3. Selecteer de modus voor maximale gevoeligheid.
7.5.4
De sensor aanbrengen
WAARSCHUWING
Risico voor de patiënt vanwege langdurig of buitengewoon huidcontact
Langdurig direct contact van de sensor met de huid van de patiënt kan van invloed
zijn op de huidkwaliteit. Onjuiste aanbrenging van de sensor met overmatige druk
gedurende lange perioden kan leiden tot drukletsel.
► Inspecteer de plek waar de sensor is aangebracht om de twee tot drie uur om de
huidkwaliteit en juiste optische uitlijning te controleren. Als de huidkwaliteit
verandert, verplaatst u de sensor naar een andere plek. Wijzig de plek van
aanbrengen minimaal elke vier uur om te zorgen voor een signaal van hoge
kwaliteit.
VOORZICHTIG
Risico vanwege verlopen sensor of kabel
Wanneer op het display continu de melding Lage SpO
of een melding over het vervangen van de sensor of kabel wordt weergegeven, kan
dit erop duiden dat de bewakingstijd van de patiënt op de sensor of de kabel is
verlopen. Dit kan leiden tot onjuiste meetresultaten en risico voor de patiënt.
► Probeer de sensor op een andere plek aan te brengen.
► Vervang de sensor of kabel.
VOORZICHTIG
Risico vanwege losgeraakte sensor in modus voor maximale gevoeligheid
In de modus voor maximale gevoeligheid werkt de functie van het apparaat om een
losgeraakte sensor te detecteren mogelijk niet. Als het apparaat in deze modus
staat en de sensor losraakt van de patiënt, kunnen er valse meetresultaten
optreden vanwege omgevingsfactoren zoals licht, trillingen en overmatige
luchtverplaatsing. Dit kan een risico zijn voor de patiënt.
► Controleer of de sensor goed is bevestigd aan de patiënt terwijl de modus voor
maximale gevoeligheid is geactiveerd.
Sluit de sensor niet aan op een extremiteit met een NIBP-manchet en plaats geen
NIBP-manchetten op uiteinden met een katheter of invasieve leiding.
De sensor aanbrengen:
1. Selecteer de grootte en het type van de sensor die het best bij de patiënt
passen. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op.
2. Plaats de sensor correct en bevestig deze aan de patiënt.
3. Sluit de sensor aan op de Massimo-tussenkabel.
Het duurt maximaal 35 seconden voordat de SpO
weergegeven op het scherm nadat de sensor is aangesloten. Als de waarden niet
binnen die tijd worden weergegeven:
– Controleer het scherm op meldingen en onderneem op basis hiervan actie, of
– Vervang de sensor
|
Gebruiksaanwijzing
Babyroo TN300 SW 1.1n
Bediening
SIQ (lage signaalkwaliteit)
2
-parameterwaarden worden
2
103