ALARMKNIPPERLICHTEN
De alarmknipperlichten dienen ervoor
om de overige weggebruikers te waar-
schuwen om extra voorzichtigheid in
acht te nemen bij het naderen, inhalen
of passeren van uw auto.
Ze dienen te worden gebruikt in noodsi-
tuaties of als de auto aan de kant van
de weg tot stilstand is gekomen.
Druk op de schakelaar van de alarm-
knipperlichten om de alarmknipperlich-
ten in of uit te schakelen. Het maakt
daarbij niet uit in welke stand het con-
tact staat. De schakelaar zorgt ervoor
dat alle knipperlichten geactiveerd wor-
den.
De alarmknipperlichten werken onge-
acht of de motor draait of niet.
De richtingaanwijzers werken niet
wanneer
de
alarmknipperlichten
ingeschakeld zijn.
WAT TE DOEN IN EEN
NOODGEVAL TIJDENS HET
RIJDEN
Laat de auto geleidelijk uitrollen en
blijf daarbij rechtuit rijden. Probeer de
auto op een veilige plaats tot stilstand
te brengen.
Schakel de alarmknipperlichten in.
OAC3079001TU
Probeer nogmaals de motor te star-
ten. We adviseren u contact op te
nemen met een officiële HYUNDAI-
dealer als de motor niet start.
Zet de selectiehendel in stand N (neu-
traal) en duw de auto naar een veilige
plaats als de motor afslaat op een krui-
sing of splitsing. Verlies hierbij de veilig-
heid niet uit het oog.
07
7-3