2.10.3
Symbolen en productlabels
Het niet naleven van de symbolen en productlabels kan resulteren in persoonlijk
letsel en materiële schade.
► Houdt u zich aan de symbolen en productlabels.
2.10.4
Bewaking van de toestand van de patiënt
Bewaking van de toestand van de patiënt kan gaan van directe observatie tot
elektronische bewaking met behulp van medische hulpmiddelen. De patiënt kan
gevaar lopen als zijn of haar toestand niet adequaat wordt bewaakt.
► Bewaak de toestand van de patiënt met behulp van passende middelen en
volgens passende intervallen.
2.10.5
Alarmvolume
Als het alarmvolume te laag is of als de gebruiker te ver weg is van het apparaat,
kan de gebruiker de alarmsignalen mogelijk niet horen. De patiënt kan in gevaar
worden gebracht.
► Stel het alarmvolume luid genoeg in zodat de alarmsignalen gehoord kunnen
worden in de omgeving waar het apparaat staat opgesteld.
► De gebruiker moet zich bevinden binnen het hoorbereik van de akoestische
alarmsignalen (gebruikerspositie).
► De afstand van de gebruiker tot het apparaat moet beperkt zijn vanwege het
volume van het akoestische alarmsignaal.
2.10.6
Servicepoort
Gebruik de servicepoort van het apparaat alleen voor onderhoudsdoeleinden. Ieder
ander gebruik kan leiden tot storingen die op hun beurt kunnen leiden tot
persoonlijk letsel en materiële schade.
► Gebruik servicepoort (RJ45) niet om het apparaat aan het IT-netwerk aan te
sluiten.
2.10.7
Wijzigingen aan het product
Wijzigingen aan het product kunnen leiden tot storingen en onvoorziene gevaren.
Dat kan leiden tot letsel bij de patiënt danwel de gebruiker of tot materiële schade.
► Dit product mag niet gewijzigd worden.
|
Gebruiksaanwijzing
Babyroo TN300 SW 1.1n
Veiligheidsgerelateerde informatie
13