Veiligheidssysteem
Rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Leun iets naar voren en trek de hen-
del van de rugleuningverstelling
omhoog.
2. Leun voorzichtig achterover en zet
de rugleuning in de gewenste posi-
tie.
3. Laat de hendel los en zorg ervoor
dat de rugleuning vergrendeld is.
(De hendel MOET terugkeren in zijn
basis positie zodat de rugleuning
kan vergrendelen.)
3-8
Verstellen van de rugleuning
Het tijdens het rijden zitten op een stoel
met een naar achteren geklapte rugleu-
ning kan gevaarlijk zijn. Ook bij het dra-
gen van de veiligheidsgordel neemt de
bescherming die de veiligheidssyste-
men (veiligheidsgordels en/of airbags)
bieden, aanzienlijk af als de rugleuning
te ver naar achteren staat.
OAC3039003TU
Rijd NOOIT met een rugleuning die
te ver achterover staat.
Als de rugleuning te ver horizontaal
staat, neemt de kans op letsel bij een
aanrijding of een noodstop aanzien-
lijk toe.
Bestuurder en passagiers moeten
altijd goed in hun stoel zitten, de
gordel op de juiste manier dragen en
de rugleuning zo ver mogelijk recht-
op zetten.
De veiligheidsgordel moet strak over
uw heupen en borst lopen voor een
maximale effectiviteit. Als de rugleuning
te ver achterover staat, kan de schou-
dergordel zijn werk niet goed doen
omdat hij niet goed aanligt tegen de
borstkas. In plaats daarvan loopt hij
voor u langs.
U kunt tijdens een ongeval in de zitting
riem geworpen worden, wat kan resul-
teren in letsel aan de nek of ander let-
sel.
Hoe verder de rugleuning naar achte-
ren staat, hoe groter de kans is dat de
inzittende bij een aanrijding onder het
heupgedeelte van de gordel door schiet
of dat de nek in aanraking komt met het
schoudergedeelte van de gordel.
WAARSCHUWING