Remleidingen en -slangen
Controleer visueel op juiste bevesti-
ging, schaaf plekken, scheurtjes, ver-
oudering en lekkage. Vervang verou-
derde
of
beschadigde
direct.
(indien van toepassing)
Controleer het niveau rem- en koppe-
lingsvloeistof in het remvloeistofreser-
voir. Het vloeistofniveau dient zich tus-
sen de merktekens MIN (Minimum) en
MAX (Maximum) aan de zijkant van het
reservoir te bevinden. Gebruik uitslui-
tend de voorgeschreven hydraulische
rem/koppelingvloeistof (DOT 3 of 4).
Controleer het parkeerremsysteem in-
clusief het parkeerremhendel en de ka-
bels.
Achter trommelremmen en
voeringen
(indien van toepassing)
Controleer de achterremschijven en
remcilinders en voeringen van de ach-
terremmen op krassen, verbranding,
lekkende vloeistof, gebroken onderde-
len en overmatige slijtage.
Schijfremmen, remblokken,
remklauwen en remschijven
Controleer de remblokken op overmati-
ge slijtage, de schijfremmen op slinge-
ring en slijtage en de remklauwen op
vloeistoflekkage.
Zie de website van Hyundai voor meer
informatie over het controleren van de
remblokken en remvoeringen.
(http://service.hyundai-motor.com)
Bevestigingsbouten
wielophanging
Controleer of de bouten van de wielop-
hanging goed vastzitten en niet be-
onderdelen
schadigd zijn. Draai ze met het voorge-
schreven aanhaalmoment vast.
Stuurhuis, stuurstangen en
stofhoezen/onderste
fuseekogel
Breng de auto tot stilstand, zet de mo-
tor uit en controleer op overmatige spe-
ling in het stuurwiel.
Controleer de stuurstangen op knikken
of beschadigingen. Controleer de stof-
hoezen en fuseekogel op veroudering,
scheurtjes of beschadigingen. Vervang
beschadigde onderdelen.
Aandrijfassen en
aandrijfashoezen
Controleer de aandrijfassen, -hoezen
en klemmen op scheurtjes, veroudering
of beschadigingen. Vervang bescha-
digde onderdelen en breng indien no-
dig nieuw vet aan.
Koudemiddel airconditioning/
aircocompressor
Controleer de leidingen en aansluitin-
gen van de airconditioning op lekkage
en beschadigingen.
08
8-11