7.1.2
Warmtestralermodi
De volgende modi zijn beschikbaar om de temperatuur te regelen:
– Huidtemperatuurmodus
– Handmatige modus
– Kangoeroemodus
Zodra de patiënt in het apparaat is gelegd, schakelt u naar handmatige modus of
huidtemperatuurmodus.
Dräger adviseert om de huidtemperatuurmodus te gebruiken omdat de
stralingsintensiteit automatisch wordt ingesteld volgens de gemeten centrale
huidtemperatuur.
7.1.3
Instellingen warmtestraler
U kunt de volgende instellingen configureren om de temperatuur te regelen:
– Huidtemperatuur (huidtemperatuurmodus)
– Vermogen van warmtestraler (handmatige modus)
– Matrastemperatuur
Zie voor aanvullende informatie: "Huidtemperatuurmodus", pagina 88.
Zie voor aanvullende informatie: "Handmatige modus", pagina 94.
Zie voor aanvullende informatie: "Verwarmd gelmatras (optioneel)", pagina 97.
Zie voor aanvullende informatie: "Kangoeroemodus", pagina 107.
7.1.4
Voorverwarmen
Als het apparaat langer dan twee uur uitgeschakeld is geweest, wordt er
automatisch een voorverwarmprocedure gestart nadat het apparaat wordt
ingeschakeld. Het voorverwarmen wordt ook gestart wanneer Nieuwe patiënt
wordt geselecteerd in het startdialoogvenster.
Tijdens het voorverwarmen, wordt het vermogen van de warmtestraler automatisch
ingesteld. De procedure heeft de volgende drie fasen:
Nr.
1
2
3
De warmtestraler begint met een vermogen van 100 % gedurende 3 minuten. Het
vermogen wordt vervolgens verlaagd tot 60 %. Na een totale periode van
14 minuten en 30 seconden wordt het vermogen verlaagd tot 30 % en is de
voorverwarmperiode beëindigd. Het apparaat gaat verder in de handmatige modus.
Wanneer de patiënt in de wieg wordt gelegd, is deze al warm en de
verwarmingselementen kunnen snel reageren op vereisten van de clinicus of
patiënt.
|
Gebruiksaanwijzing
Vermogen warmtestra-
ler
100 %
60 %
30 %
Babyroo TN300 SW 1.1n
Duur
3 minuten
11 minuten en 30 seconden
Totdat de gebruiker een waarde
instelt.
Bediening
Weergave
Pre
Pre
30
87