Download Print deze pagina

Hyundai i10 2021 Instructieboekje pagina 77

Advertenties

Auto's zijn voorzien van een airbagsys-
teem voor de bestuurdersstoel en de
voorpassagiersstoel.
De voorste airbags zijn ontworpen als
aanvulling op de driepuntsveiligheids-
gordels. Deze airbags geven alleen
extra bescherming als de veiligheids-
gordels altijd tijdens het rijden gedra-
gen wordt.
U kunt ernstig letsel oplopen, of overlij-
den, tijdens een ongeval als u de veilig-
heidsgordels niet draagt. Airbags zijn
ontworpen als aanvulling voor veilig-
heidsgordels, niet om deze te vervan-
gen. De airbags zijn niet ontworpen om
te ontplooien in elke aanrijding. Tijdens
sommige ongevallen bieden alleen de
veiligheidsgordels u bescherming.
WAARSCHUWING
VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR
AIRBAGS
Maak altijd gebruik van de veilig-
heidsgordels en, indien van toepas-
sing, van kinderzitjes -iedere keer,
bij iedere reis en voor iedereen! Zelfs
bij airbags kunt u ernstig letsel oplo-
pen, of overlijden, tijdens een bot-
sing als uw gordel niet goed vast zit
of als u deze niet draagt terwijl de
airbag opgeblazen wordt.
Vervoer een kind NOOIT op de voor-
stoel in een kinderzitje of op een zit-
kussen. Een airbag die opgeblazen
wordt kan een peuter of kind raken
waardoor het kind ernstig letsel
oploopt of zelfs kan overlijden.
Vervoer kinderen jonger dan 13 jaar
altijd op de achterstoelen met de vei-
ligheidsgordels om. Dat is de veilig-
ste plaats voor kinderen van alle
leeftijden. Als een kind van 13 jaar of
ouder op de voorpassagiersstoel
vervoerd moet worden, moet hij of
zij de veiligheidsgordel op de juiste
manier dragen en moet de stoel
zover mogelijk naar achteren wor-
den gezet.
Alle inzittenden moeten rechtop zit-
ten, met de rugleuning zo rechtop
mogelijk, midden op de zitting en
met de veiligheidsgordel om, de
benen comfortabel gestrekt en de
voeten op de vloer, totdat de auto
geparkeerd is en de motor is uitge-
schakeld. Als een persoon in de ver-
keerde positie zit tijdens een onge-
val, dan kan de airbag deze persoon
hard raken wat kan resulteren in ern-
stig letsel of zelfs overlijden.
De inzittenden moeten nooit onno-
dig dicht bij de airbags zitten of leu-
nen of leunen tegen de deur of het
middenconsole.
Zet uw stoel zo ver mogelijk naar
achteren, waarbij u er wel op moet
letten dat u alle bedieningsorganen
nog goed kunt bedienen.
03
3-41

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

I10 2020