Rijden met uw auto
Bediening stabiliteitsregeleing
(ESC)
Als het contact in stand ON wordt
gezet, gaan de controlelampjes ESC
en ESC OFF gedurende ongeveer 3
seconden branden. Na beide lampjes
uitgaan is de ESC ingeschakeld.
Als de elektronische stabili-
teitsregeling (ESC) in wer-
king treedt, gaat het contro-
hoorbaar in het remsysteem en kan
het rempedaal gaan trillen. Dit is nor-
maal. Het betekent dat het ESC in
werking is getreden.
het voorkomen dat de motor niet rea-
geert op het gaspedaal zoals dit nor-
maal het geval is.
toen de ESC geactiveerd werd, scha-
kelt de cruise control automatisch uit.
De cruise control kan terug worden
ingeschakeld wanneer de toestand
van de wegen dit toelaat. Zie
"Cruisecontrol Systeem" verder in
dit hoofdstuk. (indien van toepas-
sing)
weg neemt het motortoerental moge-
lijk niet toe, ondanks dat u het gaspe-
daal intrapt. Dit om de stabiliteit en
tractie van het voertuig te voorkomen,
dit is geen probleem.
6-38
ESC -bewerking om te
Druk kort op de toets ESC OFF. Het
controlelampje ESC OFF gaat branden
en/of de melding "Traction control disa-
bled" wordt weergegeven en er klinkt
één keer een waarschuwingssignaal. In
deze status wordt de antidoorsliprege-
lingsfunctie van de ESC (motorma-
nagement) uitgeschakeld, maar is de
remregelfunctie van de ESC (remma-
nagement) nog in werking.
OAC3069064TU