Rijden met uw auto
Rijsnelheid verlagen
(SET-) en houd deze vast. De auto
mindert geleidelijk snelheid. Laat de
schakelaar los op het moment dat de
gewenste snelheid is bereikt.
(SET-) en laat hem onmiddellijk los.
De kruissnelheid zal 1.0 km/h afne-
men telkens wanneer de schakelaar
op deze manier bediend wordt.
Wanneer de auto de gewenste snel-
heid bereikt, duw de schakelaar naar
beneden (SET-).
Tijdelijk accelereren met inge-
schakelde cruise control:
Trap het gaspedaal in. Wanneer u uw
voet van het gaspedaal haalt, zal de
auto terugkeren naar de eerder inge-
stelde snelheid.
Als u de schakelaar naar beneden
(SET-) duwt op de verhoogde snelheid,
zal de cruise control de verhoogde
snelheid behouden.
6-86
Het systeem wordt in de volgen-
de situaties uitgeschakeld:
OAI3069011
(voor auto met handgeschakelde
transmissie)
knop op het stuurwiel.
Zowel de indicator als de ingestelde
snelheid gaan uit.
zetten (auto met automatische trans-
missie).
wagen, lager dan de geheugensnel-
heid met 20 km/u (12 mpu).
snelheid die lager is dan ongeveer 30
km/h.
(ESC) in werking is.
versnelling in de modus handmatig
schakelen. (voor Auto met geautoma-
tiseerde handmatige transmissie)
OAI3069019
.