RIJDEN IN DE WINTER
De slechtere weersomstandigheden in
de winter leiden tot meer slijtage van de
banden en andere problemen. Om pro-
blemen bij het rijden in de winter tot een
minimum te beperken adviseren we u
Sneeuw en ijs
Bewaar voldoende afstand tot uw voor-
ligger.
hoge snelheden, plotseling remmen en
het nemen van scherpe bochten poten-
tieel gevaarlijke situaties. Probeer bij
het afremmen zoveel mogelijk op de
motor af te remmen. Door plotseling te
remmen op een met sneeuw of ijs
bedekte weg kan de auto in een slip
raken.
Om met uw auto op een besneeuwd
wegdek te kunnen rijden, kan het nood-
zakelijk zijn gebruik te maken van win-
terbanden of sneeuwkettingen onder
uw auto te monteren.
Neem de benodigde uitrusting voor
noodgevallen mee. Onder deze zaken
vallen bijvoorbeeld sneeuwkettingen,
een sleepkabel of -ketting, een zaklan-
taarn, een alarmknipperlicht, zand, een
schep, hulpstartkabels, een ruitenkrab-
ber, handschoenen, een stuk zeil of
een kleed, een deken, enz.
Winterbanden
WAARSCHUWING
De maat en het type van de winter-
banden moeten gelijk zijn aan die
van de standaard gemonteerde ban-
den. Anders kan de veiligheid en het
rijgedrag van uw auto negatief beïn-
vloed worden.
Als u winterbanden op uw auto laat
monteren, controleer dan of deze dezelf-
de maat en beladingsindex hebben als
de originele banden. Monteer sneeuw-
banden op alle vier de wielen, voor een
optimale wegligging onder alle weers-
omstandigheden. Houd er rekening mee
dat de grip op een droog wegdek met
winterbanden iets lager is dan met de
originele banden. Raadpleeg uw ban-
denleverancier voor de maximum snel-
heid van de banden.
i
Informatie
06
-
6-91