Veiligheidssysteem
Plaats geen enkel voorwerp tus-
sen het label van de zijairbag en
het zetelkussen. Dit kan veroorza-
ken als de airbags bij een aanrij-
ding geactiveerd worden.
Sla niet op de deuren als de motor
aanstaat, hierdoor kunnen de air-
bags aan de zijkant opgeblazen
worden.
Als de stoel of de stoelbekleding
zijn beschadigd, adviseren u het
systeem te laten repareren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
3-46
Gordijn airbag
(indien van toepassing)
De gordijn airbags bevinden zich langs
de rand van het dak boven de voor- en
achterportieren.
Ze zijn ontworpen om bij bepaalde aan-
rijdingen van opzij de hoofden van de
voorste inzittenden en de passagiers
op de buitenste zitplaatsen achter te
beschermen.
De curtain airbags zijn ontworpen om
alleen tijdens bepaalde aanrijdingen
van opzij geactiveerd te worden, afhan-
kelijk van de ernst.
Bij auto's met een rollover-sensor wor-
den de zijairbags en/of curtain airbags
aan beide zijden van de auto geacti-
veerd als (een kans op) het over de kop
slaan van de auto wordt gedetecteerd.
De curtain airbags zijn niet ontworpen
om bij alle aanrijdingen van opzij of
situaties waarbij de auto over de kop
kan slaan opgeblazen te worden.
Hang om veiligheidsredenen geen zware
voorwerpen aan de garderobehaken.
OAC3039021TU
OAC3039022TU