Inhoudsopgave
Advertenties
15.8.5
Beveiligingsgebeurtenissen
Het apparaat bewaakt en registreert gebeurtenissen die mogelijk duiden op een
potentiële aanval op de beveiliging of inbreuk op de beveiliging. Deze
beveiligingsgebeurtenissen worden geregistreerd in het logboek voor
beveiligingsgebeurtenissen.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van mogelijke beveiligingsgebeurtenissen:
– Authenticatiegebeurtenissen
– Software-installatiegebeurtenissen
– Configuratiegebeurtenissen
Het aantal vorige mislukte authenticatiepogingen wordt weergegeven. Dit duidt op
onbevoegde pogingen om toegang te krijgen tot functies met
wachtwoordbeveiliging. Deze toegangspogingen kunnen alleen direct op het
apparaat worden gedaan. Daarom behoren de personen die deze
toegangspogingen uitvoeren tot de groep van potentiële gebruikers.
Beveiligingsgebeurtenissen die van belang zijn voor de klinische toepassing
worden ook op het apparaat gemeld en in het logboek vastgelegd.
Servicepersoneel en gespecialiseerd servicepersoneel kunnen een statusrapport
van het apparaat (DSR) genereren met alle gegevens in het logboek voor
beveiligingsgebeurtenissen, het logboek en het informatielogboek. Het
statusrapport van het apparaat is versleuteld en kan door gespecialiseerd
servicepersoneel worden ontsleuteld en automatisch worden geanalyseerd.
De lijst met softwarecomponenten voor dit apparaat kan worden opgevraagd bij
Dräger. Dräger zal de klant met inachtneming van een adequate aanlooptijd
informeren wanneer de cyberveiligheidsondersteuning eindigt en er geen
beveiligingspatches meer worden verstrekt.
15.9
EMC-verklaring
15.9.1
Algemene informatie
Dit apparaat is getest op elektromagnetische compatibiliteit met gebruik van
accessoires uit de accessoirelijst. Andere accessoires mogen alleen worden
toegepast, indien deze de elektromagnetische compatibiliteit niet in gevaar
brengen. Het gebruik van niet-conforme accessoires kan resulteren in verhoogde
elektromagnetische emissies of in een verminderde elektromagnetische immuniteit
van het apparaat.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt in de directe nabijheid van andere
apparaten, indien Dräger deze apparaatopstelling heeft goedgekeurd. Als door
Dräger geen goedkeuring is verleend, dient eerst te worden gewaarborgd dat dit
apparaat in de gewenste opstelling naar behoren werkt. De gebruiksaanwijzingen
voor de andere apparaten moeten worden opgevolgd.
15.9.2
Elektromagnetische omgeving
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt in omgevingen die zijn gespecificeerd in
paragraaf "Gebruikomgevingen" op pagina 9.
|
Gebruiksaanwijzing
Babyroo TN300 SW 1.1n
Technische gegevens
207
Advertenties
Inhoudsopgave
