VOOR HET RIJDEN
Vóór het instappen
spiegel(s) en lampen schoon zijn en
onbelemmerd.
ongelijkmatige slijtage en beschadi-
gingen.
lekkage onder de auto te zien zijn.
achter de auto bevinden wanneer u
achteruit wilt rijden.
Vóór het starten
terklep of de portieren volledig geslo-
ten en vergrendeld zijn.
stuurwiel aan.
of alle passagiers hun veiligheidsgor-
del hebben bevestigd.
op het dashboard en de berichten op
het instrumentenscherm zodra de
ontsteking in de ON stand staat.
voerd goed opgeborgen of goed vast-
gezet zijn.
WAARSCHUWING
-
Om Verminder het risico op ERNSTIG
LETSEL of OVERLIJDEN door, houdt
u aan de volgende voorzorgsmaatre-
gelen:
Alle inzittenden moeten tijdens het
rijden de veiligheidsgordel op de
juiste manier dragen. Zie voor
meer informatie " Veiligheidsgor-
dels" in hoofdstuk 3.
ning mee dat andere bestuurders
of voetgangers onzorgvuldig kun-
nen zijn en fouten maken.
-
Afleiden van de bestuurder kan
ongelukken veroorzaken.
tot de auto voor u.
-
06
-
6-5