Motor starten
WAARSCHUWING
tijdens
het
rijden.
schoeisel, zoals hoge hakken, ski-
botten,
sandalen,
etc., kunnen het gebruik van rem-
en gaspedaal belemmeren.
daal wordt ingetrapt. De auto kan
in beweging komen, wat kan leiden
tot een ongeval.
normaal is. De auto kan plotseling
in beweging komen als het rempe-
daal wordt losgelaten bij een hoog
toerental.
Auto met handgeschakelde transmis-
1. Controleer of de parkeerrem is geac-
tiveerd.
2. Zorg ervoor dat de versnellingspook
in N (neutraal) staat.
3. Trapt u het koppelingspedaal en het
rempedaal in.
4. Zet het contact in stand START.
Houdt het sleutel (maximum 10
seconden) totdat de motor aanslaat
en laat de sleutel.
Auto met geautomatiseerde handmati-
1. Controleer of de parkeerrem is geac-
2. Zorg ervoor dat de versnellingspook
Ongeschikt
3. Trap het rempedaal stevig in.
teenslippers,
4. Zet het contact in stand START.
-
i
tiveerd.
in N (neutraal) staat.
Houdt het sleutel (maximum 10
seconden) totdat de motor aanslaat
en laat de sleutel. De motor kan
alleen worden gestart als de versnel-
lingspook in de stand N (Neutraal)
staat.
Informatie
06
-
-
-
-
6-9