Om uw auto parkeren, stop altijd volle-
dig en blijf op het rempedaal drukken.
keert, zet u de versnellingspook van
D (Rijden)/R (Achteruit) in de stand N
(Neutraal). Trek vervolgens de hand-
rem stevig aan voordat u de motor
uitzet.
geadviseerd om de versnellingspook
in D (Rijden) te zetten voor bergop-
waarts en R (Achteruit) voor bergaf-
waarts en de parkeerrem in te scha-
kelen voordat u de motor uitzet.
Als de motor werd uitgeschakeld met
de versnellingspook in de stand D
(Rijden) of R (Achteruit), moet het rem-
pedaal worden ingedrukt en de versnel-
lingspook in de stand N (Neutraal) wor-
den gezet om de motor aan te zetten.
Neem de sleutel mee als u het voertuig
verlaat.
WAARSCHUWING
Wanneer je verblijf in het voertuig
met draaiende motor, zorg er dan
voor dat het gaspedaal niet langdu-
rig wordt ingetrapt. Anders kan de
motor of het uitlaatsysteem overver-
hit raken en brand ontstaan.
Het uitlaatgassen en het uitlaatsys-
van de onderdelen van het uit-
laatsysteem.
Rijd niet, parkeer niet of laat de
motor niet stationair draaien boven
ontvlambare materialen, zoals gras,
droge planten, papier, bladeren enz.
Deze kunnen ontbranden en brand
veroorzaken.
Goed rijgedrag
als de selectiehendel van stand N in
een andere stand wordt gezet.
-
stilstand is gekomen voordat stand R
(Achteruit) of D (Rijden) wordt inge-
schakeld.
het rijden niet in de N (Neutraal)
stand. Dit kan resulteren in een onge-
val omdat de motor niet meer kan
remmen en de transmissie bescha-
digd kan worden.
het rempedaal rusten. Zelfs lichte,
constante druk op het rempedaal kan
ertoe leiden dat de remmen overver-
hit raken, de remmen slijten en moge-
lijk zelfs uitvallen.
en rempedaal kan leiden tot reductie
van het motorvermogen om de auto
te doen vertragen. Acceleratie wordt
hervat nadat het rempedaal wordt
losgelaten.
vertraag de snelheid voordat u terug-
schakelt. Ook kan de lagere versnel-
ling niet gekoppeld zijn als het toe-
rental van de motor buiten het
toegestane bereik valt.
altijd aan als u het voertuig verlaat.
Vertrouw niet uitsluitend op stand N
van de transmissie om de auto op zijn
plaats te houden.
06
6-31