8.1.3.1
Risico van niet gehoorde alarmen
Als het alarmvolume te laag is of als de gebruiker te ver weg is van het apparaat,
kan de gebruiker de alarmsignalen mogelijk niet horen. De patiënt kan in gevaar
worden gebracht.
► Stel het alarmvolume luid genoeg in zodat de alarmsignalen gehoord kunnen
worden in de omgeving waar het apparaat staat opgesteld.
► De gebruiker moet zich bevinden binnen het hoorbereik van de akoestische
alarmsignalen (gebruikerspositie).
► De afstand van de gebruiker tot het apparaat moet beperkt zijn vanwege het
volume van het akoestische alarmsignaal.
8.2
Het alarmsignaal onderdrukken en uitstellen
8.2.1
Het akoestische alarmsignaal onderdrukken
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het akoestische alarmsignaal kan worden
onderdrukt. Akoestische alarmsignalen kunnen handmatig worden onderdrukt
wanneer alarmen actief zijn en deze kunnen ook proactief worden onderdrukt
wanneer alarmen inactief zijn. Niet alle alarmen kunnen worden onderdrukt.
Procedure:
1. Druk op de toets "Audio gepauzeerd".
✓ Het symbool en de resterende tijd voor het onderdrukte alarmsignaal worden in
de titelbalk weergegeven.
Als de storing die de oorzaak is van het alarm niet wordt verholpen nadat de
onderdrukkingstijd is verlopen, klinkt het akoestische alarmsignaal opnieuw.
8.2.2
De onderdrukking van het akoestische alarmsignaal beëindigen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de onderdrukking van het akoestische
alarmsignaal voortijdig kan worden beëindigd.
Vereiste:
– De toets "Audio gepauzeerd" is geactiveerd.
Procedure:
1. Druk op de toets "Audio gepauzeerd".
✓ Het symbool voor het onderdrukte alarmsignaal wordt niet meer in de titelbalk
weergegeven.
8.2.3
Het akoestische alarmsignaal handmatig onderdrukken
Het akoestische alarmsignaal kan voor bepaalde alarmen gedurende 2, 5, 10 of 15
minuten worden onderdrukt met de toets "Audio gepauzeerd". Het apparaat
reageert als volgt:
|
Gebruiksaanwijzing
Babyroo TN300 SW 1.1n
Alarmen
137