Druk als de bandenspanning te hoog is
het metalen pennetje in het midden van
het ventiel in om lucht uit de band te
laten lopen. Controleer de banden-
spanning opnieuw met de bandenspan-
ningsmeter. Plaats de ventieldopjes al-
tijd terug op de ventielen. Zonder het
ventieldopje kan er vuil en vocht in het
ventiel komen, waardoor lucht kan ont-
snappen. Zorg bij verlies van een ven-
tieldopje zo snel mogelijk voor een
nieuw exemplaar.
Wielen verwisselen
Om de banden zo gelijkmatig mogelijk
te laten slijten Hyundai wordt aanbevo-
len de wielen iedere 12.000 km (7.500
mijlen) of eerder, indien het slijtagepa-
troon daartoe aanleiding geeft, te ver-
wisselen.
Controleer bij het verwisselen van de
wielen tevens de balans.
Controleer de banden bij het verwisse-
len van de wielen op ongelijkmatige slij-
tage en beschadigingen. Abnormale
slijtage wordt meestal veroorzaakt door
een onjuiste bandenspanning, een on-
juiste wieluitlijning, onbalans, veelvul-
dig hard remmen en snelle bochten.
Controleer het profiel en de zijkant van
de band op zwellingen. Vervang de
band wanneer u deze aantreft. Vervang
de band als het canvas of de koordla-
gen zichtbaar zijn. Breng na het verwis-
selen van de wielen de banden op de
juiste spanning en controleer of de wiel-
moeren vastzitten (het juiste aanhaal-
moment is 11~13 kgf·m [79~94 lbf·ft]).
Met een volwaardig reservewiel
(indien van toepassing)
Zonder reservewiel
Banden met een specifieke draairichting
(indien van toepassing)
Controleer bij het verwisselen van de
wielen tevens de remblokken op slijta-
ge.
08
CBGQ0706
CBGQ0707
CBGQ0707A
8-33