Veiligheidsgerelateerde informatie
2.10.8
Veiligheidsinstructies voor accessoires
2.10.8.1
Accessoires
De goedgekeurde accessoires voor dit product staan vermeld op de accessoireslijst
(9511204). Het gebruik van andere accessoires kan de functionele werking van het
product nadelig beïnvloeden en tot persoonlijk letsel en materiële schade leiden.
► Gebruik uitsluitend goedkeurde accessoires.
► Alleen servicepersoneel is bevoegd om accessoires te monteren.
► Houd u aan de huidige accessoirelijst en de montageaanwijzing van het
apparaat.
► Houd u aan de gebruiksaanwijzing en montageaanwijzing voor de accessoires.
► Houd u aan het maximale gewicht voor bevestigde accessoires.
► Wanneer u accessoires bevestigt, zorgt u ervoor dat het apparaat niet kantelt.
► Wanneer u accessoires koppelt, plaatst u geen onderdelen of accessoires op
een positie waar deze op de patiënt kunnen vallen.
2.10.8.2
Producten voor eenmalig gebruik
Onjuist gebruik van componenten of accessoires voor eenmalig gebruik kan een
negatief effect hebben op de patiënt of de werking van het apparaat. Als gevolg
daarvan kunnen persoonlijk letsel en materiële schade optreden.
► U mag producten voor eenmalig gebruik niet klaarmaken voor hergebruik of
steriliseren.
► Gebruik geen producten voor eenmalig gebruik als de verpakking is aangetast.
2.10.8.3
Slangen en kabels
Als slangen en kabels onjuist zijn gelegd en als het apparaat op ongecontroleerde
wijze beweegt, kan dit leiden tot lichamelijk letsel bij de patiënt of onderbreking van
de behandeling. De patiënt wordt in gevaar gebracht.
► Wanneer u de hoogte-instelling en de trolley gebruikt, moet u er altijd voor
zorgen dat de aangesloten slangen en kabels niet per ongeluk worden
losgekoppeld.
► Vergrendel de dubbele wielen op de trolley met de blokkeerremmen.
► Gebruik alleen slangen en kabels die lang genoeg zijn voor hoogte-instelling.
► Maak alle slangen stevig vast en draai deze handvast op de aansluitingen om
beschadiging van de fittingen te voorkomen.
► Gebruik slang- en kabelbeheer om te voorkomen dat de patiënt verstrikt raakt.
► Leid slangen en kabels in de wieg via de slangdoorvoeren.
► Leid slangen en kabels niet over de wieg.
2.10.8.4
Voorwerpen in de wieg
Als er voorwerpen in de wieg worden geplaatst, kan de patiënt worden geïnfecteerd
met ziekteverwekkers. De patiënt kan deeltjes inslikken en stikken.
► Plaats geen voorwerpen in de wieg.
14
|
Gebruiksaanwijzing
Babyroo TN300 SW 1.1n