Veiligheidssysteem
Plaats de heupgordel (1) over uw heu-
pen en de schoudergordel (2) over uw
borstkast.
De veiligheidsgordel kan zich automa-
tisch tot de juiste lengte oprollen als u
eerst handmatig het heupgedeelte van
de gordel strak over uw heupen trekt.
Als je naar voren leunt in een langza-
me, gemakkelijke beweging, zal de vei-
ligheidsgordel uitrekken en met u mee
bewegen.
Bij een noodstop of een aanrijding zal
de gordel geblokkeerd worden. Daar-
naast zal de gordel blokkeren wanneer
u te snel naar voren buigt.
AANWIJZING
Als u niet in staat om vlot genoeg te
trekken van de veiligheidsgordel uit
het oprolmechanisme, stevig trek de
gordel uit en laat hem los. Na de
release, kan de riem weer rustig en
soepel uit de oprolautomaat worden
getrokken.
3-22
WAARSCHUWING
OHI038137
Onjuist geplaatste veiligheidsgor-
dels kunnen ernstige letsels veroor-
zaken tijdens een ongeval. Neem de
volgende voorzorgsmaatregelen bij
het aanpassen van de veiligheids-
riem:
Plaats het heupgedeelte van de
veiligheidsgordel zo laag mogelijk
over uw heupen en niet over uw
middel, zodat de gordel strak aan-
ligt. Hierdoor vangen de sterke
heupbeenderen de kracht van de
aanrijding op en wordt de kans op
inwendig letsel gereduceerd.
De schoudergordel moet over de
ene arm en onder de andere arm
door lopen, zoals aangegeven in
de afbeelding.
Vergrendel het bevestigingspunt
van de schoudergordel altijd op de
juiste hoogte.
Laat het schoudergedeelte van de
gordel nooit langs uw nek of over
u gezicht lopen.
OHI038182L