparaatspecifieke componenten op apparaten die zijn uitgerust met het SoftBed-matras en een röntgenlade Omschrijving Slangdoorvoeren Zijwanden, voorwand, wand aan hoofdeinde Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 177
● Trek elke wand omhoog en verwijder deze. U kunt de wand aan het hoofdeinde verwijderen door eerst de wieg omlaag te kantelen, weg van de hoofdkolom, en vervolgens de wand te verwijderen. Zie Afb. 100. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Apparaatop- (zie "Desinfec- pervlak tie van het oppervlak met reiniging", pagina 180) Reanimatiemo- (zie "Desinfec- dule tie van het oppervlak met reiniging", pagina 180) Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 179
180) Handgrepen (zie "Desinfec- tie van het oppervlak met reiniging", pagina 180) Instrumenten- (zie "Desinfec- blad tie van het oppervlak met reiniging", pagina 180) Laden (zie "Desinfec- tie van het oppervlak met reiniging", pagina 180) Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 180
WAARSCHUWING Gevaar door binnendringende vloeistof Binnendringende vloeistof kan leiden tot het volgende: – Schade aan het apparaat – Elektrische schok – Apparaatstoringen ► Zorg ervoor dat er geen vloeistof in het apparaat kan binnendringen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 181
Min. 10 min Clean forte specificaties (131 °F) van de fabri- kant Neutraliseren Neodisher Z Dr. Weigert Min. 0,1 % Leidingwater- Min. 1 min temperatuur Doorspoelen Gedeminerali- – – Leidingwater- Min. 1 min seerd water temperatuur Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Andere middelen en procedures voor het klaarmaken voor hergebruik 12.6.1 Desinfectiemiddelen Gebruik desinfectiemiddelen die volgens de nationale regelgeving zijn goedgekeurd en zijn geschikt voor de betreffende procedures voor het klaarmaken voor hergebruik en de beoogde toepassing. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 183
Mikrozid sensitive wipes Cleanisept wipes maxi Dr. Schuma- cher Surfa'Safe Premium ANIOS Labo- ratories Wip'Anios Excel Tuffie 5 Vernacare ARTG 1) United States Environmental Protection Agency 2) Australian Register of Therapeutic Goods 3) Virucide bij omhulde virussen Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
– Een niet verontreinigde, pluisvrije doek, gedrenkt in een oppervlaktedesinfectiemiddel, wordt gebruikt voor de oppervlaktedesinfectie met reiniging. Reiniging 1. Veeg zichtbare vervuiling af met een wegwerpdoek die in een oppervlaktedesinfectiemiddel is gedrenkt. Gooi de doek na gebruik weg. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Oppervlaktedesinfectiemiddelen Tests door de fabrikanten van de oppervlaktedesinfectiemiddelen hebben aangetoond, dat de verschillende middelen minimaal over de volgende werkingsspectra beschikken: – Bactericide – Levurocide Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 186
Dräger wijst erop dat middelen die zuurstof of chloor doen vrijkomen bij sommige materialen kleurveranderingen teweeg kunnen brengen. Verandering van kleur is geen indicatie dat het product niet goed werkt. Het gebruik van andere desinfectiemiddelen is voor eigen risico. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
-houder aan de zijkant van het apparaat. 2. Sluit de Masimo SET MCable aan op het SpO -aansluitpaneel. 3. Sluit de tussenkabel aan op de 14-pins stekker van de Masimo SET MCable. 4. Wikkel de kabel losjes rond de kabelwikkelaar. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 188
De gebruiksgereedheid controleren Vereisten: – Het apparaat is gemonteerd en voorbereid zodat deze klaar is voor gebruik. Procedure: ● Controleer op gereedheid voor gebruik. Zie hiertoe het hoofdstuk "Aan de slag" in de gebruiksaanwijzing van het hoofdapparaat. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Elke 12 maanden Servicepersoneel Controleer de meetnauwkeurig- Elke 12 maanden Servicepersoneel heid van de weegschaal Controleer de weegschaal Volgens wettelijke ver- Officieel bevoegd (OIML/NAWI) eisten voor weegscha- specialistisch perso- len die moeten worden neel geverifieerd Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
12 ± 0,5 L/min met de uitgang geblokkeerd. 6. Controleer het drukontlastingsventiel van het afzuigsysteem: de afzuigmeter geeft –142,5 tot –165 cmH O aan wanneer er een vacuümflow wordt toegepast en de afzuigbuis is afgesloten. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door gespecialiseerd servicepersoneel. Het is raadzaam alleen originele onderdelen van Dräger te gebruiken en de onderdelen alleen door DrägerService te laten vervangen. We adviseren een servicecontract af te sluiten met DrägerService. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De gelicentieerde toepassingen moeten worden geactiveerd voordat ze beschikbaar zijn. 1. Selecteer de overeenkomstige licentie uit de lijst. 2. Tik op de toets Activate. 3. Nadat u alle gewenste licenties hebt geactiveerd, start u het apparaat opnieuw Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Voor het afvoeren van elektrische en elektronsche apparatuur gelden speciale voorschriften. Dit apparaat moet worden afgevoerd in overeenstemming met de nationale regelgeving. In de landen van de Europese Unie, zal Dräger de terugzending van het apparaat organiseren. Meer informatie vindt u op www.draeger.com/WEEE. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Stofvrije lucht (gefilterd met poriegrootte <1 μm) Gasflessen Diameter 100 tot 140 mm (3,91 tot 5,51 in) Lengte 330 tot 760 mm (12,99 tot 29,92 in) Afmetingen Apparaat (breedte x diepte) 1375 x 775 mm (54,13 x 30,5 in) Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
0,1 massaprocent: - Lood (CAS-nr. 7439-92-1) Dit product is veilig te gebruiken voor patiënten die gevoelig zijn voor de aangegeven stoffen. Draeger is bekend met de volgende restrisico's: - Geen Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
0,5 % het apparaat Vrije hoogte tot plafond Voor een veilig gebruik van de warmtestraler houdt u een afstand aan van minstens 20 cm (8 in) tussen de bovenkant van de warmtestraler en het plafond Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Bereik aanpasbare beademingsfrequentie 18 tot 60 /min ± 10 % van instelling Afzuiging Aanpasbare zuigdruk in afzuigcircuit 0 tot -150 mmHg (0 tot –20 kPa) ± 15 mmHg (2 kPa) Nauwkeurigheid zuigdrukmeter ±5 % van volledige schaal Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 200
±1 standaardafwijking. Plus of min één standaardafwijking omvat 68 % van de bevolking. 6)Zie de gebruiksaanwijzing van de sensor voor volledige informatie over de toepassing. Verplaats herbruikbare sen- soren ten minste om de 4 uur en zelfklevende sensoren ten minste om de 8 uur, tenzij anders aangegeven. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
60 V DC nominale spanning. Type RJ45-stekker 15.7 Combinaties van apparaten Dit apparaat kan worden gebruikt met andere Dräger-apparaten of apparaten van andere fabrikanten. Volg de aanwijzingen in de documentatie van de betreffende apparaten op. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
IT-vertegenwoordiger en eigenaren van de apparatuur van de gezondheidsinstelling. Schema van het cyberbeveiligingssysteem Omschrijving Gebruikslocatie, bijv. neonatologieafdeling Warmtestraler Gebruikers Gebruikers met toegang tot het gebruikerswachtwoord Servicepersoneel Patiënt MEDIBUS-apparaat Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 204
De operator moet ervoor zorgen dat externe dienstverleners voor Dräger-apparaten hun serviceactiva (bijvoorbeeld servicesoftware, installatiebestanden) voldoende beschermen tegen onbevoegde toegang of manipulatie. Bescherming wordt bijvoorbeeld geboden via versleuteling van vaste schijven of fysieke bescherming van computers met servicesoftware. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Opmerking: Elk aangesloten apparaat moet worden voorzien van de volgende waarschuwing: Alarmsignalen worden eventueel niet altijd ontvangen Vereiste eigenschappen De RS-232-poort wordt gebruikt om een punt-naar-punt verbinding tot stand te brengen. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 206
– Apparaten die gebruik maken van draadloze technologie – Mobiele telefoons Gevaarlijke situaties Als het aangesloten apparaat niet aan de vereiste eigenschappen voldoet, bestaat gevaar voor elektrische schokken voor de gebruiker. De gegevensbeveiliging en de functionele betrouwbaarheid kunnen nadelig worden beïnvloed. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De gebruiksaanwijzingen voor de andere apparaten moeten worden opgevolgd. 15.9.2 Elektromagnetische omgeving Dit apparaat mag alleen worden gebruikt in omgevingen die zijn gespecificeerd in paragraaf "Gebruikomgevingen" op pagina 9. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Pagina 208
Om te waarborgen dat de gehele functionele integriteit van dit apparaat niet in gevaar komt, dient een separatie afstand van ten minste 1,0 m (3,3 ft) tussen het apparaat en draadloze HF-communicatieapparatuur te worden aangehouden. Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
Warmtestraler Volledige test elke 24 uur Alarmsysteem – Test alarmluidspreker Alarmtonen van hoge en middelhoge prioriteit wor- den gecontroleerd – Akoestische en optische Gecontroleerd door alarmen bij opstarten gebruiker Matrasverwarmer (optio- neel) Alle sensoren Weegschaal Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...
De reserveluidspreker speelt de toonreeks van de alarmprioriteiten Waarschuwing en Let op met dezelfde toonfrequentie en hetzelfde volume. Toonsignalen tijdens gebruik Wanneer Signaal Time-out na niet bevestigen van selectie Gebruiksaanwijzing Babyroo TN300 SW 1.1n...