Onjuist gebruik van of omgang met de pulsoximeter kan leiden tot beschadiging
van het apparaat of lichamelijk letsel bij de patiënt.
► Plaats het apparaat niet op oppervlakken met zichtbare gemorste vloeistof.
► Dompel het apparaat niet onder in een vloeistof.
► Probeer het apparaat niet te steriliseren.
► Gebruik reinigingsoplossingen alleen volgens de instructies in de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
► Probeer het apparaat niet te reinigen terwijl het in gebruik is met een patiënt.
► Verwijder altijd de sensor en ontkoppel het apparaat volledig voordat u de
patiënt in bad doet.
► Probeer het apparaat of de accessoires niet aan te passen, te repareren, uit
elkaar te halen of te wijzigen. Stuur het apparaat terug naar de fabrikant voor
onderhoud of reparatie, indien nodig.
2.10.12
Zuurstoftoevoer
Onjuist gebruik van aanvullende zuurstof kan ernstige neveneffecten hebben,
waaronder blindheid, hersenbeschadiging en de dood. De risico's variëren per
baby.
► De gekwalificeerde arts moet de methode, de concentratie en de duur van
zuurstoftoevoer voorschrijven.
► Zorg ervoor dat de O
► Gebruik een extern zuurstofanalyseapparaat wanneer zuurstof wordt
toegevoerd.
► Zorg ervoor dat de zuurstofconcentratie in de wieg niet hoger is dan 65 %.
► Gebruik continue pulsoximetrie om de zuurstofconcentratie te meten wanner
zuurstof wordt toegevoerd.
► Controleer altijd de extra toevoer van O
een zuurstoffles.
► In de wieg gebruikt u uitsluitend elektrische apparaten die zijn goedgekeurd voor
gebruik in een met zuurstof verrijkte omgeving.
2.10.13
Explosiebeveiliging
In de aanwezigheid van brandbare of explosieve mengsels, bestaat er een
verhoogd risico op explosie en brand, wat kan leiden tot lichamelijk letsel en
materiële schade.
► Gebruik het apparaat niet als er ontvlambare anesthesiegassen of andere
ontvlambare materialen aanwezig zijn, zoals enkele typen reinigingsmiddelen.
► Gebruik het apparaat niet in een met zuurstof verrijkte omgeving.
► Op apparaten die zijn uitgerust met de reanimatiemodule mag u geen
cauterisatieprocedures uitvoeren in de buurt van een open patiëntuitgang.
|
Gebruiksaanwijzing
-instellingen juist zijn.
2
Babyroo TN300 SW 1.1n
Veiligheidsgerelateerde informatie
via het centrale gastoevoersysteem of
2
19